16 maart 2011 In de media

‘Ik hoop dat mijn carrière Noorwegen-Nederland-Engeland zal zijn’

Marcus Pedersen (20) past op papier perfect bij Vitesse; ambitieus, zich richtend op de lange termijn en zo nu en dan een beetje show. De Noorse spits, die in de zomer voor naar schatting anderhalf miljoen euro overkwam van Strømsgodset, heeft zich echter nog niet de rol toegeëigend die hij voor ogen heeft.
Pedersen wil veel scoren, zijn naam vestigen en dolgraag naar Engeland. Maar daarvoor is méér nodig dan een handvol doelpunten en een dozijn invalbeurten. Over kansen krijgen, bang zijn voor niemand en de Premier League. “Ik weet dat ze me de Noorse Rooney noemen.”

Vrijdagochtend, Papendal. Zo’n vijftig mensen kijken toe hoe Vitesse de training afwerkt in de aanloop naar de wedstrijd tegen SC Heerenveen, de dag erop. De sfeer is ontspannen en dat is goed, want de afwerkoefening is er niet één om van te genieten. Op een strak schot van Ismaïl Aissati en een mooie goal van Slobodan Rajkovic na vliegt de bal er niet bepaald vaak in. Pedersen weet twee keer goed af te drukken: zijn fraaiste poging, een omhaal, mislukt echter. “Jammer dat ‘ie niet binnenvloog, ja”, lacht de blonde Noor, terwijl hij plaats neemt aan tafel. Pedersen kan moeilijk tevreden zijn over zijn verrichtingen van de laatste weken. Sinds de start van 2011 speelde hij vijf wedstrijden, maar tegen Willem II, Heracles Almelo (basis), Feyenoord, FC Twente en VVV-Venlo (invaller) liet hij het net niet bollen. Twee dagen na ons gesprek zou de Scandinaviër ook zonder doelpunt blijven tegen SC Heerenveen.

Het is nog wennen, dit seizoen, voor Pedersen. De in Hamar geboren spits maakt zich een nieuw land en een nieuwe club eigen en moet zijn weg zien te vinden tussen Serviërs, Georgiërs, Spanjaarden en andere spelers van exotische afkomst. “Ik heb meer tijd nodig om mezelf te laten zien, geen dertig of vijftig minuten”, zegt de man die op zijn twaalfde jaar van verdediger naar aanvaller werd omgeturnd. “Dat moet ik aan Albert Ferrer laten zien tijdens de trainingen, dat ik heel graag wil spelen. Ik kan er niets aan doen dat hij nu voor Marco van Ginkel kiest, in de aanval. Wat dat betreft zal ik hard moeten blijven werken en er vertrouwen in houden.” Toen Pedersen nog een jonge tiener was en furore maakte in Noorwegen, scoorde hij bij de vleet. Lachend: “Ik kreeg altijd geld van mijn oma, wanneer ik scoorde. Misschien was dat een goede motivatie.” Pedersen viel op met zijn spel en doelpunten bij HamKam en vertrok begin 2009 transfervrij naar Strømsgodset. Bij zijn debuut tegen IK Start scoorde hij meteen twee keer en sloot het publiek hem in de armen. Al snel reisden Engelse clubs af naar Noorwegen.

Newcastle United, West Bromwich Albion en Liverpool, alledrie zaten ze achter Pedersen aan. The Reds hadden hem al eens eerder van dichtbij bekeken: toen Pedersen vijftien jaar was, liep hij een week stage op Melwood. De spits pakte de kans met beide handen aan, maar ziekte gooide roet in het eten tijdens zijn stage. “Toch was het een goede ervaring. Ik heb de handen van alle grote namen geschud, waaronder die van Steven Gerrard en Jon Arne Riise.” Hoewel een jeugdcontract in het water viel, vergat Liverpool de jonge aanvaller niet.

Momenteel focust Pedersen zich echter op het wel en wee van Vitesse. De Arnhemmers haalden hun nieuwe spits op de valreep van de zomerse transfermarkt, twee weken nadat Merab Jordania het schip betrad als nieuwe eigenaar. De Georgiër liet een som van zo’n anderhalf miljoen euro neertellen, op een moment dat Pedersen nog geblesseerd was. Hoe Vitesse precies bij hem uitkwam, weet ook Pedersen niet. “Ik denk via Jordania en het netwerk rondom hem. Mijn zaakwaarnemer vertelde me dat er een club uit Nederland voor me kwam kijken. Ik wist wel wat van het Nederlands voetbal, maar van Vitesse niet. Ze vertelden me dat ze me veel wilden laten spelen in dit team en daarna misschien konden verkopen. Ik hoorde over Jordania, dat hij de club had overgenomen en grote plannen had voor de toekomst. Ik wilde wel graag een stap zetten naar dit land en op de lange termijn naar Engeland, want dat is mijn ogen de beste competitie ter wereld. Ik hoop dat mijn carrièreplan Noorwegen – Nederland – Engeland zal zijn. Wil ik zover komen, dan zal ik er hard voor moeten blijven werken. Maar ik denk dat ik een goede keuze heb gemaakt, deze club is ambitieus en dat ben ik ook.”

Als gezegd arriveerde Pedersen geblesseerd. “Ik voelde me lange tijd niet honderd procent en daarom was het even zwaar voor me, ook omdat ik de andere jongens gewoon zag trainen. Nederland is gelukkig wel vergelijkbaar aan Noorwegen, zowel qua omgeving als qua mentaliteit. Het wennen was dus wel makkelijk.” Na een herstelperiode van bijna twee maanden debuteerde hij thuis tegen FC Utrecht als invaller. Twee minuten na zijn entree maakte hij al zijn eerste goal (‘eigenlijk was het Dado, maar ik kwam op het scorebord’); drie weken later was hij als invaller tegen VVV-Venlo ook goed voor twee treffers in twee minuten. Na het ontslag van Theo Bos en de terugtreding van interim-trainer Hans van Arum kreeg Pedersen nog wel enkele kansen, maar scoren lukte hem in de eerste week december voor het laatst. Daarom kan hij ook nog niet tevreden zijn. “Als ik erin kom, doe ik iets. Vier goals is in principe mooi, gezien het aantal speelminuten dat ik heb gehad. Ik krijg allen nog onvoldoende tijd om aan te tonen wat ik in huis heb. Ik had gehoopt tien tot vijftien doelpunten te maken in mijn eerste seizoen, maar ik moet het stap voor stap uitbouwen.”

In de zomerstop haalde Vitesse een nieuwe aanvaller naar het Gelredome: Wilfried Bony. Ook hij arriveerde geblesseerd en ook hij maakte indruk, door te scoren bij zijn debuut. “Ik denk dat hij en ik voorin samen kunnen spelen, maar die beslissing is niet aan mij”, zegt Pedersen. “Concurrentie in de groep is goed, dat heb je nodig. Je werkt er harder door tijdens trainingen en bent meer gefocust. Was ik bang? Nee, dat ben ik nooit, van niemand. Ik moet me gewoon blijven focussen. In Noorwegen was ik de man, ja, hier is dat wel iets anders. Een andere wereld, kun je wel zeggen.” De toekomst van Pedersen ligt voor nu vooral in de handen van Ferrer. De voormalig speler van Barcelona wisselt regelmatig in zijn basiself en lijkt nog zoekende naar de ideale samenstelling. “Ik praat niet veel met hem over wat mijn rol is. Buiten de training spreken we niet met elkaar, volgens mij doet alleen de aanvoerder dat. Ferrer denkt altijd positief, speelde bij Barcelona met grote spelers waaraan hij de nodige ervaring heeft overgehouden.”

“Het is jammer dat ik me hier niet negentig minuten lang kan bewijzen. Ik blijf er tot de zomer keihard voor werken en dan vraag ik Vitesse wat ze van plan zijn, met me. Van de fans geniet ik, hier. I think they love me. Als ik erin kom, zingen ze voor me. Maar als ik dertig of vijftig minuten speel, kan ik me niet ten volste bewijzen.” Pas als Pedersen onomstreden wordt in Arnhem, kan hij proberen zijn team te gaan dragen. Daarbij kijkt hij dromerig naar spitsen in de Premier League, die in goede vorm van grote waarde zijn voor hun elftal: Wayne Rooney, Fernando Torres en Didier Drogba. “Ik kijk natuurlijk, zoals iedereen, op naar de sterren. Ik kijk graag naar ze, met name naar Rooney. Mensen zeggen dat ik de Noorse Rooney ben. Dat is zeer vleiend, hij is één van de topspitsen uit Engeland. Dat is dan goed om te horen. Wie ik in Nederland goed vind? Luis Suárez, al is hij nu weg. Verder ken ik er niet zoveel, om eerlijk te zijn.”

Waar Vitesse én Pedersen voor nu baat bij hebben, is simpelweg tijd. “We hebben nieuwe spelers, nieuwe trainers, het enige dat we nodig hebben is tijd”, zegt de speler die in 2010 naast de Golden Boy-award greep, net als Luuk de Jong en Christian Eriksen. “De spelers moeten elkaar beter leren kennen op en naast het veld. Ik denk dat het er volgend jaar veel beter uit zal zien, dan zijn we aan elkaar gewend. Of we meer spelers nodig hebben, weet ik niet. Ik ben Ted (van Leeuwen, red.) niet. Maar we hebben een heel goed team: nu moeten we nog leren wérken als een team. Tot nu toe is dat nog niet echt gelukt, we moeten het stapje voor stapje doen. Ik snap dat de fans na de wedstrijd tegen Heracles Almelo verhaal kwamen halen. Wat daar misging, weet ik niet. Het was heel frusterend.”

Voetbalzone

Hoofdsponsor: