Van der Struijk geeft nooit op
Van der Struijk stond sinds augustus door een stressfractuur aan het middenvoetsbeentje van zijn rechtervoet buitenspel. Nu is hij terug.
„Het gaat goed, ik krijg bij volledige belasting geen reacties”, stelt de Brabander, die dit seizoen slechts twee competitieduels afwerkte.
Als het aan hem ligt, dan staat de teller volgende week zaterdag op drie, want Van der Struijk is klaar voor de herstart, uit tegen AZ. „Ik zit nu op tachtig, negentig procent. Deze week en volgende week komen daar nog bij, dat moet voldoende zijn.”
Zijn revalidatie duurde maanden, maar verliep wel voorspoedig.
„ Een stressbreuk, daar kun je weinig aan doen. Ik genees meestal vrij snel en ook nu is het goed gegaan”, zegt Van der Struijk na de training op woensdagmiddag in Orihuela Costa. „ Een blessure komt altijd ongelegen. Ik heb er nooit over nagedacht wat de gevolgen van mijn blessure zijn voor mijn kansen op speeltijd. Ook nu denk ik daar niet over na. Het gaat goed met Vitesse. Elke speler die er naast staat, moet vechten om in de ploeg te komen.”
Hij zegt het met een droge nuchterheid. Van der Struijk heeft in vijf seizoenen bij Vitesse voldoende meegemaakt om zich niet meer gek te laten maken. De gewezen jeugdinternational kwam medio 2008 als grote aankoop naar Arnhem, kende daar een moeilijk begin, keerde een half jaartje op huurbasis terug naar Willem II en maakte daarna een geslaagde herstart bij Vitesse. „Misschien had 99 procent van de mensen me al afgeschreven toen ik van Vitesse terugging naarWillem II”, blikt Van der Struijk terug. „Misschien waren ze blij dat ik weg was. Met een frisse kop ben ik teruggekomen. Ik had zoiets van ‘we zien wel wat het wordt’. Sindsdien is het alleen maar bergop gegaan.”
Het waren seizoenen, waarin de voetballer veel heeft geleerd. En waarin hij bovenal ook is gerijpt.
Daarvan kan hij nu profiteren, nu hij weer gaat proberen zijn plek te vinden in het elftal. „Je kunt me wel afschrijven, maar dat moet je nooit doen”, zegt Van der Struijk.
„ Ik zal nooit opgeven. Dat heb ik van huis uit meegekregen.”