‘Ajax is voorbij, mijn carrière niet’
SC Heerenveen en FC Utrecht hadden interesse. Het werd Vitesse.
‘Het was voor mij al een tijdje duidelijk dat ik bij Ajax mocht vertrekken. Sinds dat moment heb ik met Soren Lerby, mijn zaakwaarnemer, alles rus tig op een rijtje gezet. Er was veel belangstelling uit de Eredivisie, en inderdaad van mooie clubs. Voor mij is het belangrijk dat het gevoel goed is. Daarom heb ik er veel met mijn familie en vriendin over gepraat, want wat ik ook zou doen, het was wel een heel belangrijke stap. Voor het eerst, na al die jaren bij Ajax, zou ik een contract bij een andere club tekenen. Het gevoel was bepalend, en dat leidde me naar Vitesse.’
Wat sprak je zo aan in deze club?
‘Als er geld is, dan is er ambitie. Natuurlijk volg ik ook het nieuws, en langzaam maar zeker zag je dat Vitesse aardige versterkingen haalde. Bovendien was het gevoel bij de trainer meteen goed. Ik heb John van den Brom van een afstand meegemaakt bij Ajax, waar hij hoofd opleidingen was, en vorig seizoen wilde hij me ook al naar ADO Den Haag halen. Dat sprak in het voordeel van Vitesse. Ik had ook echt het gevoel dat ze iets met mij voor ogen hadden, maar de ambitie heeft de doorslag gegeven. Vitesse wil groeien als club, en ik wil me doorontwikkelen.’
Terwijl veel spelers sceptisch tegenover de plannen van Merab Jordania staan.
‘Ik niet. Er wordt misschien een bepaald beeld gecreëerd, maar je moet naar de feiten kijken. De aankopen zijn logisch, de club heeft wel degelijk een visie.’
Je bevond je wel duidelijk in een luxepositie.
‘Ik had niets te klagen. Er was veel interesse, en allemaal van leuke clubs.’
Verbaasde het je, dat er zoveel belangstelling was?
‘Op zich niet. Ik was niet al te duur, zeker in de huidige tijd is dat voor veel clubs een voorwaarde (Van der Heijden kostte driehonderdduizend euro, red). En ook Vitesse geeft geen buitensporige bedragen uit aan spelers. Wel was ik blij dat er veel interesse uit de Nederlandse subtop was. Ook een aantal kleinere clubs wilde me graag hebben, maar dat waren geen opties. Na twee jaar Willem II zag ik het niet zitten om nog een jaar degradatievoetbal te spelen. Daar ligt de kracht van mijn spel ook helemaal niet.’
Toch heb je jezelf positief kunnen onderscheiden, die jaren in Tilburg.
‘Voor mezelf heb ik een goed seizoen gespeeld, me prima ontwikkeld als speler. Ik denk dat de voetbalkenners en trainers in de Eredivisie dat ook wel hebben opgemerkt. Het was moeilijk mijn echte kwaliteiten voor het voetlicht te brengen, maar als speler ben ik bij Willem II natuurlijk veel completer geworden. Ik heb nog nooit zoveel achter tegenstanders aangerend als vorig seizoen. Bij Ajax heb je bijna elke wedstrijd zestig a zeventig procent balbezit, in Tilburg was het juist andersom.’
Al met al was het toch een vreselijk seizoen?
‘Sportief was het slecht, maar de sfeer was -gek genoeg – best goed. De supporters hebben ons ook tot de laatste dag gesteund, bij Willem II heb ik wel gezien hoe ver clubliefde soms gaat. Uiteindelijk moesten we alleen concluderen dat er niet voldoende kwaliteit was. Als je pas op de achtste speeldag van het seizoen het eerste punt pakt, uitgerekend hier bij Vitesse, dan weet je gewoon dat je gaat degraderen. Uiteindelijk hadden we het nog aan de matige prestaties van VW-Venlo te danken dat het doek niet al voor de Kerst gevallen was… Je kan iedereen verwijten maken, maar de hoofdschuldigen van het rampseizoen waren wijzelf’
Toch leek het perspectief vóór het seizoen niet eens zo slecht.
‘Er was inderdaad een aantal aardige voetballers gehaald. Daarom kwam ik ook terug. Na het slechte eerste jaar had ik er met de nieuwe trainer en spelers als Evgeniy Levchenko en Andreas Lasnik wel vertrouwen in. Ik rekende erop dat we een vaste ploeg zouden zijn, en misschien wel de verrassing konden worden.’
Levchenko wees na het seizoen wel erg duidelijk richting de clubleiding.
‘Tja, hij heeft zelf niet zo’n fijn seizoen gehad, en dat frustreert natuurlijk. Als iedereen zijn eigen top had gehaald dan had er vast wel iets meer ingezeten.’
Slechte resultaten, maar persoonlijk goed spel. Was het een dubbel gevoel?
‘Momenten in de wedstrijd waarop je beslissend bent resteren in je geheugen. Ik heb me tot een belangrijke speler voor het team ontwikkeld, en in tegenstelling tot spelers die al hun hele leven voor Willem II speelden, was die eigen ontwikkeling ook mijn voornaamste doel. Toch speel je voor een team, en degradeer je met z’n allen. Soms vroeg ik me weieens af waar ik in hemelsnaam toch aan begonnen was. Zeker die eerste dramatische maanden. Maar ja, ermee stoppen is ook geen optie.’
Al was het maar omdat je een duidelijk doel voor ogen had.
‘Inderdaad, ik deed er alles aan om dit seizoen klaar te zijn voor Ajax 1.’
In interviews gaf je aan ook echt het gevoel te hebben klaar te zijn.
‘Absoluut. En eind vorig seizoen, volgens mij in april, heb ik ook een gesprek gehad met Frank de Boer, waarin hij aangaf dat ze heel tevreden over mijn ontwikkeling waren. We hebben ongeveer een kwartier met elkaar gesproken. Ze volgden mijn verrichtingen op de voet, en waren positief. Natuurlijk kon ik op dat moment nog niets met zekerheid zeggen, je weet immers nooit of een club als Ajax nog een vervanger haalt, maar op zich ging ik met een lekker gevoel naar huis.’
Wat had Frank de Boer voor jou voor een rol in gedachten?
‘Hij zei dat ik de Theo Janssen van Ajax moest worden.’
Ruim een maand later haalde hij de echte Theo Janssen naar Amsterdam.
‘Toen voelde ik natuurlijk wel dat het niet goed zat. Eenzelfde type speler als ik, en ook nog op dezelfde positie. Uiteindelijk begon ik de voorbereiding, zoals afgesproken, bij Ajax. Om mezelf te laten zien, meer kon ik niet doen. Maar na tweeënhalve week, op het trainingskamp in Nürnberg, gaf De Boer aan dat hij voor andere jongens zou kiezen. Hij wilde me het op tijd laten weten, zodat ik in elk geval nog voldoende tijd had om een andere club te vinden. Gelukkig was hij zo eerlijk, want ik zag het zelf natuurlijk ook wel aankomen. Theo Janssen wordt niet voor de bank gehaald. En het is ook wel logisch dat Ajax zo’n goede speler als Janssen haalt.’
Een mooi politiek correct antwoord.
‘De club wil zich toch doorontwikkelen? Misschien kon dat met mij in de basis ook wel, maar dat heb ik niet kunnen bewijzen, dus dat mag ik dan ook niet beweren.’
Ook omdat je nooit echt de kans in de basis hebt gehad.
‘Maar ik vind wel dat ik bescheiden moet blijven. Je moet eerst wat laten zien voordat je iets kan zeggen over je kwaliteiten. Zo heb ik me bij Ajax ook opgesteld. Natuurlijk was het geen goed nieuws, maar ik ben gewoon mezelf gebleven, en heb al die weken hard getraind. Frank de Boer heeft me daar zelfs nog een compliment voor gegeven, maar het voelde toch als een dood spoor. Ajax 1 werd ‘m niet. En Ajax 2 wilde ik niet.’
Als je het analyseert, wat heeft Theo Janssen dan meer dan jij?
‘Ervaring, vooral dat, en daardoor een flink portie extra status. Hij neemt het elftal op sleeptouw en is vaak beslissend. Ik moet het allemaal nog laten zien, hij was vorig seizoen de beste speler van de Eredivisie. Dat is nogal een verschil met waar ik me op dit moment bevind.
Voel je jezelf inmiddels al een eeuwig talent?
‘Nee. Dat ik als talent word gezien, beschouw ik als een positief punt. De classificatie talent is positief. Ik heb de potentie, maar het moet er uitkomen. Vergis je niet, ik ben pas 23. Theo Janssen heeft jaren meer ervaring.’ Je positie sprak ook niet in je voordeel. ‘Ajax heeft ontzettend veel goede middenvelders. Kijk naar Vurnon Anita. Hij heeft het vorig seizoen fantastisch gedaan, maar zit nu ook veelal op de bank.’
Kortom, je neemt jezelf niets kwalijk.
‘Nee, dat is niet nodig. Ik heb mezelf de afgelopen jaren doorontwikkeld, en ben zeker ook mentaal sterker geworden. Misschien is dat nog wel het belangrijkste aspect bij Ajax. Puur qua mensen is het een heel warme vereniging, waar ik me heel erg op mijn gemak voelde. Maar qua topsportcultuur, en dat is logisch, is het hard. Ik speelde er al vanaf mijn dertiende, maar het lijkt mij heel lastig om vanuit de subtop de stap naar Ajax te maken. Dan word je uitgetest, kijken ze of je tegen een stootje kan. Of het bij mij ook aan het mentale heeft gelegen? Dat denk ik niet. Ik heb vier jaar de kans gehad, misschien was ik als voetballer gewoon nog niet goed genoeg.’
Je bent een speler die heel veel in zichzelf investeert.
‘De laatste jaren heb ik vooral veel aandacht besteed aan mijn looptechniek en snelheid. Dat zijn punten waarin ik nog veel verschil kan maken.’
Hoe zien die privétrainingen er dan uit?
‘Regelmatig ga ik met Ruben Jongkind aan de slag. Hij is looptrainer, onder meer van Bram Som, en zat de afgelopen tijd ook bij het WK atletiek in Zuid-Korea. Via hem doe ik nieuwe technieken op, waardoor ik sneller word. Ik denk dat het alleen maar goed is om zelf op zoek te gaan naar perfectie. Dat heb ik eigenlijk mijn hele carrière gedaan. Vroeger zeiden ze bij Ajax altijd dat ik te licht was, wat ook kwam doordat ik altijd de voetballende oplossing zocht. Dat is het manco van de Ajax-school. Doordatje altijd de wedstrijden dicteert, komt het fysieke aspect veel minder aan bod. Of je moet het van jezelf al hebben, of je moet er veel aandacht aan besteden. Niet voor niets zie je dat veel spelers na de Ajax-jeugd de laatste stap vergeten te maken. In de Eredivisie wordt namelijk een combinatie van techniek en fysiek gevraagd. Terwijl het in de jeugdteams bijna vanzelf gaat.’
Er zijn ook spelers die ooit weggingen en later zijn teruggekeerd.
‘Absoluut. Tijdens het trainingskamp in Duitsland lag ik met Derk Boerrigter op de kamer, en hij heeft me verteld hoe het bij hem allemaal is verlopen. Hij heeft een omweg achter de rug, om uiteindelijk te komen waar hij nu is. Prachtig natuurlijk, maar ik zal me daar niet aan spiegelen. Al is het maar omdat ik niet nadenk over een toekomst bij Ajax. De afgelopen jaren was dat anders, omdat ik op huurbasis bij Willem II speelde. Nu is Vitesse het enige dat telt.’
Toch stond je tien jaar bij Ajax onder contract. Blijf je supporter?
‘Ja, als Ajax niet tegen ons speelt, hoop ik dat ze winnen. En vandaag (woensdag) zit ik ook in de Amsterdam Arena om de wedstrijd tegen Olym-pique Lyon te bekijken. Het blijft natuurlijk wel een beetje je club. Ik hoop, en verwacht ook dat ze kampioen worden. Ondanks alle aankopen van PSV is Ajax, door de mate waarin ze op elkaar zijn ingespeeld, voor mij de favoriet voor de titel. Het is natuurlijk wel even wennen, zo’n andere club. Spelen in zwart-geel in plaats van rood-wit. Maar het komt vast goed.’
Er is leven na Ajax?
‘Voor mij wel. Ik weet ook dat dat niet voor iedereen geldt. Voor sommige spelers stopt de wereld even als ze horen dat ze Ajax moeten verlaten. Maar ik heb niet zo lang in de put gezeten. Het verhaal Ajax is voorbij, maar mijn carrière niet. Ik ben realistisch én kan goed relativeren. Het feit dat Vitesse me zo graag naar Arnhem wilde halen, deed me goed. Heb ik het toch allemaal niet voor niets gedaan.’
Was het buitenland nog een reële optie voor je?
‘Uiteindelijk wil ik dat een keer, maar ik ga liever als gevestigde speler naar een grote competitie toe. Al klinken de verhalen van Jeffrey Sarpong (de oud-Ajacied speelt nu bij Real Sociedad, red.) geweldig. Hij speelt weliswaar niet altijd, maar je doet in het buitenland wel heel veel nieuwe ervaringen op. Afgelopen zomer wilde Vitesse hem ook naar Arnhem halen, maar helaas koos hij ervoor in Spanje te blijven spelen.’
Blijkbaar wilde hij niet voor de kampioen van 2013 spelen.
‘Haha, nee, Real Sociedad had toch zijn voorkeur.’
Hoe kijk jij aan tegen die torenhoge ambities van Vitesse?
‘Positief. Ik vind het mooi dat Vitesse een doel voor ogen heeft, en iets uitspreekt waarmee het laat zien dat het omhoog wil. Dat was voor mij ook een van de redenen om naar Vitesse te gaan. Niet om nu meteen kampioen te worden, wel om te spelen voor een club die in het middelpunt van de aandacht staat. Vitesse is altijd in beeld. Als je hier goed speelt, kom je in the picture van grotere clubs te staan. Wel is het voor mij duidelijk dat er nog grote stappen moeten worden gezet voordat de club klaar is voor de doelstelling. Maar ze hebben nog tijd, het is nog geen 2013, hè.’
Wat is het voornaamste punt dat moet worden verbeterd?
‘Ik kom van de kampioen, dus weet wel een beetje hoe het geregeld moet zijn voordat je om de prijzen kan meespelen. De accommodatie, dat is essentieel, maar daar zijn ze druk mee bezig. Ik heb zelfs gehoord dat het op Papendal een van de mooiste trainingscentra van Nederland moet worden. En de belangrijkste factor is natuurlijk de kwaliteit op het veld. Maar op zich is dat, op termijn, in mijn ogen geen probleem. Vitesse beschikt over veel jonge talenten, en dat zijn potentieel heel goede spelers. Zoiets groeit vanzelf. De grootste winst op dit moment is te boeken in het smeden van een echt team. Alle verschillende culturen bij elkaar brengen. Als dat lukt, je houdt de meeste spelers binnenboord, en af en toe trek je nog een versterking aan, dan kunnen we heel ver komen. Uiteindelijk valt of staat alles met het team. In dat licht is het heel slim dat ze John van den Brom hebben aangesteld.’
Wat maakt hem als trainer zo speciaal?
‘Wat ik zo in hem waardeer is dat hij positief communiceert naar alle spelers toe. Op die manier houdt hij de ploeg bij elkaar. Hij is duidelijk én positief, maar zegt af en toe wel waar het op staat, zoals afgelopen zaterdag na de wedstrijd tegen AZ. Iedereen gaat voor hem door het vuur, en dat was vorig seizoen bij ADO Den Haag natuurlijk niet anders. Ik denk dat hij heel goed bij de ambities van Vitesse past.’
Heeft hij, in zijn benadering, iets weg van Frank de Boer?
‘Qua spelopvatting zeker. Ze prediken allebei aanvallend voetbal, niet zo gek ook als je weet dat Van den Brom bij Ajax heeft gespeeld. Wat dat betreft speelt Vitesse een beetje vanuit het Ajax-concept, en dus voel ik me hier wel thuis. Meer dan vorig seizoen bij Willem II, toen we juist altijd moesten anticiperen op het spel van de tegenstander. Zeker in thuiswedstrijden moeten wij nu het spel kunnen dicteren.’
Na Ajax en AZ staan jullie weer met beide benen op de grond.
‘Verliezen in De Arena is geen schande. Daar gaan heel weinig teams winnen dit seizoen. En hetzelfde geldt een beetje voor AZ, al had ik wel verwacht dat we iets beter mee zouden kunnen spelen. Dat we nu twee keer op rij hebben verloren, is geen schande, maar we moeten de draad wel weer oppakken. Om te beginnen zaterdag tegen Roda JC. Met deze selectie moeten we minimaal in het linkerrijtje eindigen, en Europees voetbal vind ik ook wel realistisch. Na de thuisduels met VW en FC Utrecht hoorde je mensen zelfs praten over een plekje bij de eerste vier, maar daar geloofde ik toen al niet in. Vitesse groeit, maar het moet wel geleidelijk gaan.’
Al vanaf jonge leeftijd draait jouw leven volledig om voetbal. Wat voor effect heeft dat gehad op het gezinsleven bij jullie thuis?
‘Mijn vader bracht me altijd overal heen, toen ik vanuit W Schoonhoven, de plaatselijke amateurclub, in het KNVB-team ging spelen. En op mijn dertiende ging ik naar Ajax. Mijn ouders probeerden het allemaal nog wat te remmen, vonden het belangrijk dat ik het op school goed zou doen, en toen ADO Den Haag, Sparta en Fey-enoord interesse hadden, lukte dat ook aardig. Maar toen ik in de brugklas zat en Ajax zich meldde, was ik niet meer te houden. Voor mijn ouders was het best een ingrijpende verandering in hun leven, ook omdat ze allebei een baan hadden. Mijn vader als laborant in een kaasfabriek, mijn moeder in de thuiszorg. Aan de andere kant wilden ze me niet tegenhouden. Sinds mijn dertiende draait mijn leven dus echt om voetbal. We woonden in Schoonhoven, een dorp, maar het grootste gedeelte van de dagen heb ik altijd doorgebracht op De Toekomst.’
Hoewel je nu bij Vitesse speelt, wil je in Amsterdam gaan wonen.
‘Ja, ik heb iets met die stad. Mijn vriendin studeert er, dat is ook een belangrijke reden, maar het grootse van Amsterdam doet iets met me. Mensen uit verschillende culturen, leuke winkels. Sinds een jaar of drie interesseer ik me erg in mode en kleding, en hoewel ik heb gehoord dat Arnhem zich wil profileren als modestad, ga ik voorlopig toch nog voor Amsterdam. De leuke winkels weet ik daar blind te vinden.’
Hoe zou je jouw stijl omschrijven?
‘Dat is verschillend. Net als je karakter ontwikkelt je kledingvoorkeur zich. Nu kleed ik me heel anders dan tien jaar geleden. Een merk dat me momenteel heel erg aanspreekt is Balmain, uit het duurdere segment, maar dat combineer ik met wat goedkopere kleding van Zara of Hennes & Mauritz. Het gaat om de combinatie, niet om de prijs.’
Word jij de nieuwe Dominique van Dijk van de voetballerij?
‘Haha, wie weet. Het interesseert me heel erg. Ik vind het heerlijk om een dagje met mijn vriendin naar Antwerpen te gaan, en daar kleren te kopen. Vorig seizoen had ik met Levchenko en Lasnik wat dat betreft twee teamgenoten die dezelfde interesse hadden. We zijn wel een paar keer met z’n drieën gaan shoppen in Amsterdam.’
Ben je ijdel?
‘Ja, dat denk ik wel. Ik zie er graag leuk uit. Ach, sommigen zitten uren achter de PlayStation, maar die tijd ben ik voorbij.
Moet ook bijna welr met een vriendin die als model werkt.
‘Het is bij ons thuis zeker een issue. Mijn vriendin studeert Media, Informatie en Communicatie in Amsterdam, en doet daarnaast opdrachten voor grote bedrijven. Zo heeft ze voor Nike een aantal dingen gedaan. Gelukkig houdt ze van voetbal, dus als ze even tijd heeft, komt ze bij wedstrijden van Vitesse kijken. Het is heel leuk om allebei een eigen carrière én een leven samen te hebben. Zo heb je elkaar ’s avonds bij het eten altijd wel wat te vertellen.’
Stel, jullie kunnen allebei naar het buitenland, welke carrière gaat dan voor?
‘Dat zien we dan wel weer. Op dit moment gaat het prima samen, en voorlopig is dat ook nog geen issue. Mijn vriendin is druk, en ik ook. Laat ik me nu eerst maar eens bij Vitesse bewijzen. Het wordt tijd om nu eindelijk een heel seizoen te pieken.’