29 september 2010 In de media

Aissati: ‘Op termijn is bij Vitesse alles mogelijk’

Op hun routes naar nieuw geluk kruisten de wegen van Vitesse en Ismaël Aissati (22). Geen moment vond de middenvelder bij Ajax zijn draai, maar het mislukte avontuur in Amsterdam leverde hem wel volwassenheid op.

Een terug- en vooruitblik met de rasartiest die in Arnhem zichzelf en de fans weer wil laten genieten. 'Vitesse wil bouwen aan een goed, jong en hongerig elftal van de toekomst. Ik denk dat ik daarin wel pas.'

Uitgerekend vorige week dinsdag, op de dag dat de herfst over Nederland viel, had Theo Bos het gevoel een krokus te zien ontluiken. Met passes als strepen van een penseel toont Ismaïl Aissati in Arnhem al weken zijn bijzondere klasse. De Marokkaan voetbalt met een tederheid alsof een trap tegen de bal hemzelf krenkt. En dus luidt de kritiek: waar blijft het rendement? Maar die avond, op een achterafveldje bij Topklasser Flevo Boys in de derde ronde van het toernooi om de KNVB-Beker, drukt de middenvelder wél af en zowaar krijgt het Arnhemse kunstwerk meer allure. Mooie aanvallen zonder doelpunten blijven nu eenmaal voorbehouden aan de gedachten van romantici, ze halen nimmer de boeken van statistici.

Aissati scoort deze avond binnen vijftien minuten twee keer en neemt zijn nieuwe club zo aan de hand richting de eerste zege (0-6) sinds de nieuwe eigenaar Merab Jordania in Arnhem is neergestreken. Theo Bos zucht even opgelucht, Aissati lacht. Eindelijk. Eindelijk is er weer een keer gewonnen. Enkele dagen later is er zowaar de competitiezege bij Excelsior (2-0), met opnieuw een - fraaie - treffer van de spelmaker.

Nee, Ismaïl Aissati had het ook nooit verwacht. Een overstap naar Vitesse..., als ze hem daar twee maanden geleden mee hadden lastig gevallen, had hij zijn bezoek spontaan de deur gewezen. Om de uitzichtloze tunnel van PSV te verlaten was FC Utrecht in 2008 even een serieuze optie, want Utrecht is en blijft zijn stad. Maar Vitesse? Nee, dan nog liever de bank in Amsterdam. Maar het verstrijken van de tijd, en bovenal ook betere financiën en grotere ambities, kunnen veel veranderen. Toen in Arnhem opeens over een mogelijke landstitel en Champions Leaguedeelname werd gesproken, veranderde alles.

Opeens lachte Aissati, tijdens zijn presentatie in Gelredome, alsof een droom in vervulling was gegaan. Hij klemde zijn geel zwarte shirt strak als een staaf van goud. Hier werd een speler met een missie gepresenteerd. Eindelijk Vitesse, zo leek het wel op zijn voorhoofd gedrukt. De reden? 'Het was het verhaal dat overtuigde. Als je me deze overstap twee weken eerder had voorgesteld, had ik er nog niet eens over nagedacht. Maar de ambitie sprak me aan, en het verhaal van Ted van Leeuwen klonk goed. Ze willen bouwen aan een goed, jong en hongerig elftal van de toekomst. Ik denk wel dat ik daarin pas.'

Genieten

Daarmee is de belangrijkste reden overigens nog niet eens genoemd. Als kind droomde Aissati ervan om voetballer te worden. Maar nooit vanwege het grote geld of het kicken op aandacht in de media. Zijn enige drijfveer was het spelen tussen grote sterren, zichzelf wellicht ooit in dat rijtje terug te vinden, en vooral intens te genieten van het spel. Maar laat dat laatste aspect de voorgaande jaren nu helemaal verdwenen zijn. 'Daarom wilde ik per se naar een club waar ik weer uitzicht op minuten had! vervolgt de middenvelder.

'Natuurlijk heb je nergens die garantie, maar bij Vitesse kreeg ik het gevoel een belangrijke speler te kunnen worden. Als mensen blij zijn met je komst, is dat altijd fijner dan wanneer je met een achterstand aan het seizoen moet beginnen. En dat gevoel had ik in Amsterdam.' Bij Ajax was zijn situatie helder. Voor hem vier anderen, Aissati was nog net geen ballenjongen in de hiërarchie. Het
buitenland lonkte als uitvlucht. 'Maar dat vond ik nog veel te vroeg. En dus heb ik mijn zaakwaarnemer gezegd, Vitesse of Ajax. Het liefst Vitesse.'

Het doet hem pijn om te constateren, maar het avontuur in Amsterdam is nooit geworden wat hij ervan had verwacht. Het twee jaar durende parcours kende te veel hinderlagen om van een succesvolle route te mogen spreken. Eerst was er die knieblessure, opgelopen bij Jong Ajax, die Aissati liefst vier maanden aan de kant hield. Vervolgens mocht de middenvelder in fases rekenen op een plek in de basiself. In tegenstelling tot Marco van Basten, die in de Marokkaan een speler voor in het centrum zag, stelde Martin Jol hem echter veelal op aan de linkerflank. 'Er werden dingen van me verwacht waar ik niet voor ben gemaakt! treurt Aissati. 'Ik ben geen linksbuiten. Voorzetten geven, dat is niet mijn ding. Ik wil veel aan de bal komen, de combinaties aangaan. Ben denk ik de ideale combinatiespeler voor een spits.

Aan het begin van vorig seizoen is het wel een tijdje goed gegaan op links, en het is logisch dat lol dat niet ging veranderen. Maar als je echt iets aan mij wil hebben, moet ik achter de aanvallers staan. Nu werd ik beoordeeld als linksbuiten, ook door de fans. Inmiddels weet ik wat Rafael van der Vaart tijdens het WK moet hebben gevoeld...' Aissati beseft dat de breedte van het Ajax-middenveld hem is opgebroken. 'We hadden wel zeven, acht kandidaten voor die posities. Nicolas Lodeiro, Vurnon Anita, Siem de Jong, Eyong Enoh, Demy de Zeeuw, Daley Blind, ikzelf.' Met De Jong benoemt Aissati de man die een rentree in de as voor hemzelf blokkeerde. 'Het kan snel gaan. Twee jaar was hij niet in beeld. In potentie hoef ik niet voor hem onder te doen, al is hij wel heel compleet. En je hebt ook een beetje geluk nodig. Dat zie je nu ook bij Rasmus Lindgren. Hij was afgeschreven, maar deed wel weer mee tegen Feyenoord. Ik verwijt mezelf één ding: dat ik te weinig voor mezelf ben opgekomen. Ik had Jol moeten overtuigen dat hij me op 10 moest proberen. Dan had ik het zeker laten zien.'

Chagrijnig hoofd

Maar in plaats van zich te prepareren op de voorronde van de Champions League, droeg Aissati afgelopen zomer in Den Helder de pionnen, nadat hij met Jong Ajax onopvallend 0-0 tegen Willem II had gespeeld. Dat was op het Maritiem Toernooi. Een vermaard evenement voor talenten. Maar niet wanneer je Ismaïl Aissati heet. Het acteren in de kantlijn moet hem hebben gestoken. 'Ja, maar minder dan voorheen. Nu haalde ik plezier uit elke minuut die ik speelde, zelfs als het met het tweede was. Ik had het al eerder meegemaakt en hoewel ik natuurlijk best soms eens met een chagrijnig hoofd rondliep, kostte het minder moeite om de knop om te zetten.' Hij praat met de toon van een man die verdronk in berusting. Geen wonder dat hij blij is met Vitesse een nieuwe club te vinden, in Amsterdam was elke extra zweetdruppel verspeelde energie. 'Jol heeft me vrij snel aangegeven dat ik nergens op hoefde te rekenen. Tja, wat moet je dan nog?' Het botste wel eens tussen coach en speler. 'Maar ik wil echt benadrukken dat ik hem niets kwalijk neem.

Martin Jol is de eerlijkste trainer die ik heb meegemaakt. Hij heeft me nooit voor de gek gehouden, maar gaf anderen de voorkeur op mijn positie. Helaas. Dat kan en dat mag.' En hoe zit het dan met het verhaal dat Aissati en Miralem Sulejmani - volgens de overlevering beiden te zwaar - ooit samen, bij wijze van straf, de trappen van De Arena moesten beklimmen? 'Als dat straf is, wil ik elke dag wel straf, haha. Nee hoor, dat was al lang daarvoor gepland, conditietraining met René Wormhout. Paste op dat moment gewoon in ons schema. Traplopen is goed voor je lichaam. Alleen stond juist op dat moment de spelersgang vol met pers en werd er meteen van alles gesuggereerd. Gewoon verkeerde timing, laten we het daar maar op houden.'

Aissati en Sulejmani. Ze werden in 2008 allebei door Van Basten naar Amsterdam gehaald, maar ontmoetten in de afgelopen twee seizoenen meer kritiek en hoon dan euforie. Vorige maand scheelde het weinig of na de Marokkaan had ook de Servische balkunstenaar zijn opwachting in Gelredome gemaakt. Aissati had zijn maatje graag zien komen, laat dat helder zijn. 'Maar ik heb hem, in zijn belang, het advies gegeven bij Ajax te blijven. Mickey is in potentie één van de beste voetballers, misschien zelfs wel de beste speler die daar rondloopt. En als je ziet hoe gedreven hij momenteel bezig is, weet ik zeker dat het er dit jaar uit gaat komen.'

Voor Aissati, met zijn huis in Utrecht zelf wel gewend om in een stad te wonen, is het geen raadsel waar de aanpassingsmoeilijkheden van Sulejmani vandaan komen. 'Vergis je niet in wat voor een overstap hij heeft gemaakt. Hij komt vanuit Heerenveen, een dorp, naar de grootste stad van Nederland met alle verleidingen die er zijn. Zo'n jongen moet je goed begeleiden, maar daar heeft het aan ontbroken. Nu is de situatie anders. Zijn vriendin is in Amsterdam, zijn ouders komen vaak over. En Mickey weet inmiddels wat voor een druk er komt kijken bij het spelen voor Ajax. Die spanning is echt met geen andere club in Nederland te vergelijken.'

Uitstraling

Alleen daarom al had Aissati zijn periode in Amsterdam niet willen missen. Want ondanks acht seizoenen in de jeugdopleiding van PSV, moet hij constateren: 'Ajax is met afstand de grootste club van Nederland. PSV zit in mijn hart, daar heb ik zo lang gespeeld, maar de uitstraling van die twee clubs is niet met elkaar te vergelijken. Ajax is op alle fronten werelds. Waar je ook komt, ze kennen de club, dat is echt heel bijzonder. En je merkt het aan de druk rond wedstrijden. Bij Ajax is 5-0 niet genoeg, als het 5-0 staat moet het 7-0 worden. En ja, het liefst ook nog eens met mooi en verzorgd voetbal.'

Niet voor niets verliet de middenvelder zijn jeugdliefde PSV voor de club waar hij in zijn ogen, nog steeds, het best past. 'Mooi voetbal is mijn ding, ik wil graag een kunstenaar zijn met de bal. Natuurlijk gaat het eerst om resultaat, maar bij mij staat de manier waarop we moeten spelen hoger dan bij veel andere spelers. En zeg nou zelf, een echte voetballiefhebber wordt toch automatisch voor Ajax?' Helemaal zonder treuren ging het achterlaten van Amsterdam dan ook niet. 'Het doet extra pijn dat het me juist bij Ajax niet is gelukt. Als ik ergens naar uitkeek was het wel om bij die club, in dat systeem, te mogen spelen. Al hangt het ook van de trainer af. Van Basten wilde aanvallen met de zijkanten, speelde veel meer vooruit dan hoe het nu gaat. Martin Jol is behoudender, maar elke vorm van kritiek is onterecht als je ziet wat hij het laatste half jaar heeft neergezet.'

Toen Aissati PSV in 2008 verliet, deed hij dat om de mensen te tonen dat ik er nog is. 'Er is wat vertraging, maar ik hoop dat nu alsnog te doen.' Want ook Aissati weet: velen herinneren hem nog altijd vanwege zijn beste wedstrijden in zijn carrière, het tweeluik met PSV tegen AC Milan in de Champions League. 'Terwijl dat alweer vijf jaar geleden is! Dat is toch ongelooflijk? Ik heb het daar liever niet meer over. Maar het zegt wel dat ik sindsdien nooit meer zo'n wedstrijd heb gespeeld. Dat is een pijnlijke constatering. Dat het daar nog over gaat moet ik mezelf aanrekenen.'

Tegelijkertijd: sindsdien weet de jonge middenvelder wel wat hij kan. 'En dat is meer dan wat ik de laatste jaren heb laten zien. Frustrerend. Het is alsof je één keer tot het dak kon springen, maar dat nooit meer hebt herhaald. Telkens als ik spring kom ik lager uit. Terwijl je niet snapt waar het vandaan komt.' Soms twinkelen zijn ogen en gaan de gedachten stiekem toch nog even terug naar die ene avond in november 2005, toen Guus Hiddink zijn talent in het diepe gooide en Aissati zowaar kon zwemmen. 'We hadden zo'n geweldige ploeg. Met Jan Vennegoor of Hesselink, Jefferson Farfan, Alex, Gomes, André Ooijer. Het is wel lekker hoor om in zo'n elftal te kunnen spelen in plaats van in een team dat totaal niet draait...' Maar dan keert hij terug in de realiteit om alweer snel op te merken:' Die wedstrijd was in het verleden, en dat telt nu niet meer.'

Volwassen

Het grootste verschil met 2005 zit 'm vermoedelijk in de persoon. Destijds was Aissati een verlegen voetbalkind. Als de middenvelder een microfoon onder zijn neus kreeg, reageerde hij zo schuchter als een mol bij daglicht. Hoe anders is dat nu? Bij Vitesse verbazen ze zich stuk voor stuk over zijn welsprekendheid en zijn volwassen drang om te slagen. 'Ik ben ouder en wijzer geworden, al moet ik nog steeds niets hebben van alle aandacht. Maar destijds was het echt heel erg. Het liefst sloop ik meteen na de wedstrijd via een achteruitgang het stadion uit om maar niemand te woord te hoeven staan. Die tijd heeft heel veel impact op me gehad, ik dacht vaak bij mezelf: Rot allemaal maar op. Maar ik was ook nog jong hè, ging elke dag met de trein van Utrecht naar Eindhoven toe.'

Ook nu nog voelt Aissati zich niet altijd thuis in de voetballerij. 'De bekendheid op straat is het ergst. Mensen staren me aan als ik op een terrasje zit, terwijl ik ook gewoon een mens van vlees en bloed ben. Als iemand iets van me wil, kom alsjeblieft gewoon naar me toe. Ik ben heel open met iedereen en behandel alle mensen met respect.' Bovenal is hij mentaal rustiger geworden. Geen tegenslag slaat hem nu nog snel uit het lood. 'Ik durf wel te zeggen dat de Aissati van nu twee jaar geleden niet zomaar bij PSV vertrokken was. Destijds had ik een verongelijkte houding, ik vond het allemaal maar niets. Nu ben ik veel volwassener en kan ik gebeurtenissen in het leven beter een plekje geven.'

Misschien dat hij daarom ook even heeft gewacht voordat hij definitief zijn keuze voor een voetballand bekend wilde maken. Nederland of Marokko, het is bij meer spelers van zijn generatie een zwaar dilemma. Twee keer werd Aissati met Jong Oranje Europees kampioen. 'Maar de kunst is om de sportieve uitdaging niet belangrijker te laten zijn dan het signaal uit je hart.' En dus, hoewel Aissati in Utrecht geboren werd en al zijn hele leven in Nederland woont, koos hij voor Marokko. 'Daar was het groot nieuws. Elk jaar weer werd ik door journalisten gebeld of kwamen ze zelfs deze kant op om te vragen of de beslissing al gevallen was. Nou, bij deze, Marokko dus. Het lijkt me raar om een volkslied mee te zingen, terwijl het niet uit je hart komt.' Snapt Aissati wat dat betreft de wens van verdediger Douglas van FC Twente om tot Nederlander te worden genaturaliseerd? 'Nee, ik kan me daar heel weinig bij voorstellen. Maar iedereen moet het zelf weten. Als hij er gelukkig van wordt, dan prima toch?'

Het is nu aan Aissati bij Vitesse aan te tonen dat hij de selectie voor het nationale team van Marokko (hij werd vorige week opgroepen voor het Afrika Cup-kwalificatie-duel met Tanzania op 9 oktober) ook daadwerkelijk waard is. Sinds zijn komst is hij bij Vitesse onbetwist basisspeler, dié wens is dus al ingevuld. Nu is het wachten op prestaties met de fonkelnieuwe ambitieuze Arnhemse ploeg. Aissati is hoopvol, maar waarschuwt voor buitensporige verwachtingen. 'Ik ben 22, maar ben nu al één van de spelers met de meeste ervaring. Dat is nieuw. Normaal luisterde ik altijd naar de oudere jongens, nu is het andersom.

Spelers als Davy Pröpper en Marco van Ginkel zijn ontzettend talentvol, maar het duurt even voordat je de Eredivisie aankunt.' De wens van Aissati is dan ook duidelijk. 'Geef ons tijd. Ik denk dat hier op termijn alles mogelijk is, en ook dat wij en deze trainer daartoe in staat zijn, maar dan mag de waan van de dag niet overheersen.' Het ideaalplaatje heeft Aissati al in zijn hoofd. 'Als het op het middenveld gaat lopen zoals toen ik bij FC Twente speelde, komt het goed. Orlando Engelaar, Karim El Ahmadi en ik, we vonden elkaar blindelings. Als deze groep op elkaar ingespeeld raakt en mooi gaat voetballen, komt het fc rendement echt vanzelf.'

Geert Wilders weet niet waarover hij praat'

Ismaïl Aissati is een belijdend moslim. In de periode dat hij op tegenslag stuitte in het voetbal, haalde de middenvelder veel kracht uit zijn geloof. 'Ik ben een enorme binnenvetter. Soms schudt mijn moeder me door elkaar en zegt ze dat ik eens moet praten. Maar bidden lucht me veel meer op. Het zit in mijn systeem, is een dagelijkse gewoonte die afleidt van de gang van zaken in het voetbal.' Zorgen over de politieke situatie in Nederland maakt Aissati zich naar eigen zeggen niet. De op handen zijnde regering, met gedoogsteun van de PVV, heeft niet zijn voorkeur, 'maar als ik me aan al die rare uitspraken van Geert Wilders ga storen, heb ik geen leven meer.' Aissati volgt de berichtgeving, en zet daar grote vraagtekens bij. 'Vaak heb ik het gevoel dat hij niet weet waarover hij praat. Heeft hij wel eens moslims ontmoet? Is hij wel eens in een moskee geweest? ledereen neemt zijn uitspraken maar klakkeloos over, elke nuancering ontbreekt.'

Aissati geniet juist van de grote tolerantie en multiculturaliteit die hij in zijn geboortestad Utrecht tegenkomt. 'Hoe het daar gaat is het ideale voorbeeld van hoe het zou moeten zijn. We hadden een Nederlandse en een Turkse buurman en boven ons woonden Surinamers. Nooit problemen. Nooit. Alles en iedereen door elkaar, dat is toch het mooiste wat er is?' Aissati noemt het voetbal als ideaal voorbeeld voor de samenleving van hoe het ook kan. 'Stel je voor dat een paar spelers in een elftal zeggen dat ze niet met moslims willen spelen, dan zou het voor hen toch meteen afgelopen zijn? Zowel in het voetbal als in de maatschappij hebben we elkaar allemaal nodig.'

VI magazine week 38

Hoofdsponsor: