27 december 2017 In de media

Cricket en het eerste Vitesse, dat ook voetbal introduceert deel 3

Tijdens deze laatste dagen van 2017, waarin er traditioneel wat minder vaak Vitesse nieuws is te melden, hebben we een drieluik over de geschiedenis van onze club. Deze is geschreven door onze vrijwilliger, en auteur van het boek ‘Elke dag Vitesse’, Ferry Reurink.
De broers De Geer en Hesselink
Er zijn overigens meer namen uit stukken van het in 1892 opgerichte Vitesse die eerder opduiken in wedstrijdverslagen van de eerste vereniging met die naam. Jonkheer Lodewijk de Geer speelt in het oude Vitesse en is later – per 18 mei 1892 – kunstlievend lid en nog geen maand erna werkend lid van de nieuwe club (en korte tijd later eerste captain van het cricketelftal). Lodewijk is de jongere broer van de latere minister-president Dirk Jan de Geer (1870-1960), die zelf ook bij Vitesse cricket heeft gespeeld.  Dirk is overigens alleen actief geweest bij het oude Vitesse, dit in tegenstelling tot wat in recente publicaties staat. Hij komt namelijk niet voor in de (nauwgezette) notulen van het nieuwe Vitesse, daarnaast gaat hij per september 1889 rechten studeren in Utrecht aan de rijksuniversiteit en verlaat dan zijn ouderlijk huis in Velp om in de Domstad te gaan wonen. Dat hij een groot liefhebber was van cricket blijkt overigens uit een (later geschreven) dagboekfragment onder het jaar 1887: “Veel gecriquet (eerst in Velocitas, later in Vitesse en Karel v. Gelder)”.

Herman Hesselink (1876-1954) is net als Lodewijk de Geer actief bij zowel het eerste als tweede Vitesse. Bij laatstgenoemde club maakt hij vanaf 1895 vier opeenvolgende voetbalkampioenschappen mee en tevens de allereerste finale om de landstitel tegen het Amsterdamse RAP (4-2 verlies) op 24 april 1898. Herman is de oudere broer van de bekende Arnhemse voetballer en atleet Willem Hesselink (1878-1973). Willem is tientallen jaren speler van Vitesse vanaf 1892 tot 1918 (met onderbrekingen vanwege werk en studie, toen hij als voetballer actief was bij landskampioen HVV in Den Haag en in Duitsland bij Bayern München). Willem Hesselink is tevens de eerste speler van Vitesse die deel uitmaakte van het Nederlands elftal, in 1905. Hij schrijft in het gedenkboek van Vitesse van 1952: “Ons Vitesse had een voorganger in het oude Vitesse, een stevige club […] Naast de Arnhemmers waren er ook veel Velpenaren lid […] De leden waren voor het merendeel wat ouder dan de oprichters van ons latere Vitesse. Ik zelf ben als 12-jarige jongen in 1890 lid geworden van dat oude Vitesse en ik was toen verreweg de jongste; zelfs mijn oudere broer [eerdergenoemde Herman, FR] was nog jonger dan de andere leden. Aanvankelijk was alleen cricket gespeeld, maar toen ik lid werd ook reeds voetbal.”

Willem Hesselink vervolgt: “Ik herinner mij nog steeds enkele op zichzelf geheel onbelangrijke momenten uit die tijd, b.v. dat ik bij een onderling partijtje voetbal “gevloerd” werd door een der jongens Brandt uit Velp; dat ik bij een wedstrijd het horloge van W. Frowein, de latere directeur van de Staatsmijnen, mocht bewaren, die in zijn gewone kleren speelde, zonder jas, zoals destijds veelal gebruikelijk was; dat bij diezelfde wedstrijd Frits Piekema (de latere dokter in Velp) zich vlak voor het doel der tegenpartij opstelde en talrijke doelpunten maakte, omdat ze toen blijkbaar nog geen buitenspelregel kenden; hoe ik eenmaal op mijn fiets met grote spoed naar Velp ben gekard om Jhr L. de Geer […] op te roepen voor een wedstrijd.”  

Het eerste Vitesse in de bond
Tijdens de halfjaarlijkse vergadering van de Cricket- en Voetbalclub Vitesse op 4 oktober 1890 is bij acclamatie besloten toe te treden tot de Nederlandsche Voetbal- en Athletiek Bond. De vereniging wordt ingedeeld in de competitie van tweede klasse-clubs. De bond stelt een schema van wedstrijden op waarin Vitesse moet spelen tegen de winnaar van de wedstrijd tussen Robur et Velocitas (Apeldoorn) en Go-Ahead (Wageningen). Het duel van Vitesse moet volgens de richtlijnen vóór 29 december 1890 worden gespeeld, maar helaas is niet bekend of het treffen ooit heeft plaatsgevonden. Dit geldt ook voor eventuele andere officiële duels van de Arnhemmers als voetbalclub.

Bij de Nederlandsche Cricket Bond wordt Vitesse eveneens als tweede klasse-club erkend, al is een bondslidmaatschap hiervoor geen voorwaarde. Voor zover bekend is de vereniging nooit lid geweest van de nationale cricketbond. In september 1890 maakt de club bekend de afdeling juniores, die eerder uit elf leden bestond, op te heffen. Vanaf dat moment heeft de vereniging twee cricketelftallen, gerangschikt “naar leeftijd en bekwaamheid”.  
Cricketwedstrijden worden in die tijd vooral gespeeld tegen het eerdergenoemde Go-Ahead en Quick uit Nijmegen. Ook neemt Vitesse het op tegen een gecombineerd Haags-Haarlems cricketelftal tijdens de jaarlijkse ‘Gelderse tour’ van deze gelegenheidsformatie.

Op 9 augustus 1890 speelt bijvoorbeeld Pim Mulier in dit team tegen Vitesse. Wegens een abces aan zijn hand mist hij een dag later de wedstrijd van het gecombineerde team tegen ‘All Gelderland’, waar de Vitessenaren Frits en Regnerus Piekema en Siegfried Leopold deel van uitmaken. Een jaar later wordt Arnhem overigens niet meer aangedaan, want de veldomstandigheden op het Sport- en Tentoonstellingsterrein zijn in 1890 onvoldoende gebleken: “Toen de spelers na een korten rit over den schoonen Velperweg het sportterrein binnentraden, bemerkten zij tot hunnen schrik dat het veld er gezellig uitzag, maar dat de pitch de meest pessimistische verwachtingen overtrof. Verbeeld u een stuk grond dat niet bijzonder groot is, hoewel schilderachtig gelegen, dat met vrij lang gras bedekt is en waar door jarenlang spelen op dezelfde plaats twee kale zandige plekken zijn gekomen, zoo groot dat ze samen bijna de 20 M. van de cricket pitch maten. Enfin, er was niets aan te doen en de stumps moesten te midden van deze woestijnen in de oase worden opgezet. Pro forma werden er ook krijtstrepen getrokken maar spoedig waren deze, zooals te begrijpen was, uitgewischt.” 

Vitesse verdwijnt, maar keert snel terug
Het sportterrein, of beter gezegd een gebrek daaraan, zou Vitesse uiteindelijk noodlottig worden. Halverwege 1891 opent op het Sport- en Tentoonstellingsterrein een vaste wielerbaan en komt de vereniging zonder speel- en oefenterrein te zitten. Het Vitesse-bestuur slaagt er niet in om een alternatief te vinden, waarna wordt besloten in oktober 1891 een eind te maken aan de activiteiten van de club.

Toch verdwijnt de naam Vitesse dus niet voor lang uit de Arnhemse sportwereld: op het moment dat het nieuwe cricketseizoen weer is aangebroken, gaat het kriebelen bij een aantal jongens. Een van hen, de twintigjarige Karel d’Arnaud Gerkens – de oudste van het stel, en eerder (bestuurs)lid van het oude Vitesse –, heeft via zijn oom Abraham Knoops een terrein geregeld: zomers mag een weide bij IJsclub Arnhem aan de Molenbeekstraat worden gebruikt om te cricketen. Op 14 mei 1892 besluiten de scholieren hun cricketclub op te richten, die een paar dagen later opnieuw de naam Vitesse krijgt. De speelmaterialen worden weer tevoorschijn gehaald en ook komt een oud reglement van pas, die “na weinige veranderingen” wordt overgenomen.  Vitesse is ‘terug’ en zou het deze keer héél wat langer volhouden.

Arnhems Historisch Tijdschrift – Ferry Reurink

Hoofdsponsor: