Van der Heijden: Vitesse is niet kil
Theo Bos ken ik nog van de Panini- voetbalstickers. Die spaarde ik vroeger”, vertelde Van der Heijden (25) na het met 3-1 gewonnen duel zaterdagavond. Voormalig Vitesse-speler en -trainer Bos overleed op 28 februari aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Hij werd 47 jaar. Di Tommaso stierf in 2005 aan een hartstilstand en werd slechts 26 jaar.
De twee oud-voetballers werden zaterdag in de vierde minuut herdacht. Vanaf de Theo Bos Tribune klonk ‘ We love you Theo we do’, gevolgd door een langgerekt Theeeooo.
Er was applaus en de FC Utrecht-supporters hielden een speciale Di Tommaso-sjaal boven hun hoofd. Van der Heijden: „De buitenwacht oordeelt soms hard over Vitesse. Dat het een kille club is geworden met een buitenlandse eigenaar. Maar met een actie zoals vanavond, laat je als club zien dat je weet waar het om gaat.”
Van der Heijden speelde tot het overlijden van Bos met rugnummer 4, het oude nummer van Mister Vitesse. „Ik kreeg een nieuw nummer en had daar geen moeite mee. Theo Bos is met dat nummer een icoon geworden bij Vitesse. Ik denk dat de supporters het fijn vinden dat er niet meer met dat nummer wordt gespeeld.”
Vorig seizoen, een dag na het overlijden van Bos, speelde Vitesse ook tegen FC Utrecht. Die wedstrijd vergeet Van der Heijden nooit meer. „De minuut stilte voor aanvang en het applaus in de vierde minuut, een kippenvelmoment. Nu, acht maanden later, was er in de vierde minuut weer een mooi applaus. Maar het was minder emotioneel. Wij waren met de wedstrijd bezig, kregen ook een kans. Dat zou mooi zijn geweest, een goal voor Theo. Het mocht niet zo zijn.”
Bondscoach Louis van Gaal heeft centrale verdediger Joël Veltman van Ajax opgeroepen voor de oefenduels van Oranje tegen Japan en Colombia. Van der Heijden laat zich niet verleiden tot een reactie. „Of ik aan Oranje denk? Dat is niet belangrijk. Het is aan anderen daar iets over te zeggen.
Ik mag niet klagen. Ik maak deel uit van een goed team en leer elke dag bij. Ik speel met overtuiging, zit lekker in mijn vel. Ik denk dat je dat terug ziet op het veld.”