30 oktober 2020 In de media

Bazoer: ‘Het is nog veel te vroeg om nu al te juichen. We zijn net begonnen’

Vitesse is vooralsnog de revelatie van het seizoen. Riechedly Bazoer (24) excelleert als spelverdeler achter zijn defensie.

‘Door zijn talent lijkt alles hem makkelijk af te gaan. Er zijn nu al zo waanzinnig veel momenten geweest die hij bijna spelenderwijs oploste.’

Hij werd deze week even van zijn troon gestoten door Dusan Tadic. Maar de tweede plaats in het VI-klassement is natuurlijk geen toeval. Riechedly Bazoer speelt dit seizoen als een baas. Hij loopt over de velden alsof het een strandwandeling betreft. Het was zijn nieuwe trainer die hem na wat oefenwedstrijden en -sessies bij zich riep. ‘Het was op trainingskamp en de trainer kwam na het eten naar me toe en vertelde me dat hij de volgende ochtend een gesprek met me wilde. Ik vroeg me af wat hij wilde en werd er onrustig van. Dus een paar uur later stond ik al bij hem. Heb ik hem gezegd dat ik zo niet rustig kon slapen en graag meteen wilde weten waar het over ging. Hij wilde 3-5-2 gaan spelen met mij als laatste man. Dat wilde hij proberen in de oefenwedstrijd tegen PSV. Dat ging aardig en daarna ben ik blijven staan.’

Het verdeelcentrum van het vernieuwde Vitesse was geboren. Meer nog dan de koppositie is de speelstijl het bewijs. Het is aanvallen al vanaf de eigen zestienmeter. ‘De trainer geeft me veel aandacht op trainingen, wil dat ik overal bij betrokken ben. Ik weet nu wat er wordt gevraagd voor die positie. Ik ben vaker aan bal, dat ligt me wel. Ik kan de vrije man goed vinden en heb een aardige trap. Verdedigen is ook veel positioneren.’

Het duel met PSV was een nieuw meetmoment en een bevestiging dat Bazoer in Nederland van de buitencategorie is op die positie. En dat tegen de club waar hij precies tien jaar geleden als ballenjongen stond te juichen bij die 10-0 tegen Feyenoord. En stond hij nu dus tegen Jorrit Hendrix, met wie hij nog in de jeugd speelde bij PSV. De uitdaging was groot, want hoe het kan weet niemand, maar nog nooit verloor PSV in het grootste theater van Nederland. De laatste keer dat Vitesse thuis won van de Eindhovenaren, in 1997, was Bazoer net geboren. De gelovigen zijn niet welkom in de Arnhemse voetbalkerk. Iedereen in de stad heeft het over het nieuwe gezelschap dat de ene na de andere mooie voorstelling geeft. Vernieuwend voetbal dat zelfs al een eigen naam heeft gekregen. Letschbal. Een verwijzing naar de bescheiden Duitse trainer, die op de markt nul euro mocht uitgeven maar zijn acteurs wekelijks laat stralen.

VERTICAAL

Al bij zijn aankomst vertelde hij allergisch te zijn voor verdedigers die de bal obligaat heen en weer passen achterin. Alles verticaal, was het devies. Risico’s nemen. Dus zette hij zijn beste man en spelverdeler gewoon achterin. De Letsch libero is op zich niets nieuws, ook Franz Beckenbauer speelde begin jaren zeventig al als een laatste man die veelal op het middenveld te vinden was. Maar genieten is het wel. Wat is het zuur dat uitgerekend nu niemand het stadion in mag in Arnhem. Want Bazoer is een genot om naar te kijken, de man bij wie letterlijk iedere Vitesse-aanval begint.

Het mooiste daarbij is dat hij doorgaans de bal ontvangt als laatste man op het veld. Hij dribbelt dan naar voren, geeft een lange crosspass of zet een een-twee op. En moet en passant ook de verdediging leiden. Dat lukt aardig. Vitesse heeft de minst gepasseerde defensie van Nederland. Niet slecht en al helemaal niet als je Ajax en PSV al hebt gehad. Daarmee zijn meteen de enige twee ploegen genoemd die wél wisten te scoren tegen de Arnhemmers.

De competitie is pas zes duels onderweg, maar al na een paar wedstrijden van Vitesse was ADO Den Haag de hele week aan het trainen op het systeem van de volgende tegenstander. De reserves mochten elke dag opdraven in een 3-5-2-systeem. Belangrijkste focus was Bazoer onschadelijk te maken. De man die Vitesse van achteruit aanstuurt, moest onder druk worden gezet. Het hielp allemaal niets, want zelfs met tien man wonnen de Arnhemmers moeiteloos.

Bazoer staat dus net achter Dusan Tadic tweede in het spelersklassement van VI. De voormalige international blaakt van het zelfvertrouwen, sinds hij dit seizoen als een hedendaagse Beckenbauer, op een wat bescheidener podium en niveau, de geel-zwarte troepen vanuit de defensie regisseert. ‘Haha, sommigen noemen me inderdaad al Franzie. Maar dat heeft meer met de positie te maken natuurlijk. Ik moet zeggen dat het nu wel lekker gaat, als team draaien we heel goed. Daar begint alles mee. De trainer geeft me veel vertrouwen en verantwoordelijkheid, en dat probeer ik te tonen op het veld. Nee, ik ben allesbehalve nonchalant. Als ik op bepaalde posities een foutje maak, kan hij meteen hangen.’

In de wedstrijd tegen Heracles Almelo gebeurde dat na een paar minuten al. Bazoer verloor de bal en zag dat bijna bestraft met een tegendoelpunt. ‘Dat moet eruit’, erkent hij. Thomas Letsch is wat milder: ‘Ik ben toen ik hier kwam met hem gaan zitten. Ik had zijn loopbaan bekeken en dan is de vraag natuurlijk hoe hij nu hier terecht is gekomen. Hij speelde al zo jong bij Oranje. Ajax, Wolfsburg. Daar hebben we het over gehad, heeft hij zijn verhaal over gedaan. Op de trainingen en wedstrijden zie je dan meteen hoe goed hij is, helemaal als hij het spel voor zich heeft. Hij is iemand die altijd zicht op het vijandelijke doel moet hebben. Assistent-trainer Joseph Oosting kende hem natuurlijk al langer en had net als de rest van de staf het idee dat hij in deze rol goed zou kunnen functioneren. Hij is eigenlijk zowel laatste man als eerste aanvaller van achteruit. Hij is positioneel zó sterk, heeft een goede trap en inzicht en hoeft ook niet bang te zijn in de duels.’

‘Door zijn talent lijkt alles hem makkelijk af te gaan’, vervolgt Letsch. ‘Er zijn nu al zo waanzinnig veel momenten geweest die hij bijna spelenderwijs oploste. Het is een genot hem daar bezig te zien. En ja, natuurlijk kan het een keer gebeuren dat de bal hem wordt ontfutseld. Maar dat is inherent aan die positie. In dit geval ging de bal er gelukkig niet in, maar ik zeg je: pak alle wedstrijden erbij! Zullen we niet liever naar die 99 beelden kijken waar hij dat allemaal laat zien, in plaats van naar dat ene beeld waar het dan een keer misgaat? Het mooie bij hem is dat je eigenlijk veel spelers moet leren en trainen en soms bijna dwingen risico te nemen. Bij hem is het bijna andersom. Zijn zelfvertrouwen is zo groot, dat hij als vanzelf altijd de weg naar voren zoekt. Waar we veel aan werken is vooral het bewustzijn dat je op die positie op die manier een enorme sleutelrol vervuld, waarbij het als je een fout maakt ook doorgaans meteen een grote kans voor de tegenstander oplevert. Bij Bazoer is dat ook prettig, hij pikt zaken makkelijk op.’

ONTWIKKELING

Tegen het zwaar gehandicapte PSV miste Vitesse een compleet middenveld en toch stond Bazoer aanvankelijk weer achterin. Dat zegt wel veel over het belang dat Letsch hecht aan zijn lepe libero. Zijn ontwikkeling zie je in de details. Zo zagen we hem na tien minuten geheel tegen zijn natuur in een slecht verwerkte bal van zijn doelman oppikken. In zijn rug kwamen de PSV-aanvallers, we wisten al wat er vervolgens ging gebeuren: hij zou de bal tussen ze door passen. Maar nee, zonder zich te bedenken passte hij de bal in een vloeiende beweging gewoon over de zijlijn. Terwijl de bal nog onderweg was, stond hij zijn medespelers alweer te coachen. In de eerste 35 minuten had PSV welgeteld één balcontact in de zestien van Vitesse.

Als we de cijfers van dit seizoen erbij pakken, zien we Bazoer op de tweede plaats van spelers met de meeste succesvolle passes. En dat terwijl hij vrijwel altijd de weg naar voren zoekt. Dat zegt al veel over hem, spelers zoeken altijd automatisch de man waarbij de bal het veiligst is. Maar opmerkelijker is de 88 procent achter zijn naam. Dat is het aantal ballen dat ook daadwerkelijk aankwam. Een percentage waar niemand bij in de buurt komt. Minstens even imposant is de lijst van balveroveringen, waar Bazoer met 58 overnames – gemiddelde bijna tien per wedstrijd – eerste staat. En ja, bij overtredingen komen we hem ook tegen, alleen dan wel bij het lijstje overtredingen tegen een speler. Daar staat hij tiende. De enige verdediger die een vrije trap meer meekreeg, was Ridgeciano Haps.

Genoeg cijfers, want het zijn de mannen op het veld die het best kunnen oordelen. Een van hen is de nog vaak onterecht wat onderschatte Danilho Doekhi, die hem in de verdediging assisteert. Hij zag meteen hoe PSV net als ADO Den Haag blijkbaar erg druk was geweest met Bazoer. Van alle kanten probeerden de Eindhovenaren zijn passingslijnen te blokkeren.

‘Ja, dat zie je al vanaf de eerste wedstrijd. Tegenstanders proberen alles om de opbouw bij hem te verstoren. Het liefst hebben we de bal bij hem, maar de tegenstanders zie je per wedstrijd harder werken om hem nog steviger vast te zetten. Dat is nog niemand gelukt. Meestal speelt hij zich daar moeiteloos onderuit, vaak schakelt hij mij ook in. Ries en ik hebben een enorme klik buiten en binnen het veld. Als hij voelt dat hij kan gaan, moet hij gaan. Dan moet ik overnemen, dan komt het goed. Ik vind niet dat het riskant is. Hij is goed aan de bal, goed in de opbouw en hij kan echt goed verdedigen. Vergis je niet, hij is snel, sterk en wint bijna alle duels. Daarom staat hij daar ook. Ik vind dit wel wat hebben met hem als spelverdeler achterin. De eerste opbouw is bij hem en in het midden hebben we dan normaal Oussama Tannane, die ook echt goed is met de bal.’

Toen Vitesse na de rust alle grip even had verloren en PSV de thuisclub wegdrukte, zagen we ineens vijf doelpogingen van de Eindhovenaren in zeven minuten. Letsch greep in en Bazoer ging na zestig minuten alsnog naar het middenveld. Meteen nam de druk af. ‘Iedereen zegt dat ik echt als centrale verdediger speel, maar ik zie mezelf hier nu meer als een teruggetrokken middenvelder. In die zone ben ik veel te vinden. Ik moet nu de opbouw verzorgen en dit is een totaal ander verhaal dan dat je met twee centrale verdedigers speelt. Ik ben gewoon een heel ver ingezakte verdedigende middenvelder. Of je het nu 5-3-2 noemt of 3-5-2, het is maar hoe je het bekijkt. Wij vallen graag en zo veel mogelijk aan en de trainer wil dat dat bij mij begint. Dat vertrouwen is heerlijk. Hij zit er soms erg kort op, maar laat me tegelijkertijd ook vrij. Daar voel ik me prettig bij. Ik mág geen risico nemen, nee, hij wíl dat. Té veel risico kan dodelijk zijn, daar hamert hij wel op bij mij. Dat ik wel moet weten waar op het veld en wanneer ik wat doe. Ik heb zoveel zelfvertrouwen, omdat ik weet dat ik me overal uit kan voetballen. Maar soms moet ik de bal gewoon even over de zijlijn passen.’

Na Ajax en PSV in de eerste zes wedstrijden is Vitesse medekoploper. Zoals er ieder seizoen wel even een club verrassend bovenaan staat. Grote vraag is natuurlijk of Vitesse dit door kan zetten. ‘Als we zo doorgaan, kunnen we iedereen pijn doen. Maar ik zeg niet voor niets als. Vorig seizoen stonden we in deze fase ook bovenaan. Je weet hoe dat is afgelopen. Ik focus me op nu. Ik moet deze lijn doorpakken en ik voel me bij Vitesse heel erg op mijn plek. Het is gewoon fijn hier. Deze trainer is echt goed, dat heb ik al vaker gezegd. Kijk naar mij, kijk naar Tannane. Kijk naar Thomas Bruns. Iedereen voelt zich heel prettig. Ja, ik hoor ook mensen over de koppositie, maar waar gaat dat nou over? Geloof mij maar, het is echt niet makkelijk om in de Eredivisie wedstrijden te winnen, dus laten we ons daar maar op focussen.’

BIJSLUITER

Dit verhaal heeft nog een bijsluiter. Want onderwijl wacht heel Nederland rustig af totdat Bazoer dadelijk ergens onnodig ontvlamt en zijn eigen ruiten ingooit met een domme rode kaart of ruzie op de training. Net als bij Tannane is dat de reden waarom een speler met zijn mogelijkheden – met alle respect – in de subtop is beland. Van straat naar stadion blijkt voor veel spelers vaak een lastig traject. Het smeulende vuur kan op de vreemdste momenten oplaaien. Tannane ging hem al voor met zijn uitbarsting in Den Haag.

‘Nee, ik heb niet gelijk een stempel gekregen, zeker niet’, stelt Bazoer. ‘Ik heb juist heel veel hulp gehad. Ook bij PSV was het meteen warm, bij Ajax was er gelijk een plan. Dan kom je in de spotlights. De media hebben een bepaald beeld van me gecreëerd. Mensen om me heen weten dat dat helemaal niet klopt. Hoe dat komt? Doordat er wat incidenten zijn geweest en dan worden er heel snel conclusies getrokken. Die zijn vaak negatief.’ Net zoals er toch vaak positief over hem wordt geschreven? Als de media dan een verkeerd beeld neerzetten, is hij degene die zichzelf het best kan omschrijven. ‘Ik ben lief, aardig, zacht en ja, ik heb ook emoties. Als je bij mij over de schreef gaat, komt de straat in me boven, dan is het bij mij: Tot hier en niet verder.’

Tannane vertelde dat twee weken geleden ook al. Hoe mensen soms vergeten dat je op de pleintjes bent opgegroeid. Bazoer knikt: ‘Ik zat al vanaf mijn negende bij PSV. Reisde ik vanuit Utrecht iedere dag op en neer. Daar heb ik dat wel geleerd. Op het pleintje moet je de baas zijn dan moet je voor jezelf opkomen. Maar in de voetbalwereld moet je slim zijn en soms weglopen. Op een pleintje blijf je staan. Loop je weg, dan verlies je. Daar moet je slim in worden. Nu moet je júíst weglopen, niet wachten op een escalatie. In het stadion is het heel anders dan op het pleintje, daarom is het goed om slim te zijn en te leren dat je van de situatie weg moet gaan. Als je bij een profclub speelt, kun je niet meer net als op straat reageren. Soms in het leven moet je niet over je heen laten lopen. Maar dan moet je daar wel een afweging in maken.’

Mocht dat gebeuren, dan is hij bij Letsch in ieder geval in veilige handen. De voormalige leraar draait er na het incident met Tannane – de rode kaart tegen ADO Den Haag vanwege aanmerkingen op de leiding – niet omheen. ‘Hij was fout. Dat weet hij ook. Daar moet je dan van leren en het de volgende keer beter doen. Maar iedereen maakt fouten, jij net zo goed als ik. Ik kijk liever naar de goede dingen.’ Over één ding zijn de twee het ook eens. Letsch herhaalt bijna letterlijk de woorden van zijn nummer 10: ‘Wat we tot nu toe hebben gedaan is mooi, maar het is nog veel te vroeg om daar nu al over te juichen. We zijn net begonnen.’

Bron: VI / Foto's: SV - Vitesse

Hoofdsponsor: