Assistenten op hun plek bij Vitesse

Albert Capellas (44) en Stan­ley Menzo ( 48) gaan waar­schijnlijk voor twee jaar bij­tekenen bij Vitesse. Twee as­sistent- trainers, met een ei­gen verhaal.

Na de 4-1 nederlaag te­gen Excelsior, op de slotdag van vorig sei­zoen, kreeg Albert Ca­pellas een sms-je van Pep Guardio­la. De trainer van FC Barcelona feli­citeerde zijn landgenoot met het behoud van het eredivisieschap.

‘Je weet niet hoe veel ik de laatste tien minuten heb afgezien’, ant­woordde Capellas, wijzend op het feit dat één tegentreffer meer, na­competitie had opgeleverd. Guar­diola zei: ‘Deze ervaring neem je mee. Daardoor ben je een betere trainer geworden. Gefeliciteerd’.

Een prachtige anekdote, die aan­sluit bij de belevingswereld van Ca­pellas. De bescheiden Spanjaard kwam eind 2010 naar Nederland om te leren, terwijl hij al waarde­volle bagage had verzameld. Capel­las was zes jaar coördinator in de jeugdopleiding van FC Barcelona en trainde drie jaar het tweede elf­tal van de Catalaanse grootmacht.

„Ik wilde graag naar het buiten­land”, zegt Capellas in de lobby van hotel Le Meridien in Limassol. „ Om een andere taal te leren en omdat zo’n ervaring goed is voor mijn ontwikkeling als mens en trainer. In mijn dromen was ik er­gens assistent in de hoogste klasse en zo is het gegaan. De Nederland­se competitie is de beste plek voor mij om te leren en te helpen. Alle ploegen willen hier voetballen.”

Vorig seizoen leefde hij alleen in Arnhem. Nu is zijn familie bij hem. „Mijn vrouw, mijn dochter van negen en mijn zoon van zes, die bij RKHVV voetbalt, hebben het goed naar hun zin in Huis­sen”, vertelt Capellas in uitstekend Engels. Inmiddels heeft hij twee keer per week Nederlandse les.

„ Dat ik bij Vitesse werk, is ook een cadeau voor mijn kinderen. De in­ternationale school in Nederland is een van de beste van de wereld.

Ze leren Engels en Nederlands. Bo­vendien krijgen ze een global vis­ion, een wereldse kijk op het le­ven, als ze vier of vijf jaar in het buitenland leven. Het is een ca­deau voor de rest van hun leven.”

Capellas is verheugd met het voor­uitzicht van een nieuw tweejarig contract. „Ik ben niet iemand voor de korte termijn. Ik werk bij een mooie club, die groeiende is. En zie het team en de club elke dag be­ter worden”, aldus Capellas, die niet de behoefte voelt hoofdcoach te worden. „ Als de dag komt dat ik niet bij Vitesse kan blijven, heb ik meer ervaring en zal ik kijken wel­ke stap ik moet zetten. Ik wil ge­lukkig zijn in mijn baan. Als dat als assistent is, waarom niet?”

Ook Stanley Menzo zal zeer waar­schijnlijk voor twee seizoenen bij­tekenen. Hij loopt tegenwoordig met een brede glimlach rond bij Vitesse, waar hij zich vorig seizoen nog overbodig voelde. ,,Er is een groot verschil met vorig seizoen’’, zegt de zesvoudig international.

,,Er zit meer chemie in de totale groep. Dat vind ik ook belangrijk, dat je samen naar oplossingen pro­beert te zoeken. Ik wil belangrijk zijn, zonder op de voorgrond te hoeven treden. Als je dat gevoel niet hebt, dan loop ik verloren rond. Ik ben iemand met een dui­delijke eigen mening en ga niet met alle winden mee.”

Afgelopen zomer hoopte Menzo de rol van de vertrokken hoofdtrai­ner Albert Ferrer over te nemen, maar clubeigenaar Merab Jordania koos voor John van den Brom.

„Dan ben je even teleurgesteld, dat is duidelijk”, erkent Menzo. „Het hoofdtrainerschap is wel een ambi­tie. Ik sprak toen met John en hij zei dat hij me alle ruimte wilde ge­ven. Dat is ook gebleken.’’

Menzo was reeds hoofdtrainer bij de eerstedivisionisten AGOVV, FC Volendam en Cambuur. Die func­tie wil hij ook graag eens in de ere­divisie bekleden. „Maar”, stelt hij.

„Ik heb het nu zo goed naar mijn zin bij Vitesse, dat als ik de stap zou maken, het echt ook een stap hogerop moet zijn. Dan moet het een club zijn, waarin ik het echt zie zitten.”

De gewezen goalie van onder meer Ajax, PSV en Oranje zit voor­lopig prima op zijn plek. „We moe­ten elke dag hard werken, zodat ie­dereen graag bij Vitesse wil blij­ven. Het is een club in beweging, naar boven. Je wilt allemaal deel uitmaken van iets moois.”

Gelderlander