Merchandise
Ajax wordt nu zelfs voetballend overvleugeld
Uitgerekend de Arnhemse ploeg was een jaar geleden ook de laatste die met een zege uit de Arena vertrok. AD Sportwereld legde die twee duels naast elkaar en trok de conclusie: maakte Wilfried Bony destijds als enige het verschil, nu is Vitesse in collectief opzicht zelfs de meerdere van Ajax.
Het zijn twee buitenlanders die de aandacht trekken op de eerste zaterdag van november,nu en vorig jaar. Wilfried Bony (Ivoorkust) is in 2012 met twee treffers dé man van Vitesse- Ajax (0-2). Een jaar later lacht Valeri Qazaishvili (Georgië) de tanden bloot als de match winnaar een nieuwe dreun heeft uitgedeeld aan de broze landskampioen, 0-1.
Tweemaal Ajax-Vitesse en twee keer bijten de Amsterdammers in het stof. Tussendoor wordt in competitieverband in de Arena niet verloren. Als je de twee nederlagen van 2012 en 2013 naast elkaar legt, kom je tot een conclusie die de ploeg van trainer Frank de Boer zorgen moet baren. „Dit is een mentale tik."
Vorm
Wanneer Ajax in het najaar van 2012 Vitesse ontvangt worstelt het met zijn vorm. Met de thuisnederlaag loopt het puntenverlies (in elf duels) op naar vijftien. „Ik miste agressiviteit en overtuiging," klaagt trainer Frank de Boer na afloop van die partij. Anno nu is er nóg minder perspectief. Ajax heeft (in twaalf wedstrijden) al zeventien verliespunten, is er al twee keer op rij niet in geslaagd te scoren en toont een groot gebrek aan vertrouwen.
Voorbeeld: als Viktor Fischer halverwege de tweede helft aan de bal komt ter hoogte van de middenlijn en een zee van ruimte voor zich heeft, kiest hij toch voor een tikkie terug. Het fluitconcert vanaf de tribunes is veelzeggend. Net als de man van de wedstrijd. Die wordt niet gekozen.
Het spelbeeld
Vitesse heeft een jaar terug, Wilfried Bony. De Ivoriaan, de verpersoonlijking van daadkracht en gogme, scoort in de Arena tweemaal. De Arnhemmers laten zich zakken, waar Ajax de bal rondspeelt, maar zonder tempo of ideeën.
Het Vitesse van nu heeft meer dan Bony. Van trainer Peter Bosz is bekend dat hij wil aanvallen. Niks geen loopgraven. Zaterdag voetbalt Vitesse vooruit, is het de eerste helft beter dan Ajax en krijgt het grotere kansen. De pijnlijke constatering: clubs tonen in de Arena geen respect meer voor Ajax en kunnen de Amsterdammers nu zelfs ook voetballend aan.
Kansen
In 2012 flanst Ajax een breiwerkje in elkaar, iets waar de club anno nu ook dikwijls patent op heeft. „We creëerden te weinig," zegt Siem de Jong een jaar geleden over die anderhalve kans tegen Vitesse. En nu? Een positief punt: de Amsterdammers komen wel degelijk gevaarlijk voor het Arnhemse doel. In de eerste
helft volleert Viktor Fischer naast, na de rust ziet Siem de Jong zijn kopbal in de laatste minuut gestopt door doelman Piet Velthuizen.
Een half minuutje later ligt de bal aan de andere kant achter Cillessen. „Je moet het geluk ook opzoeken," vindt trainer Frank de Boer.
Spelvreugde
Het enthousiasme in 2012 en 2013 is aanvankelijk hetzelfde. Voor aanvang wisselen de Ajacieden high-fives uit en drukken ze de handpalmen tegen elkaar. Maar als de wedstrijd aan de gang is, lijkt de spelvreugde verdwenen.
Dit seizoen is de lach in de Arena nóg verder weg. Waar is het plezier gebleven? „Als het vertrouwen terugkomt, gaan meer spelers ook meer genieten," countert Daley Blind. „Nu lopen we te veel tegen onszelf te voetballen."
Overmogen
Na de thuisnederlaag van vorig jaar reist Ajax af naar Manchester City voor de Champions League. „Kunnen we meteen iets rechtzetten," zegt Siem de Jong strijdlustig. Het team doet dat ook met de knappe 2-2 in het Etihad Stadium. Of dat tegen Celtic, overmorgen in de Arena, ook het geval is, moet nog blijken. Ajax
moet winnen om Europees te overleven, maar wie de ploeg ziet tobben, moet het ergste vrezen. „We beseffen dat het af en toe anders moet," aldus De Jong nu. „Met positiespel alleen scoor je niet altijd. Soms moet het opportunistischer. Niet te veel rondspelen, maar af en toe prikken. De bal niet terug maarnaar voren."
Het woordje 'crisis' wordt weggelachen. De Jong: „We staan maar drie punten achter de koploper. Zo dichtbij stonden we de laatste jaren nooit. Het is een gekke competitie."
