22 november 2012 In de media

‘Ik voel mij Vitesse een stuk fijner’

Vitesse versloeg Ajax op eigen veld (0-2). Dat was geen toeval. Onder de leiding van Theo Janssen speelde de Arnhemse ploeg volwassen en zette Vitesse weer een belangrijke stap richting de vaderlandse top.
De feestmaanden komen eraan, zo meldde de redactie van Vitesse Vandaag al voor de thuiswedstrijd tegen AZ van anderhalve week geleden. Vitesse was op dat moment nog ongeslagen en op het programma stond een serie duels met AZ, Staphorst (om de KNVB-beker), Ajax, NEC, FC Twente en PSV. De ontmoeting met de Alkmaarders ging prompt verloren (1-2). Maar van mineur in Arnhem was de afgelopen week geen sprake. Zeker niet bij de bekendste roker uit de Eredivisie. In zijn ogen is Vitesse nog absoluut geen topclub. Eén ding is wél zeker: Theo Janssen is weer thuis.

Dat merkt ook een van de arme spelers van Staphorst als hij de koortsige Arnhemmer op woensdagavond na de 4-0 bekernederlaag om diens shirt vraagt. Of Janssen geen exemplaar kan regelen voor hem. De middenvelder heeft zijn tricot al afgegeven aan een ander en reageert vriendelijk doch beslist. ‘Kloppen op die deur, naar binnen gaan en een shirt vragen.’ De amateurvoetballer van Staphorst staat een beetje beduusd te kijken en schuifelt bedremmeld weg.

Janssen knipoogt. Zijn arm vol tatoeages kromt zich. Hij is doodziek en hoort in bed te liggen. Zware verhoging, verstopte luchtwegen. U kent het wel, zo’n dag dat je zeker niet naar kantoor gaat. Janssen is van een ander slag. Het is bekeravond en de Nederlandse coaches laten hun topspelers overal op de bank zitten. Ook Fred Rutten spaart zijn pupillen waar mogelijk. Maar Janssen wilde per se voetballen. ‘Als ik in bed lig, wordt het alleen maar erger! weet hij. ‘Ik wil zaterdag tegen Ajax spelen, hoe dan ook. Op het veld krijg ik weer energie.’

Terwijl Rutten tegen Staphorst zijn sleutel-spelers rust geeft, zien we Janssen in een vrijwel leeg stadion met dat vreemde nummer 5 alle hoeken van het veld in duiken. Koortsachtig. Letterlijk en figuurlijk. Hij gaat negentig minuten lang tekeer. Met zijn benen, maar bovenal met zijn mond en armen. Ons notitieblok staat vol met aantekeningen. Maar de slotfase illustreert de bevlogenheid van de Arnhemmer het best. Nadat wie anders dan Wilfried Bony voor de rust al twee keer heeft gescoord, is de wedstrijd gespeeld. Vitesse loopt uit naar 4-0 en alleen de spelers van Staphorst gaan er nog vol voor. En de nummer 5 van de thuisploeg dus. Zijn aantal balcontacten is belachelijk hoog.

‘Theo is geen natuurlijk geen Ti-Ta-Tovenaar, die met een toverstokje overal voor kan zorgen. We moeten er samen hard aan werken,’ temperde Rutten de wel erg hooggespannen verwachtingen in de zomer. Maar Janssen is wel degelijk van zins overal voor te zorgen. Hij bemoeit zich met alles en iedereen op het veld. Ter verduidelijking een korte beschrijving van de laatste minuten van de wedstrijd:

87. Het hé, hé, hé is op de tribune te horen. Janssen staat weer eens met zijn handen uitgespreid. Zijn verontwaardiging richt zich nu op Simon Cziommer. Die doet wijselijk net of hij hem niet ziet, maar Janssen blijft zeker tien seconden zijn kant opkijken. Toevallig is het nu Cziommer, maar de gehele wedstrijd is Janssen met iedereen bezig geweest.

88. De scheidsrechter krijgt de volle laag, ook de grensrechter krijgt een woedende zwaai. Jans-sen is het niet eens met een vrije trap voor de amateurs. Trapt nog even tegen de bal. Onderweg naar de zestien geeft hij nog wat aanwijzingen aan zijn verdedigers. Desondanks komt Staphorst nog dicht bij een doelpunt. Dit weer tot grote woede van doelman Piet Velthuizen. Die spaart wedstrijden waarin hij de nul houdt. Hij is nog gekker dan Janssen op het veld.

89. Velthuizen staat nog te tieren als er alweer een ingooi is bij de cornervlag van Vitesse. Janssen trekt een sprint van zestig meter en eist de bal op. Met twee passes is Vitesse weer weg, de bal strandt bij de doelman van Staphorst. Nu zien we Janssen weer hevig gesticulerend teruglopen met de hand op de schouder van invaller Nicky Hofs.

Déze Theo Janssen waren we een beetje vergeten. Ook in Amsterdam was hij het tweede deel van het afgelopen seizoen dominant. Maar de bevlogenheid die hij nu uitstraalt, is vele malen groter. ‘Hier kan ik veel meer overdragen, ben ik belangrijker! weet hij. ‘Daar voel ik me prettig bij.’ Zelfs na de wedstrijd is hij de enige Arnhemse speler die nog even de Staphorst-fans gaat bedanken. En weer gaat een arm in de lucht richting ploeggenoten. Hierheen! Met het hoofd omhoog, de tribunes afspiedend naar bekenden is hij de allerlaatste die de grasmat verlaat.

De observatie dat hij op het veld veel weg had van een verkeersleider, die het ene vliegtuig na het andere naar binnen probeerde te brengen, begrijpt hij wel. ‘Ja, ik snap dat het soms extreem overkomt. Maar het is echt hard nodig, hier heeft de trainer me ook voor gehaald. Dat vinden men-sen ontzettend irritant, dat weet ik. We hebben talent genoeg. Ze willen allemaal alle kanten op rennen, racen als gekken. Ze willen zó graag laten zien wat ze kunnen. Dan is het handig als ik de lij-nen in de gaten houdt. De trainer vind dat ik oog heb voor het spelletje. Hij kan aan de zijlijn vaak verder weinig doen. Dan doe ik het op het veld.’

In de talentvolle troepen van Merab Jordania is hij nu al de onbetwiste leider. Voetballers hebben geen vergaderingen nodig om te bepalen wie er bovenaan in de pikorde staat. Dik vierhonderd wedstrijden speelde Theo Janssen al op het hoogste niveau. De laatste drie jaar pakte hij bij FC Twente en Ajax tweemaal de landstitel, één keer de KNVB-beker en één keer de Johan Cruijff Schaal. Individueel werd hij tot beste speler van 2011 gekroond. Maar ondanks zijn aandeel in het kampioenschap van Ajax in het vorige seizoen, was het afgelopen zomer toch einde oefening in Amsterdam. Trainer Frank de Boer had andere plannen.

‘Ik wilde dit seizoen best nog door! vertelt Janssen, ‘het was wel duidelijk dat ik belangrijk zou kunnen zijn. Maar alles veranderde van het ene op het andere moment. Ik weet ook wel dat het in het begin niet lekker liep. Maar ik ben daarna wél belangrijk geweest en ging er dan ook van uit dat de trainer me dit seizoen hard nodig zou hebben. Maar De Boer dacht dat hij me niet iedere wedstrijd nodig zou hebben. Als ik Ajax nu zo bekijk, denk ik toch dat ik op die positie de beste ben. Lasse Schone doet het aardig, maar ik denk dat iedereen wel kan zien dat ik in dit Ajax zou spelen. In mijn ogen zou ik voor dat team belangrijk kunnen zijn.’

‘Wat er is gezegd, blijft tussen mij en De Boer. Dat vind ik wel zo netjes. Maar na dat gesprek was het voor mij wel duidelijk dat er geen toekomst meer was voor mij. Dat verbaasde me.’ En daar bleef het niet bij. ‘Wat me nog veel meer verbaasde, was dat diezelfde dag ineens Merab Jordania en Erwin Kasakowski aan de lijn hingen. Ik had nog helemaal niemand verteld wat er aan de hand was. Dus hoe die dat zo snel konden weten…?’ Maar het telefoontje kwam niet ongelegen. Janssen vond het wel een prettig idee weer in zijn woonplaats te gaan spelen.

Thuis
Theo Janssen zei ja tegen Vitesse. Maar vervolgens was het stil. Wat volgde was nog vele malen obscuurder. De Arnhemse club was met van-alles- en-nog-wat bezig, maar zeker niet met de komst van Janssen. Als er al contact was met Ajax, dan betrof het gehakketak om statiegeld. Trainer Rut-ten smeekte bijna om de komst van Janssen, maar moest het in de eerste wedstrijden toch doen zónder zijn regisseur. Pas vlak voor het sluiten van de markt vond de middenvelder zichzelf dan toch nog terug in Arnhem. De pers was massaal uitgelopen, camera’s stonden opgesteld. Alleen waren er nog steeds geen getekende contracten. Pas vijf minuten voor de presentatie was alles geregeld.

Vitesse had in elk geval mazzel dat Janssen nog niet weg was. ‘Het duurde zó lang. Toen kwam Bursaspor. Daar was ik al snel mee rond. De con-tracten, alles was geregeld. Maar die Turken wilden niet met een bankgarantie werken, dus wilden wij een bedrag vooraf. Dat kwam niet en daardoor ging dat uiteindelijk niet door. Verder was er geen club uit Nederland. Gelukkig is het toch Vitesse geworden. Maar ik hou me verder niet bezig met wat er achter de schermen gebeurt. Het zal wel met geld te maken hebben gehad.’

Financieel deed Janssen een paar stappen achteruit. Maar qua spelplezier drie vóóruit. ‘Deze trainer vindt het belangrijk dat ik op het veld anderen help. De lijnen bewaken. Daar voel ik me lekker bij.’ Dat straalt hij ook uit. Voor Janssen is het leven naast de grasmat altijd al aantrekkelijker geweest dan het hele voetbalwereldje. ‘Ik blijf echt niet thuis voor de Champions League of zo. Ik weet wel dat ik blij ben dat ik hier ben. Sportief en financieel is het een stap terug. Financieel zelfs twee. Maar er is méér in de wereld. Ik heb al mooie transfers gemaakt. Ik verdiende bij Ajax in een jaar waar ik hier twéé seizoenen voor moet voetballen. Daar hoef ik niet moeilijk over te doen. Ik heb nu wel tijd om mijn dochtertje naar school te brengen. Tijd voor mijn gezin. Dat vind ik fijn. Ik hoef niet meer elke dag in de auto op en neer. Daar werd ik echt ziek van. Zeker naar Amsterdam word je op een gegeven moment echt gek van die files.’

Trainer
Donderdag zit hij in de sauna. In de avond loot Vitesse tegen ADO ’20, waarmee de kwartfinale binnen handbereik is. Reken maar dat ze in Arn-hem een oog op De Kuip houden. ‘Op de dag zelf kunnen wij van iedereen winnen, een beker is reë-ler dan een landstitel nu) zegt Janssen. Het vizier staat nu echter op De Arena. Op vrijdag praat hij vóór de tactische bespreking lang en uitgebreid met Rutten. Over de strategie tegen Ajax. Laten voetballen waar het niet gevaarlijk is, dan opwachten en in de tegenaanval toeslaan, is zijn idee. Zijn taak zal vooral liggen in het blijven neerzetten van zijn teamgenoten. ‘Ik ben op een leeftijd dat ik graag overdraag, dat geeft een extra waarde.’

Intussen staat Janssen in het V7-spelersklas sement alweer bovenin. ‘Ik voel me bij Vitesse een stuk fijner. En als ze bij Ajax niet zien dat ik be-langrijk kan zijn voor het elftal, dan ben ik liever hier. Even goede vrienden. Rutten heeft al vanaf dag één gezegd dat ik belangrijk ben en de spelers moet helpen. Ik voel me vrij, op en naast het veld. Ik ga hierna nergens meer naartoe. Vitesse wordt mijn laatste club. Als speler.’

Daarna blijft hij verrassenderwijs ook actief in het voetbal. ‘Als ik mijn laatste bal heb getrapt, ga ik hier verder als trainer. Ja, ik moest daar zelf eerst ook niet eens aan denken, maar die afspraak heb ik met Vitesse gemaakt. Dat staat ook in mijn contract. In gesprekken met Rutten heeft hij ook al meermalen gewezen op die optie. Ik lees het spel gemakkelijk, vanzelf eigenlijk. Dus ik begrijp ook wel dat ik daar straks mee verder kan.’

En met die papiertjes dan? We zien Theo Janssen nou niet elke week in Zeist in de schoolbanken. Lachend zegt hij: ‘Hanssie Hanssie heeft toch ook geen papieren? Dan word ik gewoon elftalleider of zoiets. Zet je er iemand naast. Als het maar een naampje heeft. Het enige dat ik echt zeker weet, is dat ik hier in Arnhem blijf. Ik ben begonnen bij Vitesse en ik stop bij Vitesse. Of ik over anderhalf jaar er nog een seizoen aan vastplak, zie ik dan wel weer. Eens kijken hoe het lichaam zich houdt.’

Schaal
Anderhalf jaar zal waarschijnlijk net te kort zijn om de cirkel echt rond te maken. Hij begon als A-junior naar Arnhem halen van de landstitel. Dat was destijds volkomen nieuw, aangezien die kam-pioenschappen doorgaans tussen Ajax en Feyen-oord werden verdeeld. Maar de brutaaltjes uit Arnhem speelden onder leiding van Janssen iedereen overhoop. De afgelopen jaren pakte hij eindelijk ook kampioenschappen op het hoogste niveau. Eerst met FC Twente, vervolgens met Ajax.

In Arnhem moet hij die ervaringen nu op zijn jonge neefjes overdragen.
Het is erg verleidelijk weg te dromen over een ongedacht afscheid met een schaal op de Korenmarkt. Janssen ziet het zo niet een-twee-drie voor zich. ‘Dit seizoen zijn we daar zeker nog niet aan toe. PSV, Ajax en FC Twente zijn verder. Dan valt er een gat en zie ik ons op het niveau van Feyenoord en AZ. Wie weet FC Utrecht. The best of the rest, ja. Volgend jaar is misschien al mijn laatste. Dat is wel wat snel. Maar wie weet. Ze zijn goed bezig. Kijk naar de spelers, de trainingsaccommodatie met verwarmde velden en weet ik wat niet allemaal.’

Janssen ziet nu nog een instabiele selectie. ‘Je moet ook kijken waarin je investeert. We hebben nu drie centrumspitsen met Jonathan Reis, Mike Havenaar en Wilfried Bony. Dat vindt iedereen ge-weldig, maar dat zijn wel jongens die vanuit hun natuur elke keer naar het centrum trekken. Dan heb je op het middenveld als je opendraait niet echt veel opties om die bal voorin kwijt te kunnen. Dus de veldbezetting is niet altijd even goed. Het maakt ons ook voorspelbaar. Als Renato Ibarra en die Franse jongen (Gaël Kakuta, red.) op de vleugels doorgroeien, heeft de trainer al meer opties. Maar voorlopig is het nog niet kampioenswaardig.’

In Amsterdam zien we op zaterdag echter wel degelijk een kampioenswaardige ploeg. De Arn-hemmers leunen zoals afgesproken achterover. Janssen bepaalt het tempo, maant zijn medespelers tot rust, houdt de ploeg compact en speelt re-gelmatig een bal vanaf de middenlijn terug op kee-per Velthuizen. Hij geeft rugdekking waar nodig en blijft zoeken naar de gaten. Die ziet hij vlak voor rust. Janssen stoomt op naar de zestienmeter van Ajax, tikt de bal naar links en ziet vervolgens hoe Bony de schaakzet afmaakt: 0-1. Dezelfde spits kopt direct na rust de 0-2 in.

Janssen loopt niet naar de doelpuntenmaker, maar naar de bank. Met Rutten neemt hij de te nemen stappen door. Vitesse blijft moeiteloos overeind en verzuimt 0-3 en 0-4 te maken. Maar de apotheose volgt in de 88ste minuut. Janssen wordt vervangen en verlaat het veld onder een klaterend applaus van het thuispubliek. ‘Ik kan me niet herinneren dat ik eerder een publiekswissel heb gehad. Mooi om mee te maken. Maar ik heb geen wraakgevoelens. Dit zijn gewoon heerlijke wedstrijden.’

Janssen zal toch ook hebben gezien hoe ge-makkelijk zijn elftal overeind bleef in De Arena. Vitesse mag dan nog niet kampioenswaardig zijn, maar wie is dat wél in Nederland? Als de ploeg zo doorgroeit, is het niet uitgesloten dat het helden-verhaal een schitterend laatste hoofdstuk krijgt. Theo Janssen komt weer thuis en neemt afscheid als kampioen op de Korenmarkt. Waarom niet?

 

Voetbal International magazien week 45 / Foto’s SV

Hoofdsponsor: