‘Dit is een bewijs dat we echt iets neerzetten’
Voetbalstad Arnhem is ontwaakt. Waar bij de overname door Merab Jordania de dag van 16 augustus als ‘nieuwe feestdag voor Vitesse- fans’ werd bestempeld, bleek 20 mei de dag van de wederopstanding. Tien jaar nadat de Arnhemse club zich voor het laatst kwalificeerde voor Europees voetbal, knalden de kurken en spoot de confetti. Geelzwart, uiteraard.
De dag waar heel voetbalminnend Arnhem al tijden naar uit had gekeken, werd zo daadwerkelijk wat ze er bij Vitesse van hadden verwacht. Uren voor het begin van de finale tegen RKC Waalwijk kropen ze al uit hun schulp: supporters in veelal iets te strakke tricots. Om eerst de binnenstad van Arnhem te overspoelen en vanaf half vijf ’s middags stadion Gelredome eindelijk weer eens de allure te geven waarvoor het in 1998 is neergezet. De Arnhemmers gaan Europa in. De eerste doelstelling onder het bewind van Jordania is verwezenlijkt.
Om nu te zeggen dat Vitesse in ontspanning kon toeleven naar het moment waarop het al zo lang wachtte? Nou nee. In de week die uiteindelijk de epiloog zou vormen van een vrij constant en succesvol seizoen, regeerde – als vanouds – de onrust aan de Rijn. De overwinning op NEC kende een wel zeer rumoerige nasleep, met verbaal moddergooien over en weer. De puissant rijke Arnhemmers stuurden een rekening voor het vernielen van enkele stoeltjes. ‘En Piet Velthuizen heeft – het is ongelooflijk – zelfs onder politiebescherming gestaan! verbaast technisch directeur Ted van Leeuwen zich over de idiotie. ‘Daardoor is de overwinning volledig ondergesneeuwd geraakt.’ Aan de andere kant kan hij er ook wel om lachen. ‘Een beetje gedoe, wat reuring, is altijd goed. En geloof me of niet: als er chaos is, voel ik me altijd rustig.’
Eén ding had zelfs Van Leeuwen niet kunnen bevroeden. Dat uitgerekend John van den Brom, de architect van het succes doordat hij als eerste trainer in jaren het slot op de Arnhemse deur bewaakte en zo de bezorger van de rust bleek te zijn, nu zelf in het oog van de orkaan zou staan. Leve de ironie.
Het is één dag voor de belangrijke uitwedstrijd in Waalwijk, en vrijwel niemand lijkt geïnteresseerd in voorbeschouwingen op het duel waarin Vitesse zijn eerste been over de Europese drempel kan zetten. De enige urgente vraag: wat is er waar van de geruchten dat Anderlecht Van den Brom op het oog heeft als opvolger van Ariël Jacobs? De Belgische topclub wil op de Ne-derlandse toer, keek eens over de grens en zag een coach met een gouden toverstaf. Van den Brom. De man die vorig jaar aan de basis van een Haags sprookje stond en een seizoen later Vitesse weer tot leven wekt.
Een jaar geleden waren de Arnhemmers nog maar amper bijgekomen van wellicht de grootste schrik in het bestaan. Het scheelde immers slechts één doelpunt van Excelsior, of niet Klein Duimpje maar het overambitieuze Vitesse had de play-offs tegen degradatie moeten spelen. Met alle gevolgen van dien. En dat in het eerste seizoen sinds de intrede van de Georgische geldschieter Merab Jordania. Wellicht nog erger dan de magere prestaties was de verziekte sfeer. De selectie was een broeinest van irritaties. Van verschillende groepjes binnen één team, vooral dat. ‘Het was bijna geen teamsport meer! herinnert middenvelder Marco van Ginkel zich. ‘Iedereen deed maar wat voor zich. Dat is het grote verschil met dit seizoen. Nu staat er een hechte ploeg. Vedettes worden niet geaccepteerd, iedereen is gelijk en wil voor elkaar knokken. Daarin zie je absoluut de hand van deze trainer.’
Van den Brom is het inmiddels wel gewend, complimenten vanuit de spelersgroep. Vorig jaar trachtten spelers van ADO hem – tevergeefs – in Den Haag te houden. Nu hoort hij de lofzang vanuit de selectie eveneens met een glimlach aan. ‘De spelers zijn mijn beste referentiekader. Als zij tevreden zijn, ben ik het ook.’ Langzaam maar zeker zag hij Vitesse het afgelopen seizoen groeien. Europees voetbal was van begin af aan het doel, en gezien begroting (26 miljoen euro) én spelersgroep een realistische ambitie. Toch kende de route naar de finish de nodige hobbels. Vooral direct na de winterstop. ‘Toen misten we een aantal belangrijke schakels, door blessures en door de Afrika Cup. Maar het is een bouwproces geweest. Waarin ik steeds meer automatismen zag, het team als groep zag groeien en ook merkte dat jongens minder snel van de kook raakten. Er zijn amper irritaties geweest. Allemaal individuen zijn een eenheid geworden. Dat is mijn werkwijze, en dat is mijn kwaliteit. Iedereen weet wat er wordt verwacht. In Den Haag ging het op exact dezelfde wijze.’ Welk succes doet hem meer? ‘Beide prestaties zijn bijzonder. Maar dat we hier van een smeltkroes aan culturen een team hebben gemaakt, doet me erg goed.’
Om toch kritisch te blijven: had Vitesse Europese plaatsing niet al direct via de ranglijst moeten afdwingen? ‘Dat was het mooiste geweest, natuurlijk, een seizoen zoals Heerenveen heeft gehad, daar had ik voor getekend. Maar aangezien we al vrij snel doorhadden dat de play-offs het maximaal haalbare zouden zijn, zie ik dit als een hoofdprijs. Het hele seizoen hebben er zes ploegen boven ons gestaan. Dan moet je eerlijk zijn, die teams waren beter.’
Met het bereiken van de Europa League vervalt Van den Brom in superlatieven. ‘Een topseizoen. De ultieme prestatie, en dus het maximaal haalbare.’ Of daar van hogerhand ook zo over wordt gedacht, blijft de vraag. Eigenaar Jordania hult zich in stilzwijgen. Maar het is inmiddels geen geheim meer dat hij na de winterstop, toen Vitesse zijn stabiele koers verliet en de play-offs bijna in gevaar kwamen, baalde van de prestaties. Richting hem en andere critici plaatst Van den Brom het huidige succes ook tegen de achtergrond van het verleden. En benoemt hij het contrast. ‘Vorig seizoen is Vitesse als vijftiende geëindigd. Hoeveel clubs zouden dan klagen als ze een jaar erop Europa in gaan? Natuurlijk ken ik de ambities. Vitesse wil te allen tijde naar boven kijken, stilstand is achter-uitgang en daarin wil ik mee. Maar nu moeten we dit vieren als een hoofdprijs.’
Dat Van den Brom niet de enige is die wil dat hij doorgaat, wordt wel duidelijk in Waalwijk. Het mag dan Hemelvaartsdag zijn, de trainer van Vitesse lijkt vandaag de enige verlosser. Voor persvoorlichter Ester Bal bijvoorbeeld. ‘Als trainer en als mens valt fantastisch met hem te werken.’ Ze steekt haar duim op. ‘Het is zó’n vent.’ Ook teambegeleider Wim Jansen is enthousiast. ‘Zonder de trainer hadden we dit nooit gehaald. Er zijn meer goede coaches langsgekomen, maar niet met zoveel empathisch vermogen als John.’ Die stemmen zijn in elk geval genoteerd. De supporters in het geelzwart denken er hetzelfde over. In het Mandemakers Stadion, voor het eerst sinds mensenheugenis uitverkocht, bepalen de uit Arnhem meegereisde fans het volume. John is en blijft van ons, valt van een spandoek te lezen en ook verbaal klinkt de support. Johnny heeft een geelzwart hart. ‘Dat mag dan zo zijn) countert een goed geïnformeerde journalist op de perstribune. ‘Hij heeft straks wel een paarswitte portemonnee.’
Alle steunbetuigingen worden vanuit de spelersgroep nog eens extra kracht bijgezet. Op de avond dat Vitesse strijdt om een goede uitgangspositie, huppelen de Arnhemmers al met anderhalf been de Europa League in. Effectiviteit wint het van schoonheid. Vitesse wint met 1 -3, lijkt het Waalwijkse wonder te breken, en niet voor het eerst dit seizoen stapt doelman Piet Velthuizen vol tevredenheid van het veld. Gewillig loopt hij de verschillende microfoons en schrijfblokken af. Zijn glimlach verraadt dat hij met zijn hoofd al bij de loting is, maar voor de vorm zegt hij dat ‘juichen voor het laatste fluitsignaal verboden is! Om uiteindelijk het succes van de Arnhemse formatie te mogen verklaren. Het zal niet verbazen: ook de doelman wijst richting de trainer. ‘Hij is een doorslaggevende schakel. Accepteren, respecteren en stimuleren, dat zijn de drie toverwoorden van John van den Brom. En die punten blijken een garantie voor succes. Deze trainer neemt mensen zoals ze zijn. Natuurlijk stuurt hij, maar in de basis mag je altijd jezelf zijn. Dat voelt echt ontzettend prettig.’ In zijn advies aan de clubleiding is de doelman duidelijk. ‘Binnen onze selectie staat de trainer op een voetstuk. Boefjes en nette jongens heeft hij samengebracht. Nog zo’n persoon vind je niet snel, dus hopelijk zijn de geruchten op niets gebaseerd.’
Dat zijn ze wel. De interesse vanuit Brussel in de trainer van Vitesse staat immers niet op zichzelf. Van den Brom bleek een succesvolle, maar eigenzinnige trainer. Net als in Den Haag trekt hij ook in Arnhem volledig zijn eigen lijn. Met een aantal spelers in de basis op wie vanuit de loge van de eigenaar neerbuigend wordt neergekeken. Liever kijkt Jordania naar zijn kroonjuwelen, naar spelers als Patrick van Aanholt en Ulises Davila, beiden gehuurd van Chelsea, en naar de Georgiër Valeri Qazaishvili. Maar uitgerekend de spelers met de moeilijkste namen belandden het afgelopen seizoen op het tweede plan. Om nog maar te zwijgen van Jonathan Reis. Van den Brom is duidelijk. ‘Vedettes horen in mijn team niet thuis.’ Maar zelfbenoemde sterren, zoals bijvoorbeeld de Georgiër Gio Chanturia, zijn de belangrijkste oogappels van Jordania. De clubeigenaar vindt financieel gewin en goede verhoudingen met zijn relaties misschien nog wel belangrijker dan sportief succes aan de Rijn. Zijn netwerk van zaakwaarnemers die snelle winsten hopen te maken, mort. En zo kon het gebeuren dat Jordania, die het aantrekken van Van den Brom in het begin van het seizoen nog ‘de beste beslissing tot nog toe’ noemde, inmiddels een stuk minder enthousiast is.
Twee maanden geleden stond de positie van de coach zelfs ernstig ter discussie. Uitgerekend Jan Boskamp, enkele jaren geleden zelf nog in beeld als coach van Vitesse, rakelde de onrust vorige week op. ‘Het is algemeen bekend dat het niet goed zit tussen Van den Brom en Jordania! zei hij in de Belgische krant Het Nieuwsblad. ‘Waarom zou Jordania hem niet laten gaan? Als hij er geld voor krijgt…’ Gezien het feit dat Boskamp en Van den Brom elkaar nooit spreken en Jordania zijn vriend des te meer, kan de conclusie worden getrokken dat de eigenaar van Vitesse zijn protégé heeft verteld over de verstoorde verhoudingen. Onvrede bestaat er overigens niet alleen van de kant van de Georgiër. Ook Van den Brom had zich aan het begin van het seizoen wel iets anders voorgesteld bij het werk bij zijn ‘droomclub! Dat Jordania weken achtereen niet in Nederland is, ziet de trainer als lastig. Dat hij weinig vertrouwen voelt, steekt hem des te meer. De interesse vanuit Brussel komt voor Van den Brom dan ook als geroepen. De succescoach heeft een luxeprobleem. Via het Europese ticket kan hij zijn positie in de machtsstrijd bij de Arnhemse club versterken. En mocht lordania de vertrouwensvraag echt niet willen beantwoorden, dan heeft de coach een escape naar ‘de enige topclub van België! zoals hij Anderlecht nu al liefkozend noemt.
In zijn woorden valt de twijfel te lezen. Eerst ontkent hij dat er strubbelingen zijn met de clubeigenaar. En dat hij moe wordt van alle verhalen in de media. Om daar vervolgens aan toe te voegen: ‘Aan mij ligt het niet of ik hier volgend jaar nog werk.’ En waarom laat hij zich strelen door Brussels paarswit als een baan bij het geelzwart aan de Rijn altijd als de heilige graal werd gezien?
Ook vanuit de dagelijkse leiding is het vertrouwen niet onomwonden. Vitesse speelt het schimmige spel dat hoort bij een club in vreemde, buitenlandse handen. Neem nu Van Leeuwen, de technisch directeur, die weet hoe de hazen lopen in het voetbal. Hij verwijt Anderlecht ‘een zeer onbetamelijk spel! En zegt dat Vitesse het principe hanteert: ‘Wij laten niemand gaan, tenzij.’ Maar zoals het doorlopende contract van de trainer bij ADO Den Haag weinig waard bleek, kan het in Arnhem zomaar op dezelfde wijze gaan. ‘Hoewel het doodzonde is, zou ik het van John nog snappen ook. Als hij naar Ajax gaat, zou iedereen het normaal vinden. Maar Anderlecht is Ajax. Het Ajax van België.’
Even zet de td de voor- en nadelen tegenover elkaar. ‘Spelers hebben hun commitment gegeven, blijven vanwege John. Er zit nog veel rek in de selectie. En hij moet zich afvragen of hij wel het stempel van clubhopper wil krijgen, wat natuurlijk op de loer ligt als hij vertrekt.’ En dan is er de lach. ‘Mocht hij gaan, dan is het voor Vitesse ook weer positief nieuws. Jaren hebben wij onze trainers moeten ontslaan, een keer een coach verkopen is goede reclame. Sinds Ronald Koeman is dat niet meer gebeurd.’
En zo viert, in een week van mitsen en maren, uiteindelijk het optimisme hoogtij. De blijdschap overheerst, want voor de meeste betrokkenen is het Europese ticket van Vitesse de bevestiging dat de Arnhemmers zich op de goede weg bevinden. Van Leeuwen: ‘Een kroon en een lok-middel, zo zou ik het willen noemen. Zie het als bij een hotel, met het verschil tussen drie en vier sterren. Door deze prestaties hebben onze kamers nu een flatscreen-tv…’ Waar de technisch directeur op doelt: de populariteit van Vitesse onder spelers zal door het Europese perspectief alleen maar groeien. ‘Onze groei wordt tastbaarder, meer voelbaar. Vorig jaar hadden we drie, vier goede spelers. Nu een goed elftal.
Richting volgend seizoen moeten we aan de Feinabstimmung werken, want de details maken het verschil. Er is wat afgelachen over Vitesse. Maar dit is een bewijs dat we echt iets neerzetten. Hoeveel spelers kiezen er niet voor Europees voetbal? Die konden we vorig seizoen, toen we net degradatie hadden ontlopen, echt niet overtuigen. Nu wel. Hoop ik. Dat in combinatie met het nieuwe trai-ningscentrum, geeft aan dat de ingeslagen route de juiste is.’
Eén conclusie mag in elk geval worden getrokken. Vitesse leeft weer. Zeker als Wilfried Bony – de man die inmiddels bijna onhoudbaar lijkt voor de Arnhemmers – al na drie minuten scoort, barst de Gelredome uit zijn voegen. Voor de zekerheid is het dak opengezet, anders was het er vanmiddag vanaf gegaan. Was er tegen NEC nog de kritiek over een matig gevuld stadion, vandaag toont aan dat Arnhem, voetbal en sfeer wel degelijk samen kunnen gaan.
‘Dat ik dit toch ooit nog mag meemaken! mijmert teambegeleider Jansen, Zilveren Vites- senaar. ‘Als je ziet van hoe ver we zijn gekomen, is dit een hoogtepunt.’ Op dat moment loopt Velthuizen langs. Blij als een kind dat zijn verjaardag viert. Hij slaat op een trommel. En schreeuwt. ‘Ooeee, wat is dit lekker. Dit is waarom ik ben teruggekomen. Europees voetbal met Vitesse, mijn ultieme droom. Voorheen kon het niet. Waren we blij als we niet degradeerden. Nu kan het wel. Door de centjes van meneer Jordania. En let maar op mijn woorden, dit is pas het begin.’
Met het bereiken van de eerste mijlpaal, is het vertrouwen in de toekomst groot. En tijdens de huldiging van Vitesse werd één ding duidelijk: John van den Brom kan in Arnhem niet meer kapot. Spelers en supporters staan als één blok achter de coach. Wat het waard is, blijft onduidelijk. Er is maar één man die beslist. Merab Jordania, de enige afwezige tijdens het feest op het veld. Terwijl heel Arnhem juichte en jubelde, schreeuwde en sprong, nipte hij in zijn skybox aan een glas. Stoïcijns. Van hartverwarmende liefde voor Vitesse was weinig zichtbaar, laat staan voor Van den Brom. Helaas voor de succestrainer ligt zijn toekomst wel volledig in Georgische handen. En we weten inmiddels: de wegen van Jordania zijn ondoorgrondelijk.
(Red,: Inmiddels is de waarde van de ‘bronnen’ van Voetbal International wel duidelijk. Als een redactie gaat gokken op basis van een slecht geinformeerde ‘kennis’ van Jordania, dan komt boontje om zijn loontje. Toch wilden wij u het artikel niet onthouden. Helaas kunnen wij niet altijd de VI-artikelen actueel plaatsen, omdat dan gelijk een dreiging met ‘juridische maatregelen’ volgt.)