31 december 2011 In de media

Het succes van Vitesse is vooral het succes van coach John van den Brom

Voor Vitesse was 2011 een jaar van uitersten. De club belandde bijna in de nacom­petitie, maar door de komst van John van den Brom is Vitesse nu een subtopper.
Vitesse heeft in 2011 een complete gedaantewisse­ling ondergaan. Van het lachertje van Nederland tot een serieuze subtopper, die op twee fronten uitzicht heeft op Eu­ropees voetbal. Op 26 februari verloor Vitesse de uitwedstrijd tegen Heracles Alme­lo met 6-1. Een wanvertoning, die het dramatische seizoen van de Arnhemse ploeg typeerde. Symp­tomatisch was ook de reactie van Vitesse-trainer Albert Ferrer. Hij repte van een incident en wees op de goede ontwikkeling die zijn ploeg in zijn ogen had gemaakt in de voorafgaande maanden. In wer­kelijkheid was van een ontwikke­ling niet of nauwelijks sprake.

Het was de tijd waarin Ferrer en Vitesse’s technisch directeur Ted van Leeuwen in de ban waren van de filosofie van FC Barcelona. De Catalaanse grootmacht was het voorbeeld voor de provincieclub, maar elke nieuwe wanprestatie van Vitesse maakte de vergelijking weer een stukje bespottelijker.

En spot viel Vitesse in de tweede helft van het vorige seizoen in gro­te mate ten deel. Vitesse was de club van Merab Jordania, de eerste buitenlandse investeerder in de Ne­derlandse competitie. Een ambiti­eus man bovendien, die bij zijn en­tree in augustus 2010 had verkon­dig in 2013 met de kampioens­schaal te willen zwaaien. Mooie as­piraties, maar in het eerste seizoen van Jordania duikelde Vitesse bijna uit de eredivisie. In de selec­tie was de eenheid ver te zoeken, van chemie tussen coach en spe­lers was geen sprake en de sfeer bij de hoofdmacht was ronduit cy­nisch.

Op de slotdag verloor de ploeg in het eigen GelreDome met 4-1 van Excelsior. Een tegendoelpunt meer en Vitesse had in de nacompetitie moeten strijden tegen degradatie.

Wel gespierde taal, maar geen pres­taties. Het was dus niet verbazing­wekkend dat Vitesse in praatpro­gramma’s op televisie en in veel media belachelijk werd gemaakt.

Jordania moest in de zomer wel in­grijpen en dat deed hij ook. Het was opvallend, en typerend voor de loyaliteit van de Georgiër, dat de clubbaas pas na lang aarzelen Ferrer ontsloeg. Jordania voelde zich persoonlijk verantwoordelijk voor de mislukte start van de trai­nersloopbaan van Ferrer en had daarom lange tijd overwogen de coach een tweede kans te geven.

Met Ferrer kon een compleet elftal vertrekken uit Arnhem. Ismaïl Ais­sati, Haruna Babangida, Luca Caldi­rola, Gino Felixdaal, Sinan Kalog­lu, Jordi López, Nemanja Matic, Slobodan Rajkovic, Wiljan Pluim, Marti Riverola, Dalibor Stevanovic en Matej Delac voegden zich bij de tussentijds al vertrokken Nacer Ba­razite, Lasse Nilsson en Laryea Kingston.

Na het mislukte avontuur met Fer­rer ging Jordania op zoek naar een Nederlandse trainer. Van Leeuwen probeerde zijn protégé Stanley Menzo door te schuiven, maar Jor­dania ging zijn eigen weg. Hij con­tracteerde John van den Brom, die na een weken durende soap werd losgeweekt bij ADO Den Haag.

Van Leeuwen was gepasseerd bij de aanstelling van de nieuwe trai­ner en tijdens de presentatie van Van den Brom in GelreDome hield de technisch directeur zich el­ders op in het stadion.

De invloed van de nieuwe hoofd­trainer werd al snel duidelijk. Bij de eerste training onder Van den Brom waren 3.000 toeschouwers op Papendal, wat zelfs tot files op de aanrijdroutes had geleid. De te­rugkeer van de clubman leidde tot optimisme en hoop bij de achter­ban. Van den Brom slaagde er ook meteen in de negatieve sfeer in en rondom het elftal te veranderen.

Hij ging terug naar de basis: nor­maal doen. Geen Engels meer als voertaal, geen uitspraken meer over de filosofie van FC Barcelona. Samenwerken en plezier hebben in wat je doet, dat werden de nieu­we credo’s.

Sinds de eerste werkdag van Van den Brom had Jordania van zijn landgenoten Guram Kashia en Giorgi Chanturia louter lovende kritieken gehoord over de nieuwe coach, die veel zeggenschap kreeg van de clubbaas. Op aandringen van Van den Brom kwamen doel­man Piet Velthuizen, Nicky Hofs, Jan-Arie van der Heijden en Stan­ley Aborah naar Vitesse.

Naast de terugkeer van een aantal huurlingen haalde de club ook Marko Meerits, Tomas Kalas, Raio Piiroja, Valeri Qazaishvili, Antho­ny Annan, Ulises Dávila, Renato Ibarra en de Braziliaanse tweeling Alex en Anderson.

Het is maar de vraag of de huidige selectie qua individuele kwalitei­ten beter is dan die van vorig sei­zoen. Zeker is dat Van den Brom erin is geslaagd een hecht team te smeden. Zelden was de onderlinge harmonie zo sterk als in de eerste helft van dit seizoen. Zelden was de sfeer zo open en positief. Dat is allemaal de verdienste van Van den Brom, die bij zijn aanstelling verkondigde dat hij een teamspe­ler is. Die woorden heeft hij waar­gemaakt. Het is opvallend dat alle betrokkenen rond het eerste elftal verklaren dat ze zich weer gewaar­deerd voelen. Daar voegt de coach bovendien logische opstellingen, wissels en strategieën aan toe.

Vitesse staat tijdens het kerstreces keurig op de zesde plaats in de competitie en in januari speelt de ploeg tegen Heerenveen om een plek in de halve finales van de be­ker. In de Nederlandse voetbalwe­reld wordt Vitesse weer serieus ge­nomen. Als gevolg daarvan heeft bij velen de scepsis jegens Jordania plaatsgemaakt voor de gedachte dat de Georgiër Vitesse daadwerke­lijk omhoog zal stuwen.

De financiële injecties van Jorda­nia vormen het fundament van het fraaie toekomstperspectief van de club. Dankzij de eigenaar en voorzitter is de club weer springle­vend. Maar Jordania weet precies wie hij moet bedanken voor de metamorfose die zijn club dit jaar heeft ondergaan. Het huidige spor­tieve succes van Vitesse is het suc­ces van John van den Brom. Jorda­nia noemde Van den Brom on­langs in een gesprek met de Gel­derlander ‘de beste transfer’ sinds zijn komst naar Vitesse. Dat was ongetwijfeld zijn meest rake uit­spraak van 2011.

Gelderlander

Hoofdsponsor: