‘Hoe gaat het met’: Dmitri Shoukov
De voormalige middenvelder annex aanvaller woont samen met zijn vrouw Irina en hun dochters Kristina (17) en Ksenia (8) in Samara, in zijn vaderland Rusland.
Je begon je Nederlandse avontuur in 1995 bij Vitesse. Hoe was de overstap vanuit Rusland?
‘De eerste twee maanden verliepen moeizaam, maar toen mijn vrouw en kinderen overkwamen werd het makkelijker. Ik heb een mooie tijd gehad bij Vitesse en heb in de drie jaar dat ik ervoor uitkwam met goede voetballers gespeeld: Mare van Hintum bijvoorbeeld, en Michel Kreek. Henk ten Cate was een coach met wie ik goed kon opschieten.’
Toen verkaste je naar NAC, waarvoor je in het seizoen 1998/99 uitkwam en waarmee je degradatie meemaakte.
‘Dat was heel jammer, maar ik kon zelf terugkijken op een goed jaar. Ik was linksbuiten en speelde lekker samen met Archil Arveladze. Een hoogtepunt dat seizoen was mijn doelpunt in De Kuip, tijdens de kampioenswedstrijd van Feyenoord. We speelden met 2-2 gelijk en ik joeg de bal hard in de kruising.’
Bij Willem II beleefde je tussen 1999 en 2004 je hoogtepunt als voetballer in Nederlandse dienst.
‘Klopt. Onze trainer Co Adriaanse had het team naar zijn hand gezet. We deden het best goed in de Champions League, in het seizoen 1999/00. Een 1-1 gelijkspel bij Spartak Moskou is een prima resultaat.
Tegen Sparta Praag stonden we thuis met 3-1 voor, maar werd het nog 3-4. Ook bij Bordeaux kwamen we net tekort: 3-2. Dat had met pech, en ook met een gebrek aan ervaring te maken. Spelers als Denny Landzaat en Kew Jaliens waren goed, maar ook nog jong. Het was jammer dat we ons niet voor de volgende ronde plaatsten, maar we konden terugkijken op mooie duels. Adriaanse had een heel aanvallend team gesmeed dat spectaculair speelde. Hij zette mij op verschillende posities neer. Meestal op links, soms ook op rechts of centraal achter de spitsen. Het maakte mij niet uit op welke positie ik speelde. Ook Mark Wotte, de opvolger van Adriaanse, gebruikte mij op verschillende manieren.’
Bij FC Twente sloot je je actieve loopbaan af.
‘Ik had er een moeilijke start. Waarom weet ik niet precies, soms heb je dat gewoon. Maar op een gegeven moment begon het beter te lopen. Ik bewaar goede herinneringen aan de coach, Fred Rutten.’
Er kwam een opmerkelijke vervolgstap: je werd groente- en fruithandelaar.
‘Ik vond dat het tijd werd me met andere dingen te gaan bezighouden. Een paar jaar lang heb ik groente en fruit van Nederland naar Rusland geëxporteerd. Dat was leuk om te doen, maar niet iets waarmee ik de rest van mijn leven bezig wilde zijn. Ik kwam tot de conclusie dat mijn leven om voetbal moest draaien, dus ging ik in Rusland aan de slag als assistent-coach bij Krylia Sovetov Samara. Dat heb ik van juni 2010 tot juli 2011 gedaan. Nu ben ik trainer van het tweede elftal van die club. Ik ben ook bezig mijn trainersdiploma te halen, want ik wil ooit ergens hoofdtrainer worden. Wat ik net al zei: voetbal is mijn leven.’
Heb je nog contact met spelers uitje Nederlandse tijd?
‘Zeker. Denny Landzaat, Kew Jaliens, Mariano Bombarda en Mare van Hintum spreek ik af en toe.’