28 februari 2011 In de media

‘Vitesse moet in het linkerrijtje kunnen eindigen’

Een zwarte Mercedes met een Duits kenteken raast over het complex van Papendal. In de verte zorgt het getik van de bal voor een lichte deining. Op de plaats van bestemming staat de bolide stil op een heuvel.
Achter het glas van de passagiersstoel zit Merab Jordania, eigenaar van het Vitesse dat weer een gooi wil doen naar de landstitel, zoals ook in het Karel Aalbers-tijdperk werd getracht.

De Georgiër besluit alleen even uit te stappen om persvoorlichtster Ester Bal te begroeten en duikt vervolgens snel weer het voertuig in. Een paar meter verderop wemelt het namelijk van de journalisten. Vitesse is nog geen topclub, maar krijgt wel al de nodige aandacht. De blik van Jordania en het persleger is gericht op de slotpartij van de training onder leiding van coach Albert Ferrer. Een mengelmoes van verschillende culturen wil zich meester maken over de bal. Vitesse gaat proberen de identiteit van Barcelona na te bootsen, het vlaggenschip moet voornamelijk gaan bestaan uit zelf opgeleide spelers.

Tien jaar geleden stonden de Arnhemmers ook bekend om hun vooraanstaande kweekvijver van jong talent. Denk bijvoorbeeld aan FC Twente-aanvoerder Theo Janssen en NAC-topscorer Matthew Amoah. Momenteel zijn echter alleen doelman Eloy Room en Marco van Ginkel verzekerd van een basisplaats. Van Ginkel is de jongen die vanaf zijn negende het zwartgeel van Vites draagt. “Ik ben geboren en getogen in Scherpenzeel, dat ligt in de buurt van Amersfoort. Als kind was ik fan van Ajax en FC Utrecht”, opent de middenvelder, die in het verleden wel werd gevolgd door zijn cluppie Utrecht, maar ook door PSV en Vitesse. “PSV was te ver weg, en bij FC Utrecht was destijds het vervoer niet zo goed geregeld als bij Vitesse. Ik werd ieder dag opgehaald en teruggebracht.”

Van Ginkel was doorgaans het grootste talent van zijn elftal, maar werd lange tijd te klein bevonden. “Maar als jeugdspeler was ik al vastberaden om de top te bereiken en investeerde ik veel in mezelf buiten de reguliere trainingen. Ik probeerde met name mijn voetenwerk en schot te verbeteren”, zegt hij. Aan het einde van het vorige seizoen werd de jongeling door de inmiddels ontslagen Theo Bos naar het eerste elftal gehaald en kwam hij nog tot vier wedstrijden. Tijdens de voorbereiding van de huidige voetbaljaargang werd Van Ginkel echter geveld door de ziekte van Pfeiffer die hem zes weken aan de kant hield. “Ik kreeg hele hoge koorts. Het ging maar niet weg en na een dag of vijf ben ik naar de dokter gegaan. Daar constateerden ze dat ik Pfeiffer had. Gelukkig herstelde ik voorspoedig.”

Zijn return was veelbelovend: “We verloren in de ArenA met 4-2 van Ajax, maar ik maakte wel een doelpunt. Dat was natuurlijk een prachtige binnenkomer: mijn eerste doelpunt tegen de grootste club van Nederland. En dat na een moeilijk periode.” Vitesse vecht echter nog altijd tegen degradatie. Na de blamage tegen rode lantaarndrager Willem II in januari leken de Arnhemmers de weg naar boven te hebben ingeslagen, maar afgelopen zaterdag werd er weer ruim verloren van Heracles Alemlo. De zes wedstrijden na de winterstop leverden slechts zeven punten op. In de met 5-2 gewonnen wedstrijd tegen Roda JC was Van Ginkel twee keer trefzeker.

“Met deze ploeg moeten we nog altijd in het linkerrijtje kunnen eindigen”, vindt Van Ginkel. “We boeken progressie met Albert Ferrer. Hij is een trainer die ons veel met de bal laat doen. Natuurlijk is er veel veranderd bij Vitesse, maar zonder de komst van Merab Jordania was er weinig tot niks mogelijk geweest. Het is jammer dat de trainer die mij heeft laten debuteren in het betaalde voetbal weg is, maar we moeten verder.”

Verwacht Van Ginkel dat Vitesse daadwerkelijk een club wordt die veel gaat putten uit de eigen jeugd? “Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Er zijn in ieder geval wel weer mogelijkheden. Ik richt me op mijn eigen prestaties. Momenteel speel ik in de spits, maar ik kom het best tot mijn recht op het middenveld. Het belangrijkste is echter dat ik een basisplaats heb.” Hebben de wisselvallige prestaties niet te maken met het feit dat Vitesse momenteel een ploeg heeft met spelers die bijna allemaal een andere taal spreken? “Nee, want we spreken allemaal Engels. Alleen Yasuda nog niet. Maar dat komt wel”, blijft Van Ginkel optimistisch.

Voetbalzone

Hoofdsponsor: