Afgoderij
De twijfel bleef of ik het wel goed had gezien, want ik dacht dat hij dood was. De Gelderse reus die voor altijd in de Eredivisie zal spelen en door druk en Arnhemse zelfspot nooit kampioen kan worden, was weer opgestaan. Een nieuw sprookje ontstond.
Er waren eens wat fanatieke uitsupporters. Kras Stadion, uitverkocht. Sparta, uitverkocht. Enschede doordeweeks, bijna uitverkocht. Je weet dat het om diepe toewijding moet gaan als je in dit huidige Vitesse wilt blijven geloven en zoveel tijd en stemgeluid wilt investeren.
De dag des oordeels brak aan op het Kasteel. Na de afgang tegen AZ en het disrespectvolle verlies van het Airborne-duel tegen het toch beduidend kleinere RKC, was het nu vijf voor twaalf: nul schoten op Nick Olij. Alweer was de creativiteit achtergelaten op de velden van Papendal. De elektrische stoel werd klaargezet en de spelers stonden met trillende benen klaar bij het uitvak, wachtend om plaats te nemen na het laatste fluitsignaal. Een schietgebed was het enige redmiddel dat ze nog in leven kon houden.
Het blijft een raadsel hoe de zwartgallige moraal en het alom bekende cynisme in Arnhem op dit dieptepunt werden omgezet in iets wonderbaarlijks. Het waren opnieuw de uitsupporters die het, ondanks het doodvonnis voor het elftal van Vitesse, op het Kasteel uit hun kleine tenen haalden en hun radeloosheid omzetten in voorspoed en het fabriceren van bemoedigende woorden. De gebeden werden verhoord en onze jongens konden met de volwaardige steun van de twaalfde man terug naar Arnhem.
Het heeft iets gedaan met het vertrouwen van Vites. Het grondig proeven van de bodem lijkt nu passé, want opeens stond het er tegen Twente. Maar ook de blessures liepen per wedstrijd op. Want ondanks het ontstoken vlammetje, werd het een rit in een rolstoel naar Nijmegen, waarbij het slijm uit de bek van NEC moet hebben gelopen. Klaar om als een koele dobermann Vitesse kapot te scheuren. Maar de afgoderij op het trainingscomplex de Eendracht pakte niet goed uit voor NEC.
Vitesse kwam goed voor de dag en wie anders dan onze heilige Marco van Ginkel knikte de bal bij de eerste gelegenheid binnen. Zijn grijns voor altijd op ons netvlies. NEC zette aan en, ondanks dat onze beste goalie sinds het vertrek van Pasveer in het doel stond, scoorde de verdiende gelijkmaker. We doen weer een schietgebedje, want het was nodig. De bal rolde in een wandeltempo nipt naast de paal. Sontje Hansen kon het niet geloven.
De tweede helft bloedde dood en ik telde enigszins voldaan het behaalde punt op aan onze armoedige totalen, totdat er iemand uit de dood opstond. De hond die je thuis een rotschop geeft wanneer je een slechte werkdag hebt gehad, de schlemiel. Hij die bespot en bespuugd werd, bleek zowaar de echte Messias te zijn. Onze bevrijder Alois Dominik Oroz bracht het trouwe gele uitvak in de zevende hemel en schreeuwde het uit na zijn goal: es ist vollbracht!
Marcel Klerks
20 jaar Vitesse-supporter uit Alphen aan den Rijn
Bron: Marcel Klerks / Foto's: Supportersvereniging Vitesse