Appelleren
Ik heb geen zin om daarop te wachten. Daarom heb ik – speciaal voor u – nu al de tekst geschreven van het interview dat Theo Janssen pas eind volgende week zal geven. Ik vertrouw erop dat er maar een paar zinnen zullen moeten worden veranderd. Daar gaat-ie.
We zijn vroeg. ‘Theo Janssen zit vier meter naast ons en staat de regionale pers te woord. Geduldig houdt hij een droge worst in zijn handen en zegt vier keer achter elkaar: ‘Een echte Arnhemse Bukkelkopse Ruigworst. Ik ben weer thuis!’ Als Theo de interviewer van Het Arnhems tijdschrift voor slagers een hand heeft gegeven, en komt hij tegenover ons zitten. Hij is nog iets dikker dan we ons hadden voorgesteld. We stellen de eerste vraag.
Theo. Opgelucht?
‘Nou ja. Opgelucht. Wat is opgelucht? Als je bedoelt dat ik weg ben bij Ajax, ja, dan ben ik wel opgelucht. Als ik op de ring van Amsterdam reed moest ik kotsen, dus dan kan je wel van een opluchting spreken.’
Was het zo erg?
‘Ja. Ik ga daar niet over liegen. De eerste keer dat ik naar Amsterdam reed, voor de medische keuring, had ik het helemaal niet in de gaten. Ik rijd nietsvermoedend de ringweg op en ik kots in één keer die hele leasebak vol. Ik had net een Arnhemse Bukkelkopse Ruigworst op, dus dan begrijp je wel hoe ik uitstapte.’
Vies?
‘Nee. Teleurgesteld. Ik had me er veel van voorgesteld. Ajax. Dat was voor mij toch een stapje hoger. Ik ging prijzen pakken, weetjewel. Dus ik kom aanrijden en toen viel het, hoe moet ik dat zeggen, toen viel het me zo tegen.’
Leg uit.
‘Nou, onderweg naar Amsterdam had ik toch te veel op een soort van mooie ontvangst gehoopt. Dat er mensen zouden staan die Theo riepen. Desnoods een geintje. Iemand met twee lege kratten bier. Dat soort dingen. Maar er stond helemaal niemand. Nou ja, Sjaak Swart stond er toen ik aankwam.’
En die heeft je wegwijs gemaakt?
‘Ben je gek man. Die heeft bijna anderhalf uur, vlak naast mijn auto, staan vertellen dat hij, op zijn leeftijd, nog iedereen eruit holt. Gek werd ik van die man.’
Hij had wel gelijk, in jouw geval.
‘Ja, dat is vervelend, dat die beelden toen zijn uitgelekt. Ik heb inderdaad de 100 meter sprint van Sjaak Swart verloren. Dat is op een regionale zender uitgezonden. Bij ons hier kennen we dat helemaal niet. Hier vragen ze aan je welke hond je hebt en dan filmen ze je als je hem uitlaat. In Amsterdam gaat dat heel anders. Zag je mij in slow motion tegen Sjaak Swart sprinten, met die enorme pens van me.’
Je kwam te dik terug van vakantie?
‘Nou ja, wat is te dik? Je hoorde mijn buik op mijn bovenbenen klappen. Als jij dat te dik vindt, prima toch. Ik bepaal zelf wel wat ik eet. Het was vakantie.’
Frank de Boer heeft je dat kwalijk genomen.
‘Ja jammer dan. Ik zeur toch ook niet over die vroegoude, scheve treurbek van hem boven dat blauwe overhemd. Schei uit, man. Frank is al jaren lang te dik. In zijn hoofd.’ Ging het daar al mis, die eerste dagen bij Ajax? ‘Wat is mis? Ik verstond ze niet, dus dat scheelde al enorm. En als ik ze verstond bij de club, dan stonden ze vier van de vijf keer over iets te lullen waar ik helemaal geen verstand van had. Over Amsterdamse uitjes op zuur en waar de beste adresjes zaten en zo. En dan wilde ik iets vertellen over Bukkelkopse Ruigworst en dan hadden ze opeens iets anders te doen. Toen wist ik het eigenlijk al.’
Wat?
‘Dit zijn jongens die geen verstand hebben van droge worst.’
En toen heb je je voeten laten spreken?
‘Ja, als ze je niet verstaan, wat moet je anders? Ik ben toen gaan zoeken naar de Theo Janssen waar ze veel geld voor hadden betaald.’
De man met het overzicht. De aanjager. De man met de routine.
‘En de man in het trainingspak op de bank. Ik heb veel te weinig gespeeld bij Ajax. Te weinig op de goede plek, laat ik het zo zeggen. Ik heb daar gesprekken met de trainer over gehad. Die heeft heel lang met mij gesproken en ik heb eigenlijk alleen maar geluisterd.’
Kan je zeggen waar die gesprekken over gingen?
‘Over zijn schoenen. Bruine schoenen, dat die veel beter combineren met een zwart pak. Weet ik veel. Hij heeft eigenlijk twee jaar lang alleen maar met mij over handgemaakte, bruine, leren schoenen zitten praten. Nooit over voetbal. Hij wilde dat ik ook die schoenen ging dragen.’
Ben je dat gaan doen?
‘Als ik eerlijk ben: ik heb ze een keer gepast, bij mij thuis in Arnhem, in een kamer vol met vrienden. Toen heb ik me precies zo aangekleed als Frank de Boer en toen hebben we een lachbui van een half uur gehad.’
Blij dat je terug bent?
‘Ik ben wel blij, ja. Hier hebben ze geen grachten. Dat scheelt al. Waren ze daar ook heel trots op. De grachten. We hebben het over stinkend water met wat bruggetjes eroverheen. Ik bedoel maar.’
Snel vergeten en waardevol zijn voor Vitesse, vatten we je gevoel zo een beetje goed samen?
‘Snel eten en waardevol zijn voor Vitesse. Hahaha. Als je Frank spreekt, doe hem de groeten. En pis over zijn schoenen.’
U en ik weten hoe het er in Het Wereldje aan toegaat. ‘Theo Janssen gaat weg bij Ajax, alleen doet iedereen nog even alsof het helemaal mis kan lopen. De bekende wrange tango wordt gedanst.
(Opmerking van de redactie: voor diegenen die de rubriek ‘Appelleren’ uit de VI niet kennen of slecht de derde alinea lezen, wat met name uit Twitter-reacties in vooral het Amsterdamse nogal het feit blijkt te zijn: het is een satirische column van Nico Dijkshoorn en geen weergave van een werkelijk interview met Theo Janssen)