‘Je kentekenplaten zijn anders wél geel-zwart’
Twee trainers
Anton Janssen (50, NEC): 'Als voetballer ben ik bij NEC begonnen en gestopt, in de tussentijd is die derby met Vitesse steeds meer gaan leven. In het begin van de jaren tachtig proefde je in Nijmegen ook al wel de wil om te winnen van de buren, maar het gevoel van toen is onvergelijkbaar met nu. In het toenemen van de rivaliteit speelde Karel Aalbers een grote rol. Als voorzitter van Vitesse riep hij wat onaardige dingen over NEC. In Arnhem bouwden ze een nieuw stadion en groeiden de ambities. Het werd in Nijmegen allemaal hoog opgenomen, er kwam steeds meer spanning op de onderlinge wedstrijden te staan.
In 1999 stonden we in De Goffert tegenover elkaar. Een geweldige pot voor ons, die me heel goed is bijgebleven. We wonnen met 3-1, met twee goals van Jack de Gier en een van Bart Latuheru. Het was voor het eerst sinds lange tijd dat we Vitesse versloegen en de ontlading was enorm. Een van de sponsors, Ricardo Barillo, liet pakjes kauwgum drukken in onze clubkleuren en met de uitslag erop. Ik kijk echt uit naar mijn eerste derby als trainer van NEC. Toen ik hier vorige maand een contract tekende, kwamen er meteen mensen naar me toe: "Zorg maar dat je van Vitesse wint, daar gaat het om." Een bevestiging van iets wat ik allang wist.'
Peter Bosz (49, Vitesse): 'Ik moet altijd een beetje lachen om het opgeklopte sentiment rondom dit soort derby's. Natuurlijk, het is leuk een paar speciale wedstrijden te hebben, maar er komt ook een heleboel onzin bij kijken. Van die teksten als: "Dit zijn de enige twee wedstrijden per seizoen die je móét winnen." Nep-uitspraken, vind ik dat. Ik zou er nu meteen voor tekenen de twee potjes tegen NEC te verliezen en alle andere te winnen. Want dan zijn we kampioen.
Ik ben daar heel nuchter in, dat is ook nooit anders geweest. Van mijn tijd als speler bij Vitesse, mijn eerste profclub, herinner ik me ook helemaal niet dat er bij ons toen iemand met NEC bezig was. Wij speelden in die vroege jaren tachtig nog in de Eerste Divisie, zij in de Eredivisie. Wel heb ik met de A-jeugd van Vitesse wedstrijden gespeeld tegen NEC. Het was een club uit de buurt, meer niet. Zondag in Nijmegen wil ik winnen. Zoals elke week. That's it.'
Twee geldschieters
Frans Hendriks (67), investeerder en Sponsor van de Eeuw van NEC: 'De thuiswedstrijd die we in 2000 met 4-1 wonnen, steekt voor mij met kop en schouders boven de rest uit. Man, dat was een geweldige dag! We waren oppermachtig, onze spitsen Gorgi Hristov en Jack de Gier speelden hun verdedigers helemaal gek. NEC had toen ook nog echt een team dat heel dicht bij het publiek stond. Met iemand als Jack dronk je gewoon een biertje. Als zo'n jongen dan uitblinkt in de derby, is dat extra mooi.
Onze huidige ploeg is anders, veel meer buitenlandse spelers ook. Maar gelukkig hebben we met Anton Janssen wel weer een clubjongen als trainer, iemand die oog heeft voor de supporters en met iedereen op de foto gaat. Hij weet wat die wedstrijden tegen Vitesse hier betekenen. Ik ben een echte Nijmegenaar: als wij die derby verliezen, heb ik echt de smoor in. Als het tegen andere ploegen misgaat, is dat voor mij veel minder erg. De sfeer ten opzichte van Vitesse is er een van enorme rivaliteit, geen haat en nijd. Die onderlinge duels geven een seizoen ook kleur, ik zou ze niet willen missen. Die beladenheid is er altijd geweest, geloof mij maar. Ook vroeger op Nieuw Monnikenhuize, het oude stadion van Vitesse. Het is zeker waar dat de verhoudingen later op scherp werden gezet door Karel Aalbers.
Tegenwoordig is de sfeer rondom de derby erg opgefokt, maar dat zie je terug in de hele maatschappij. Komt ook door al dat getwitter en gefacebook. Mensen dagen elkaar constant uit. Dat is niet nodig. Voor mij is het duidelijk dat NEC een veel stevigere, bredere voetbalcultuur heeft dan Vitesse. Niet dan? Voetbal leeft veel meer in de omgeving van Nijmegen, je hebt hier heel veel goede, grote amateurverenigingen. In het verleden kozen spelers eerder voor NEC dan voor Vitesse. Door de komst van Aalbers en later Merab Jordania is er in Arnhem veel veranderd.
Ook bij NEC is niet alles meer zoals vroeger, onze selectie heeft een hoger percentage buitenlanders dan die van Vitesse, maar wij hebben nog veel meer een eigen clubcultuur. NEC wordt door meer handen gedragen, er zijn meer mensen bij het beleid betrokken. Bij ons is er niet één sterke man die alles bepaalt. Ik heb verder niks tegen Jordania, ze moeten daar blij zijn dat die man is ingestapt. Maar zijn komst is wel ten koste gegaan van de identiteit van Vitesse. Ik ken mensen uit de businessclub daar, die hebben nu veel minder gevoel en betrokkenheid bij hun club. Wat is er nu nog herkenbaar aan Vitesse? Het shirt en Theo Janssen. Dat is het wel zo'n beetje.'
Jan Snellenburg (74), Gouden Vitessenaar, lid van het stichtingsbestuur en voormalig geldschieter: 'Karel Aalbers had ooit het plan voor een FC Gelderland in Arnhem, waarbij er voor NEC en De Graafschap misschien nog een rol als satellietclub zou overblijven. Ergens had hij in mijn ogen nog een punt ook. Het was goed geweest als de clubs jaren geleden al hadden ingezien dat ze samen sterker zijn en de handen ineen zouden hebben geslagen. Maar Karei had zijn ambitie niet op die manier kenbaar moeten maken, nog voordat er überhaupt gesprekken over waren gevoerd. Daardoor zijn de verhoudingen onnodig op scherp gezet.
Al is de rivaliteit tussen NEC en Vitesse heus niet alleen op die periode gebaseerd. Het speelt een grote rol dat Nijmegen wat meer heeft als stad, maar toch Arnhem boven zich moet dulden. De hoofdstad van Gelderland, de ambtenarenstad. In Nijmegen zit dat derbygevoel ook veel dieper. Daar druipt de haat van de tribunes af. Kijk hoe iemand als Theo Janssen daar wordt benaderd. In zijn eerste periode bij Vitesse was zijn gebit niet zo geweldig. Tijdens wedstrijden zongen die fans van NEC voortdurend: "Theo, laat je tanden zien!" Hij had er maling aan, vond het nog mooi ook. Ik kan daar eerlijk gezegd niet zo goed tegen. Mensen belachelijk maken en beledigen, waar is het goed voor?
Helaas is het alleen maar erger geworden. Ik snap het niet en vind het ook niet leuk meer. Het gaat zelfs zó ver dat ik heb overwogen niet meer naar de uit-wedstrijd tegen NEC te gaan, maar dat zou ik toch wat laf vinden van mezelf. Dus ben ik er zondag weer bij. En dan hoop ik dat we allemaal een beetje normaal met elkaar omgaan. In het verleden ben ik weieens kwaad naar huis gegaan vanwege de manier waarop wij als delegatie van Vitesse werden behandeld in De Goffert. Als wij, in de bestuurskamer van NEC, weer eens in ons gezicht waren uitgelachen na een nederlaag. Andersom heb ik in Arnhem nog nooit een collega uit Nijmegen met leedvermaak een hand gegeven.
Ook op het veld zit NEC er tijdens de derby's altijd heel fel op, zeker in eigen stadion. De teams van Vitesse schrikken daar over het algemeen toch van terug. Daarom verliezen we meestal in Nijmegen. Maar dat was anders in 1995, voor mij de meest memorabele van alle derby's. We wonnen met 0-1, dankzij een mooie schuiver van Willem Korsten. Een Nijmegenaar nota bene!'
Twee overstekers
Leen Looijen (66), werkte als trainer en technisch directeur jarenlang voor NEC, maar was tussendoor ook hoofdcoach van Vitesse: 'Twee wedstrijden komen meteen bovendrijven. Als eerste eentje uit mijn tijd als td van NEC. In 2000 verkochten wij Patrick Pothuizen aan Vitesse. We kregen Patrick Ax, Peter Wisgerhof en Pieter Collen ervoor terug. De beste deal die we ooit hebben gedaan. Vitesse kwam gauw daarna naar Nijmegen, waar Pothuizen helemaal kleurenblind werd gespeeld door Jack de Gier en Gorgi Hristov. Nooit meer vergeet ik die blik van Pothuizen. Hij was normaal gesproken zo stressbestendig, een echte winnaar ook. Die dag had hij zich helemaal gek laten maken.
Als trainer van NEC heb ik de meest merkwaardige van alle derby's meegemaakt. De KNVB had eens het lumineuze plan opgevat NEC en Vitesse tijdens het paasweekend van 1979 twee keer tegen elkaar te laten spelen. Op zaterdag wonnen wij in Nijmegen met 4-1. Een keihard duel, de twee teams gingen vechtend van het veld. Twee dagen later stonden diezelfde spelers tegenover elkaar in Arnhem. Dat werd natuurlijk een bende. We kwamen met 1-0 voor, doelpunt van Ronald Hendriks. Daarna gebeurde het: een speler van ons werd in het strafschopgebied van Vitesse keihard onderuitgeschoffeld. Scheidsrechter Gerard Jonker floot voor een pingel en liep naar de stip. Daarna verdween de arme man ineens onder een zwerm spelers van Vitesse. Henk Bosveld, Roel Zaaijer, Bennie Hofs en nog wat gasten duwden Jonker zowat onder de zoden. Even later kregen wij ineens geen strafschop meer, maar Vitesse een vrije trap! De enige keer in mijn loopbaan dat ik een scheidsrechter van mening zag veranderen. Ook toen hing er vaak een grimmige sfeer rond de wedstrijden tussen NEC en Vitesse. Maar het was niks vergeleken bij nu.
In 1982 werd ik trainer van Vitesse, terwijl ik toch echt een NEC-man was. Een jaar eerder zat ik nog in De Goffert in de dug-out. Niemand die er wat van zei. In Nijmegen en omstreken feliciteerden mensen me bij de benzinepomp en in de supermarkt. Zou ik vandaag de dag hetzelfde hebben gedaan, dan staken ze mijn huis in brand. Toen Karel Aalbers riep dat hij De Graafschap en NEC wilde annexeren en Manchester United achterna wilde, is het idee van Klein Duimpje tegen de reus ontstaan. Kwam er in de jaren negentig een derby aan, dan doken spelers als Patrick Pothuizen en Bart Latuheru een paar weken van tevoren altijd de box van Marcel Boekhoorn in. Dan vloeide het bier en voordat je het wist, had Boekhoorn weer extra premies beloofd als de jongens zouden winnen "van dat klote-Vitesse". Mooie tijd. Tegenwoordig zijn er aan beide kanten nauwelijks nog jongens die dat gevoel bij de derby hebben. Ik geloof dat NEC vijftien buitenlanders uit dertien landen heeft. Die hebben geen idee van al die regionale sentimenten, joh.'
Willem Korsten (38), debuteerde voor NEC in het profvoetbal, maar brak door bij Vitesse: 'Het klopt dat ik ooit de winnende goal heb gemaakt tegen NEC (12 maart 1995, 0-1, red.). Ik herinner me een dramatisch slechte wedstrijd van beide ploegen en een frommelgoal. Geen doelpunt om uitgebreid voor te juichen en dat deed ik dan ook niet. Verder is me niet zo veel bijgebleven van de derby's die ik heb gespeeld. Ik had niet het idee dat er in mijn tijd bij Vitesse veel spelers van wakker lagen als we tegen NEC moesten. Het was voor ons gewoon een wedstrijd als zovelen. Zo nuchter stond ik er zelf ook in, ook al was ik van NEC overgekomen. Ik was een jeugdspeler met een handvol invalbeurten in het eerste achter mijn naam toen ik naar Vitesse overstapte. Een puur sportieve keuze, in Arnhem zag ik meer kansen om me verder te ontwikkelen. Niemand deed er moeilijk over.
In eerste instantie bleef ik ook gewoon in Nijmegen wonen. Later was dat niet altijd even leuk meer. Vanaf het moment dat ik een vaste waarde bij Vitesse was, kwamen er steeds meer vervelende reacties. Zeker rondom de derby's. Dan werden er dingen naar me geroepen op straat en kreeg ik anonieme telefoontjes. Dat ze mijn vriendin in de gaten hielden tijdens het boodschappen doen en zo. Ik zag in dat andere mensen die rivaliteit heel wat serieuzer namen dan ik. Uiteindelijk zijn we richting Arnhem verhuisd, naar Bemmel. Na mijn spelerstijd keerde ik bij NEC terug als jeugdtrainer. Het blijft mijn club, zoals Nijmegen ook altijd mijn stad zal zijn.'
Twee fans
Rob Schevers (58), voorzitter van de supportersvereniging van NEC: 'Zodra het competitieschema bekend wordt, is het eerste waar we naar kijken: Wanneer spelen we tegen Vitesse? Om die wedstrijden draait het allemaal voor ons. Ze kunnen een heel seizoen maken of breken. Toen het daar een paar jaar geleden zo slecht ging, was ik toch een beetje bang dat die club zou omvallen. Wat moeten we zonder die derby's? Gelukkig stapte die Jordania er nog op tijd in. Wij zijn daar trouwens zeker niet jaloers op. Wij willen geen speeltje van Chelsea zijn en hebben er ook geen behoefte aan eigendom te worden van een zakenman zonder clubliefde. Nee, wij wachten bij NEC gewoon rustig totdat Marcel Boekhoorn een keer erin stapt. Hij is tenminste wél een echte clubman.
Als supportersvereniging proberen we te voorkomen dat de boel uit de hand loopt rond de derby. Andere jongens van NEC halen weleens geintjes uit, waar wij verder niks mee te maken hebben. Dan smijten ze rotte vissen of een varkenskop in de tuin van Nicky Hofs of schilderen ze zijn schutting de nacht voor de wedstrijd, in kleuren die hij waarschijnlijk niet zo goed kan verdragen. Andersom is onze keeper Dennis Gentenaar ook vaak genoeg de klos geweest. Die is ook een keer thuisgekomen dat zijn voordeur was dichtgebonden met kettingen. Dat hoeft voor mij allemaal niet, het moet wel leuk blijven.
Ikzelf ben rij-instructeur van beroep. Als ik met een leerling op de A15 rij en we de afslag Rotterdam/Arnhem/Tiel naderen, zeg ik altijd: Pak de afslag Rotter- dam/Tiel. Dat is humor. Boven op de auto staat de naam van de rijschool, op een bordje in de kleuren van NEC. Maar ik heb ook weleens examinatoren uit Arnhem in de auto, soms zegt zo'n slimmerik: "Je kentekenplaat is anders wél geel-zwart'! Daar kan ik verdorie niks tegen inbrengen. Ik heb bij de staat nog wel een verzoek ingediend oude, blauw-witte kenteken-platen te mogen gebruiken. Maar helaas… De mooiste editie? Oh ja, de thuiswedstrijd van twee jaar geleden. Voor de aftrap vierden we een grandioos feest bij De Goffert, want onze supportersvereniging bestond vijftig jaar. Verloren we die dag met 0-1? Oh. Dat was dan minder mooi.'
Stef ten Thij (48), voorzitter van de supportersvereniging van Vitesse: 'Diezelfde derby staat ook bij mij in het geheugen gegrift. We wonnen voor het eerst sinds jaren weer bij NEK, door een goal van Giorgi Chanturia. De sfeer in ons uitvak was fantastisch. Het laatste kwartier leek het wel prijsschieten op onze goal, ik was op van de spanning. Het heeft een week geduurd voordat mijn billen weer van elkaar kwamen. Wel heel jammer dat bij De Goffert die dag na afloop rellen uitbraken. Rivaliteit hoort thuis op het veld. Een ludiek liedje of spandoek moet kunnen, maar het moet niet doorslaan naar mensen kwetsen of andere rottigheid. De rotte appels moeten dan ook hard worden aangepakt. Ik merk wel dat de uitlatingen vanuit hün kant vaak feller en fanatieker zijn. Maar ook hier leeft de derby echt wel. Kaartjes voor de uitwedstrijd zijn altijd snel uitverkocht.
Bij de oudere Vitesse-fans is het gevoel dan weer anders. Volgens hen is er maar één echte derby: die tegen FC Wageningen. Maar die club bestaat niet meer. Dus doen we het met NEK. Als ik iemand spreek van die kant van de Waal, zeg ik altijd: Joh, wij zijn helemaal niet met jullie bezig, wij kijken niet naar beneden. Een beetje dollen. Dat moet ook, want ze hebben wel gauw praatjes. Dan noemen ze zichzelf de grootste club van Gelderland. In een stadion waar twaalfduizend man in kunnen? Kom nou toch. GelreDome zit misschien niet vol, maar er zitten gemiddeld wel achttienduizend mensen. Dan is toch wel duidelijk wat de grootste club is?'
Twee aanvoerders
Ryan Koolwijk (28, NEC): 'Twee seizoenen geleden won NEC voor het eerst in 33 jaar weer in Arnhem, Leroy George maakte de enige goal. De ontlading was ongelooflijk. Toen ik bij NEC tekende, begonnen mensen meteen over de rivaliteit met Vitesse. "Het is net Feyenoord-Ajax" kreeg ik te horen. Dat zal wel, dacht ik. Totdat ik er middenin stond. Ik had nooit verwacht dat het zo heftig zou zijn. Dat merkte ik al tijdens mijn laatste wedstrijd voor Excelsior, uit tegen Vitesse. Ze wisten in Arnhem waar ik het seizoen erop zou gaan voetballen en ik kreeg van alles naar mijn hoofd geslingerd. Het eerste wat ik hoorde toen ik de kleedkamer van NEC binnenstapte, was dat ik nooit de fout moest maken iets geels te dragen. De jongens uit de buurt, Bram Nuytinck met name, vertelde me dat.
Nu hebben we een team vol buitenlandse jongens en ben ik degene die dat soort lessen doorgeeft. Die gasten weten niet wat ze zondag gaan meemaken. Ik bereid ze voor, vertel ze over de spanning tegen vitesse, dan kun je meteen niet meer stuk bij de supporters. Gelukkig kan ik er zondag zelf weer bij zijn, nadat ik er lang uit ben geweest met een blessure. Tegen Vitesse terugkeren in de basis en dan winnen. Dat is een droomscenario.'
Guram Kashia (26, Vitesse): 'Dit kan de mooiste en belangrijkste week van mijn leven worden. En niet alleen vanwege de derby. Ik hoop een dezer dagen voor het eerst vader te worden, van een dochtertje. Mijn vrouw zit in Georgië en zodra ze me nodig heeft, pak ik het vliegtuig. Maar hopelijk kan ik erbij zijn. Voor zeker honderdduizend mensen in deze stad zijn dat de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar. Ik word vaak aangesproken door fans en dan beginnen ze nooit over Ajax, PSV of Feyenoord. Het gaat altijd over NEC. Ik snap dat, ik voel dat.
Nooit vergeet ik de blijdschap, nadat we in Nijmegen hadden gewonnen door de goal van Gio (Giorgi Chanturia). We hebben tot diep in de nacht feestgevierd met onze supporters. Ze bléven maar op drankjes trakteren. Bij mijn vorige club Dinamo Tblisi hadden we ook een grote rivaal, FC Torpedo Kutaisi. Die onderlinge duels zijn altijd goed voor vuurwerk. Zo is het ook tussen Vitesse en NEC. Je moet tijdens die wedstrijden maar één ding doen: jezelf helemaal leeg vechten. Een paar weken geleden ben ik dat de anderen in het team al gaan uitleggen. Dat ze fit moeten zijn, dat ze moeten oppassen wat ze op de sociale media gooien. En vooral dat NEC de ploeg is die verslagen móet worden.'