5 vragen over Vitesse aan Jan Streuer

Jan Streuer ( 59) zegde deze zo­mer zijn contract op bij Sjachtar Donetsk, waar hij ruim twee jaar directeur scouting was. Daarvoor was de Arnhemmer jarenlang technisch manager bij Vitesse.

Hebt u Vitesse de voorbije weken in de voorbereiding nog een beet­je gevolgd?

Jan Streuer: „ Ik heb Vitesse zeker gevolgd en de commentaren gele­zen in de krant. Ik was verschrikke­lijk verrast door de situatie waarin de club nu zit. Dat alle spelers weg kunnen of weg mogen, daar schrik je van. Het geldt ook voor veel an­dere clubs. Men is niet meer bezig een goed elftal neer te zetten, het gaat alleen maar om gezond te blij­ven. Dat is heel teleurstellend, maar het kan blijkbaar niet anders. Bij clubs als FC Utrecht en FC Twente zit het stadion vol. De mensen willen vertrouwen zien. Ze willen zien dat je een sterk elf­tal wilt. Dat zie ik nu helemaal niet bij Vitesse en dat vind ik zon­de.”

Wat verwacht u dit seizoen van Vitesse?

„Ik heb er onlangs nog met trainer Theo Bos over gesproken. Je moet heel reëel zijn, Vitesse zal spelen bij de onderste plaatsen. Je moet niet verwachten dat je kans maakt bij de eerste acht te komen, dat kun je gewoon vergeten. Ik ver­wacht een heel groot verschil tus­sen de eerste acht ploegen en de rest. Die overigen zijn zwakke ploe­gen. Het niveau in de eredivisie is in één à twee seizoenen behoor­lijk gekelderd. Vitesse heeft het ge­luk dat er nog een stuk of acht clubs zijn met dezelfde proble­men. Was dat niet het geval ge­weest, dan had je een grote kans gemaakt te degraderen. Want met hoofdzakelijk jeugdspelers red je het normaal gesproken niet.”

Bij Vitesse is financieel nagenoeg niets mogelijk. Is het dan nog leuk een functie als technisch direc­teur te bekleden?

„Natuurlijk is dat minder prettig. Je wilt graag verbeteren. Als je een slecht seizoen hebt gehad, dan wil je graag werken aan een beter elf­tal. Maar dat vooruitzicht heb je nu helemaal niet. Het is nu alleen maar overleven en hopen dat je niet bij onderste drie zit. Voor Ted van Leeuwen en ook voor de trai­ner is dit een heel moeilijk ver­haal. Die kunnen alleen maar zeg­gen dat ze het beste ervan maken. Je komt als Vitesse terecht bij spe­lers als Florian Riedel ( hij was on­langs op proef bij Vitesse, red.), die niet eens in de basis stond bij het tweede van Hertha BSC. Der­gelijke spelers komen nu in aan­merking voor een basisplaats in de eredivisie. Dat is geen verwijt. Het is een constatering.”

Voor welk beleid zou u kiezen als u nu bij Vitesse werkzaam zou zijn?

Dat Vitesse voor de jeugd kiest, dat is heel goed. Maar dan moet je zoiets niet alleen zeggen, je moet ook laten zien hoe je dat doet.
Dan moet je ervoor zorgen dat alle topspelers uit de regio bij jou ko­men spelen en niet bij FC Twente, FC Utrecht of NEC. En ook dat kost geld. Dan moet je dus niet be­zuinigen, maar extra geld uitgeven aan de jeugdopleiding. Je moet veel trainen, zorgen voor goede fa­ciliteiten, goede trainers aanstel­len. Dat kost extra geld en dat geld heeft Vitesse niet. Maar nogmaals, dat geldt niet alleen voor Vitesse.”

Gaat u nog een keer weer aan de slag bij Vitesse?

„Dat zou ik echt niet weten. Vites­se is mijn club, dat is geen discus­sie. Maar of ik er ooit weer ga wer­ken, dat weet ik echt niet. Dat ligt natuurlijk ook niet alleen aan mij. Het gaat me aan het hart dat het slecht gaat met de club. Ik hoop dat ze er snel uitkomen, dat de mensen weer enthousiast worden en met plezier naar het stadion ko­men. Dat gevoel wat ze bij Twente hebben, dat moet bij Vitesse terug­komen. Wat ik zelf ga doen is nog onduidelijk. Sjachtar heeft me ge­vraagd adviseur van de club te blij­ven. Dat zal ik zeker doen.”

De Gelderlander