24 april 2011 In de media

Aissati kijkt bewonderend naar ‘Ibi’: ‘Hij blijft me verbazen’

Ismail Aissati is weer belangrijk. Na PSV en Ajax maakte hij aan het begin van dit seizoen een ogenschijnlijke stap terug naar Vitesse, waar hij als huurling van de Amsterdammers speelt.
Maar de kleine Marokkaanse baltovenaar is aanvoerder en heeft een trainer met een verleden bij zijn favoriete club Barcelona, die ook nog eens het voetbal wil spelen dat het dichtst bij Aissati´s hart ligt.

“De ambities die Vitesse aan het begin van het seizoen uitsprak, in de personen van technisch directeur Ted van Leeuwen en Merab Jordania spraken mij enorm aan”, zegt Aissati. “De club wil in eerste instantie voor het linkerrijtje gaan. Er zijn weliswaar veel versterkingen gehaald, maar je kunt een team niet kopen. Dat beseffen de beleidsbepalers inmiddels ook. Om structureel succes te hebben, moet je spelers langdurig aan je verbinden. Ook de manier waarop Vitesse naar de top wil spreekt me aan, in een 4-3-3-systeem met aantrekkelijk voetbal. Zelf speel ik dan het liefst als nummer tien met de punt naar voren, en in mijn rug op links en rechts twee controleurs. We hebben dit seizoen in verschillende formaties gespeeld, waarin ik altijd een bepaalde vrijheid heb gekregen.”

Ismail Aissati ademt puur voetbal. Het Utrechtse straatvoetballertje werd op jonge leeftijd naar de Eindhovense Herdgang van PSV gehaald, waar hem met name werd geleerd om zijn grote technische bagage functioneel te gebruiken. “Ik was vroeger bij PSV een echte dribbelaar. Ik heb veel gehad aan Ricardo Moniz, destijds de techniektrainer. Hij leerde mij om mijn aanname te perfectioneren, altijd vooruit te voetballen en hoe je een tegenstander het beste kunt uitspelen. Ik ben gek op zulke trainers.”

Als zestienjarig jochie debuteerde Aissati in het eerste elftal van PSV. “Roda JC-uit, dat weet ik nog goed. Natuurlijk werd een droom werkelijkheid. Zeker, toen ik kort daarna ook in Milan tegen AC mocht spelen. Ondanks dat ik nooit ben gaan zweven, was het wel een moeilijke tijd. Samen met Ibrahim Afellay reisde ik toen elke dag met de trein naar Eindhoven. Iedereen sprak me aan en wilde wat van me. Of als ik ergens wat ging eten of drinken, bleven ze me aankijken en werd er gefluisterd. Dat was erg ongemakkelijk. Voetballers zijn ook gewoon mensen. Geluk was Ibi mijn steun en toeverlaat. Op alle gebieden. Ik ken hem inmiddels al tien jaar. Ik heb veel respect voor hem. Hij wil altijd beter worden, maar tegelijkertijd blijft hij wel zichzelf. Nu ook bij Barcelona. Ik ga binnenkort naar hem toe en heb ook nog altijd veel contact met zijn familie.”

Aissati en Afellay, pak ´m beet een jaar of zes geleden de absolute beloften van PSV. Hun wegen gingen echter een totaal andere richting. Respectievelijk Vitesse en Barcelona, een wereld van verschil. “Ik heb een aantal keren stilgestaan in mijn ontwikkeling. Dat heeft met mezelf te maken, het lag niet aan de trainers die ik heb gehad. Het probleem bij PSV was ook. dat trainers ons niet samen durfden op te stellen. Zoals Rafael van der Vaart en Wesley Sneijder die situatie hadden bij Ajax. De keuze was dan snel en logisch gemaakt, omdat Ibi verder was dan ik. Alleen meneer Hiddink liet ons samen spelen.”

Het respect voor de huidige bondscoach van Turkije is groot. “Hij is de beste trainer die ik tot nu heb gehad. Phillip Cocu zei toentertijd al dat ik met de beste coach werkte en dat ik in de toekomst iedere trainer met hem zou gaan vergelijken. Toen dacht ik daar niet over na, maar het klopt wel. Meneer Hiddink is een fantastische man en weet je altijd te prikkelen. Hij hield ook van mijn speelstijl. Hij riep altijd: ‘Satti bal, Satti bal.’ Hij vond het prachtig, dat ik altijd de bal wilde hebben. Als ik dan na de training met Ibrahim naar huis reed, begon hij te lachen en riep hij: ‘Satti bal, Satti bal.’” Bijrijder Aissati lag dan meteen in een deuk. “Ibrahim haalde als eerste het rijbewijs. Hij kwam me halen en ik lag dan binnen vijf minuten te slapen. Hij zei dan in het Marokkaans tegen me. ‘Haal alsjeblieft je rijbewijs, dan kan ik daar liggen.’”

Tegenwoordig koerst Aissati in zijn eentje richting Arnhem, terwijl zijn ‘broeder’ ver weg in Catalonië rondloopt, tussen sterren als Andrés Iniesta, Xavi en Lionel Messi. “De stap naar Vitesse was goed voor mij. Ik speel nu elke week. Dat heb ik gemist. Het geeft me vertrouwen en houvast. Als team presteren we niet optimaal, maar persoonlijk kijk ik terug op een leerzaam en goed jaar. Natuurlijk is de teamprestatie het belangrijkst, maar een lekker gevoel is ook veel waard.” Albert Ferrer gaf zijn spelmaker de aanvoerdersband. “Ik ben één van de meest ervaren spelers met mijn 22 jaar. Dat zegt genoeg over het team. We zijn nog volop in ontwikkeling. Die band geeft me een grote verantwoordelijkheid en is ook goed voor mijn ontwikkeling. Ik moet harder werken, omdat we niet altijd in balbezit zijn. Dat is frustrerend, voor een voetballer die altijd bij het betere team speelde, maar tegelijkertijd word je daardoor wel completer als voetballer. Gelukkig hebben we in Ferrer een trainer die vooruit wil voetballen. Je merkt dat hij bij Barcelona heeft gespeeld. Alle trainingsoefeningen zijn met bal en er wordt altijd naar een voetballende oplossing gezocht.”

Voetballen bij Barcelona, de club uit Aissati’s dromen, voor zijn hartsvriend is het inmiddels werkelijkheid geworden. “Ibi doet het fantastisch, hij past zich snel aan. Hij is een verlegen en rustig jongen, maar in het veld een voetballer met veel flair. Hij blijft me verbazen. Als je ziet hoe hij nu als vleugelaanvaller speelt, is het net of hij altijd op die positie heeft gestaan.” Bondscoach Bert van Marwijk was de eerste die de aanvallende middenvelder van Barcelona op die positie posteerde. Afellay koos op jonge leeftijd voor Oranje, terwijl Aissati er nooit over twijfelde om de kleuren van Marokko te gaan verdedigen. “Dat is een keuze op gevoel geweest. Mijn hart klopt voor Marokko. Als ik het Marokkaanse volkslied hoor, krijg ik kriebels. Ik was de vorige keer opgeroepen door bondscoach Erik Gerets, maar door ziekte moest ik verstek laten gaan. Het is natuurlijk jammer dat goede spelers als Khalid Boulahrouz, Nacer Chadli en Ibi niet voor Marokko hebben gekozen, maar dat moet je ook respecteren. Iedereen moet zijn eigen keuze maken.”

Voetbalzone

Hoofdsponsor: