Weg met dat gechagrijn, Vitesse leeft weer
En van technisch directeur Ted van Leeuwen kreeg ik een tijd geleden een hand, zó slap, alsof ik in een bedorven kotelet kneep. Zoiets werkt niet mee als je er dan tóch een keer gaat kijken. Een blik op de tribunes bij thuiswedstrijden van Vitesse bevestigde steeds mijn vooroordelen. Arnhem liep nu niet bepaald warm voor de ambities van Merab Jordania.
Maar afgelopen zondag veranderde er plotseling iets, wat mij betreft. Vitesse had de meeslepende derby in odw van nek gewonnen en de onvermoeibare newsgetters van Eredivisie Live waren de kleedkamer van de bezoekers ingetrokken. Een goede keus van het tv-station. Wat we te zien kregen was geen vreemdelingenlegioen aan wie het belang van een regionale derby voorbij was gegaan. We zagen dolle vreugde. Gezang. Taferelen als bij een kampioenschap. Oprechte blijdschap over de heerlijke vernedering van nek.
Eén zo’n shot doet veel meer dan welke dure marketingcampagne ook. Deze spelers logen niet, wat je zag was echt. Ik rook het natte gras onder hun noppen. Weg dus met dat gechagrijn over Vitesse. John van den Brom, Nicky Hofs en Piet Velthuizen weten precies waar het verborgen hart van Vitesse zat. Ze hebben de kasplant, in leven gehouden aan een infuus met louter vreemd kapitaal, tot leven gewekt en dat is leuk om naar te kijken.
Oké, de zondag staat onmiskenbaar in het teken van Ajax – Feyenoord, de enige Klassieker van de eredivisie. Maar om half vijf begint Vitesse – PSV, plotseling een stuk leuker om naar te kijken.