Bony: ‘Mijn relatie met Vitesse is puur zakelijk’
Ken jij Nikos Machlas?
‘Ja, dat is een voormalige spits van Vitesse. De man met de meeste goals in de clubgeschiedenis: 34 in één seizoen toch? Dan moet ik er nog zeven maken. Om eerlijk te zijn lijkt me dat niet meer mogelijk. Mijn doel is elke wedstrijd te scoren. Het zou fantastisch zijn topscorer van Nederland te worden. Toch is de concurrentie moordend.’
Die titel kan je amper nog ontgaan. Je meest recente voorgangers, Bas Dost (nu VfL Wolfsburg) en Björn Vleminckx (Club Brugge, verhuurd aan Genglerbirligi), hebben het vervolgens buiten Nederland nog niet waargemaakt. Heb jij enig idee wat je doelpunten over de landsgrenzen waard zijn?
‘Geen idee. Het hangt ook van de speler zelf af. Je krijgt, zeker op een hoger niveau, nauwelijks tijd te acclimatiseren. Een nieuwe club heeft flink voor je betaald en wil resultaat zien. In het geval van een spits gaat dat om doelpunten. Je hebt te maken met een nieuw land, nieuwe gewoontes en toch rekent iedereen je af op de goals. Gelukkig zijn er ook succesvolle voorbeelden. Luis Suarez vond meteen zijn draai bij Liverpool. Anderen hebben meer tijd nodig. Je kunt alleen niet te lang wachten, mensen willen waar voor hun geld. Mijn voordeel is dat ik me redelijk snel kan aanpassen. Dat heeft ook met je focus te maken. Je moet louter bezig zijn met succes. Zo heb ik ook overleefd in Praag.’
Je doelt op 2008, toen je Ivoorkust verruilde voor Sparta Praag.
‘Praag is een harde stad. Zeker in je eentje. In mijn eerste maanden had ik die focus ook niet. Mijn leven stond op z’n kop. Allereerst was het veel te koud. Als het in Tsjechië koud is, dan is het ook écht koud. Niet zoals die winters hier. Intussen moest ik me aanpassen. Het voedsel, de trainingen en vooral de taal. Ze weigerden Engels met me te praten. Alles ging in het Tsjechisch. Ik kwam vrij snel erachter dat ik alleen kon slagen als ik de taal zou leren. Destijds heb ik me volledig op het Tsjechisch gestort. Dat is ook onderdeel van je vak: alles overhebben voor je carrière. Het maakte de overstap naar Vitesse veel eenvoudiger.’
Dat was wel een vreemde stap. Van Sparta Praag, vaste deelnemer aan de Europese toernooien, naar Vitesse.
‘Zo dachten wel meer mensen. Er waren veel opties, maar ik wist dat je in Nederland snel zou opvallen. Hier had je vijf grote clubs: Ajax, Feyenoord, PSV, FC Twente en AZ. Ik zou naar Vitesse gaan. Dan kon ik na een jaar misschien wel een stap maken naar een van die grotere clubs. Met iets meer geluk zou er zelfs een grote competitie komen. Het stikt in Nederland van de scouts. Helaas had ik mede door een blessure een moeizaam halfjaar. Ik heb lang moeten wachten op deze kans.’
Je doelt op een vervolgstap. Kun jij ook twintig goals maken in bijvoorbeeld de Premier League?
‘Ja, waarom niet?’
Omdat het niveauverschil tussen de Eredivisie en de topcompetities erg groot is. Daarom is het logisch te veronderstellen dat je het moeilijk gaat krijgen.
‘Dat weten we pas als ik het heb geprobeerd. Samen met mijn managers moet ik de juiste keuze maken. Ik weet eerlijk gezegd nog niet of ik dan aan een club van het kaliber Chelsea, Real Madrid of eerder de middenmoot van Duitsland of Engeland moet denken. Trouwens, zo zwak is de Eredivisie niet. Ik keek vorige week naar de interland tussen Nederland en Roemenië. Oranje is wereldtop, maar het halve elftal speelt in de Eredivisie. Dat zegt wel wat. Maar natuurlijk wil ik nu verder. De belangrijkste voorwaarde is dat ik bij een nieuwe club ook daadwerkelijk speel. Ik zal nooit ergens naartoe gaan waar ik veel verdien maar niet of nauwelijks aan voetballen toekom.’
Hoe belangrijk is geld?
‘Je krijgt geld voor de arbeid die je levert. Hoe beter ik mijn werk doe, hoe meer ik betaald krijg. Toch zou ik op dit moment niet gelukkig zijn met een volle bankrekening en een plekje op de bank. Dat kan met de jaren veranderen, maar nu ben ik jong en wil ik spelen. Iedereen wil een beter leven en meer verdienen. Kijk naar Samuel Eto’o. Die man heeft alles gewonnen en speelt nu bij FC Anzhi. Voor heel veel geld. Is dat strafbaar? Ik geloof in het lot. Mijn toekomst is voorbestemd.’
Brengt het lot jouw naar West Ham United?
‘Ik weet dat er interesse is, maar ik heb nog geen concreet bod gezien. Daar kan ik dus verder niks over zeggen. Wel heb ik dromen. De Duitse competitie is geweldig, net als de Franse. Mijn voorkeur ligt toch in Engeland. Ik leef om doelpunten te maken en dat kan ik overal.’
Wat moet een geïnteresseerde club eigenlijk voor jou betalen?
‘Dat weet ik niet precies. Ergens tussen de tien en twaalf miljoen euro lijkt me schappelijk. Alleen heb ik van Vitesse nooit een officieel bedrag gehoord. Ze willen vast meer.’
Er is veel onduidelijkheid over jouw transferrechten. Verdwijnt een mogelijke transfersom in de kas van Vitesse of moet het geld naar Chelsea worden overgemaakt?
‘Ik neem aan dat al mijn transferrechten bij Vitesse liggen. Voor zover ik weet heeft niet Chelsea maar Vitesse mij destijds van Sparta Praag over genomen. Ik weet niet wat de rol van Chelsea precies is. Dat moet blijken als het daadwerkelijk tot een transfer komt. Er is uiteindelijk maar één man die bepaalt waar Wilfried Bony volgend jaar speelt en dat is Wilfried Bony. Een club kan nog zo’n mooi voorstel hebben, ik moet er zelf mee akkoord gaan.’
Vitesse probeert leidend te zijn in jouw transfer. Zij gaven vorig jaar Roman Oredhchuk een volmacht om jou in Rusland onder te brengen.
‘Wie? Die man ken ik helemaal niet. Francis Kacou en Dalibor Lacina zijn mijn managers. Zij praten met clubs en houden me op de hoogte. Wat Vitesse doet, interesseert me niet zo veel. Ik bespreek alles met mijn zaakwaarnemers. Er zijn veel roddels geweest, maar ik heb nog geen enkele keer nee hoeven te zeggen. Geen enkele club is tot nu toe concreet geweest.’
Met een landstitel op zak wordt het doorgaans eenvoudiger een transfer te maken…
‘Ja, dat zou geweldig zijn. Ze zijn in het buitenland niet gek. Als een club als Vitesse, Roda JC of ADO Den Haag kampioen wordt, dan hebben ze de traditionele top verslagen. Dan moet er kwaliteit in de selectie van de kampioen zitten. Of ik geloof in een titel? Het wordt heel moeilijk. Ik denk dat we bij de eerste drie kunnen eindigen, maar we zijn niet dé titelkandidaat. Je moet Vitesse zien als een gebouw in aanbouw. Onze flat wordt steeds hoger, maar er moeten nog een paar verdiepingen bovenop. Dat zag je eind vorig jaar, toen we wat punten lieten liggen. We waren wat vermoeid, de selectie was niet breed genoeg. Vitesse is een club in aanbouw, Ajax en PSV zijn wolkenkrabbers. Die staan er al een tijdje.’
Maar als je zes duels voor het eind op drie punten van de koploper staat, dan ben je toch een titelkandidaat?
‘We doen mee. Het kan allemaal heel snel veranderen. De ene week sta je tweede, dan weer vierde. Er is enorm veel spanning, dat is geweldig voor de competitie. Het voordeel is dat andere clubs kampioen móéten worden en wij niet. Bij ons tellen alleen de drie punten. We gaan voor het maximale, maar een plaats bij de eerste drie zou geweldig zijn.’
Trainer Fred Rutten zei vóór de winterstop dat Vitesse geen FC Bony is. Het toernooi om de Afrika Cup bewees zijn ongelijk. Toen jij weg was, liet Vitesse belangrijke punten liggen.
‘Natuurlijk is Vitesse méér dan Wilfried Bony. Ze hebben ook zonder mij gewonnen. Ik kan wél een extra wapen zijn. Als ik op het veld sta, wil ik winnen. Elk duel, elke bal. Alleen de winst telt. Dat straal je uit op een groep. Teamgenoten vertrouwen op me. Nee, dat geeft geen druk. Ik kén helemaal geen druk. Voor mij is die eerste bal belangrijk, die eerste kans. Soms duurt hét wel acht, negen minuten tot mijn eerste balcontact. Vind ik helemaal niet erg. Op het veld zeg ik maar één ding tegen mezelf: Dadelijk krijg ik een kans. Misschien is het wel de enige in deze wedstrijd. Die eerste kans moet er hoe dan ook in. Als dat lukt, kunnen wij ons spel spelen.’
Is het eerste balcontact allesbepalend?
‘Nee, dat maakt niet uit. Ook ik heb weleens een mindere dag. Dan moet ik heel simpel spelen. Aanwezig zijn, een beetje kaatsen. Wel blijf ik loeren op die ene kans. Ook op slechte dagen kan ik scoren. Ik benader elke kans alsof het de laatste van de wedstrijd is.’
En als je mist?
‘Dan gaat het soms verkeerd. Thuis tegen NEC bijvoorbeeld. Stonden we met 1-0 achter en miste ik een niet te missen kans. Dan blijft dat te lang in mijn hoofd zitten en speel ik meteen een moeizame wedstrijd. Gelukkig heb ik dat steeds minder vaak. Ik ben nu eenmaal een killer, scoren is mijn handelsmerk.’
Het is bijna een religie.
‘Dat is het ook. Ik doe alles voor de maximale focus. Ik bid vaak en vraag God om doelpunten en een beetje geluk. Je moet er alles voor over hebben om de beste te zijn. Zowel op aarde als daarbuiten. Dat is mijn maximale focus. Alles moet wijken voor het hogere doel. In mijn geval is dat het maken van doelpunten.’
Toch maak je ook indruk met je fysiek. ADO Den Haag-verdediger Vito Wormgoor noemde je onlangs een boom waarvoor je alleen maar kunt klappen. Je maakt zeker overuren in de gym.
‘Sinds mijn overgang naar Vitesse ben ik daar pas één keer geweest. Dat heb ik niet nodig. In Praag deed ik dat vaker, maar dat is nu overbodig. Mocht ik naar Engeland gaan, dan pak ik het weer op. Ik weet dat de jongens daar nog sterker zijn. Ik heb mijn eigen trainingsmethoden, maar ben bovenal erg sterk geboren. Daar heb ik geen gewichten voor nodig. Het is een enorm voordeel.’
Met je goals heb jij je ongekend populair gemaakt in Arnhem. Vitesse houdt van Bony, maar houdt Bony nog wel van Vitesse?
‘Ik heb een zwak voor de fans en ik vind Vitesse een mooie club. Hoezo?’
De afgelopen maanden greep je elk interview aan om te zeggen dat je weg wilde. Daar sprak weinig liefde uit.
‘Er was een probleem tussen mij en de club. Dat wilde ik op scherp zetten.’
Wat was dan het probleem?
‘Dat kan ik niet zeggen, dat is iets tussen mij en de club. Als er iets in je familie gebeurt, dan houdt je dat in de familie. Laat ik benadrukken dat ik echt lange tijd heb gehoopt op een transfer. Later heb ik dingen geroepen over Rusland, terwijl ik daar eigenlijk niet meer heen wilde. Dat was vooral om de clubleiding wakker te schudden.’
Er wordt gezegd dat jij meermalen bent voorgelogen. Toen je naar Arnhem kwam, moest je een deel van je salaris inleveren, wat later zou worden aangevuld. Dat is nooit gebeurd. Vervolgens zou de club meewerken aan een transfer, maar niemand kwam de beloftes na.
‘Er zijn veel beloftes gedaan, niet alleen aan mij. Diverse spelers in de selectie kunnen daarover meepraten. Bij mij ging het ook om geld, maar dat was niet het belangrijkste. Het gaat om respect. Dat vind ik het allergrootste goed. Dat toonde Vitesse niet. En let op, hè: het gaat om zaken die mij zijn aangeboden, niet om dingen waar ik zelf om vroeg.’
Wie is eigenlijk Vitesse voor jou? Is dat eigenaar Merab Jordania, algemeen directeur Erwin Kasakowski, technisch directeur Ted van Leeuwen of Fred Rutten?
‘Vitesse is mijn baas. Er is in een voetbalbedrijf maar één man die de problemen oplost en dat is de president. Toch is het normaal dat je met problemen eerst naar de trainer gaat. Daar is te weinig mee gedaan.’
Neem ons mee naar begin dit jaar. Toen de West-Europese transfermarkt dichtzat, sprak jij in de media over Rusland. Nu blijkt dat je helemaal niet weg wilde. Wat wilde je precies met die uitlatingen bereiken?
‘Als er een goed bod van een Russische topclub was gekomen, dan had ik er zeker over nagedacht. Toen de West-Europese markt gesloten was, bleef alleen Rusland over. Ik dacht: Ach, waarom niet? Twee dagen later had ik me al bedacht. Ik wilde liever in West-Europa blijven. Het klopt dat ik in de media hetzelfde ben blijven zeggen. Wat ik wilde bereiken, is moeilijk uit te leggen. Vitesse had me iets beloofd, maar kwam het niet na. Laten we het op een gesprek houden, een bijeenkomst.’
Simpel gesteld: je voelde je besodemieterd.
‘Als je iets toezegt, dan moetje het nakomen. Zo werkt het in Ivoorkust en ook in Nederland. Als je vervolgens niks doet, heb je een probleem. Het laatste jaar zijn er veel dingen verkeerd gegaan. Er is veel beloofd, maar Vitesse is zó weinig nagekomen. Een voorbeeld: mijn zaakwaarnemer heeft meermalen contact gezocht met de club, maar niemand nam op. Ze belden hem niet eens terug. Er wordt wel met tussenpersonen gesproken over mijn toekomst, maar niet met mijn zaakwaarnemer of met mij. Ik voelde me niet serieus genomen. Ik heb er veel over gesproken met John van den Brom (de vorige trainer van Vitesse, red.). Hij heeft me uitgelegd hoe het er daadwerkelijk aan toe gaat bij Vitesse. Hij zei: "Vergeet alles wat er gebeurd is. Maak je goals en als je de kans krijgt te vertrekken, ga meteen weg’! Dat heeft hijzelf vorig jaar ook gedaan.’
En weg was de clubliefde.
‘Het probleem was simpel. Bij deze club beloven ze alles, maar komen ze zelden wat na. Dat heeft uiteraard impact op een elftal. Na twee smoesjes heeft iedereen je door. Nu praat bijna niemand meer met de directie. We gaan naar het trainingsveld, kleden ons om en gaan weer naar huis. Mijn relatie met Vitesse is puur zakelijk. Dat is geen probleem. We don’t have to love each other to work together.’
Wat heeft dat met de sfeer in de kleedkamer gedaan?
‘In de kleedkamer wordt veel gelachen. We werken hard en de sfeer is goed. Het probleem ligt een verdieping hoger, bij de mensen die het voor het zeggen hebben. Er is overduidelijk een tweedeling in de club.’
Het plaatst jullie uitstekende prestaties in een ander perspectief.
‘De organisatie op het veld is goed. We weten allemaal wat er op kantoor gebeurt, maar daar sluiten we ons volledig voor af. Het gaat elk weekend om de punten. Intern praten we ook niet over de randzaken. Het is heel klinisch. Met de technische staf en de selectie proberen we het seizoen zo goed mogelijk af te maken.’
Maar er zijn toch ook spelers die moeite hebben met Rutten? Zeker nadat hij in januari niet in de spelersbus was gestapt na de bekernederlaag tegen Ajax (0-4) en zich ziek had gemeld. Hoe is jullie band?
‘Over die bekerwedstrijd wil ik niks zeggen. Ik zat in Afrika en heb zowel met teamgenoten als met de trainer gesproken. Het was vreemd, laat ik het daarop houden. Met John (van den Brom, red.) had ik een speciale band. Dat is nu wel anders. Met Fred Rutten heb ik een normale werkrelatie. We hebben respect voor elkaar en doen gewoon ons werk. Daar wil ik het bij laten.’
Voordat jij in januari 2011 naar Arnhem kwam, sprak je in Praag met Erwin Kasakowski over de plannen van Vitesse. Is de club op de goede weg?
‘De verhalen waren fantastisch. Ik kende Vitesse niet, maar hij sprak van een ambitieuze club met een nieuwe eigenaar. Een club die kampioen van Nederland wilde worden. Ze wilden een onverslaanbaar team formeren, met mij als spits. Op het veld benaderen we het gewenste niveau. De volgende stap is een vaste plaats in de subtop én een landstitel. Dat is mogelijk, maar dan moet wel de portemonnee worden getrokken. Daarnaast moet het veel professioneler.’
Je zegt bewust dat het elftal klaar is voor de laatste stap. Heeft de clubleiding dat tempo kunnen bijbenen?
‘Je moet fouten maken om in de toekomst beter te worden. Laat dat een les zijn voor Vitesse. Het elftal maakt grotere stappen dan de organisatie. Professioneler werken. Meer wil ik daar niet over zeggen. Op het veld profiteren we nog van vorig seizoen. We hebben onder John stappen gemaakt en het elftal is in grote lijnen bij elkaar gebleven. Eigenlijk zijn alleen Theo Janssen en Simon Cziommer erbij gekomen. Nu is het meer een groep, één familie.’
Hoe belangrijk is het dat jij na anderhalf jaar smeken eindelijk je transfer krijgt?
‘Dat is niet eens een vraag. Ik moet komende zomer weg. Ik ben klaar bij Vitesse en klaar in Nederland. Bovendien heb ik te maken met het nationale elftal van Ivoorkust. De prachtige loopbaan van Didier Drogba loopt op zijn einde en er zijn genoeg potentiële opvolgers. Dit is mijn moment. Alleen gaat dat foto: vi images moeilijk als je voor een club als Vitesse speelt. Dat zegt ze daar niet zoveel. Een bankzitter uit de Russische competitie kan zomaar de voorkeur krijgen, omdat hij bij een grotere club onder contract staat. Zo werkt het helaas in het voetbal. Ik moet een transfer maken om in beeld te blijven.’
Stel dat je komende zomer daadwerkelijk vertrekt, hoe moeten de fans in Arnhem jou dan herinneren?
‘Als een spits, een doelpuntenmaker. Misschien wel als de man die ze kampioen heeft gemaakt én topscorer van Nederland is geworden. Dat zou ik geweldig vinden. Toch is het belangrijkste dat ze mij zien als een aardige man, een goed mens. Iemand die alles voor de club heeft gegeven. Een doelpuntenmaker met een goed hart.’
‘Als ik God ergens om vraag, doe ik een offer’
Mede door zijn aanhoudende vraag om een transfer, zijn veel mensen Wilfried Bony gaan zien als een hebzuchtig mens. Toch is het tegendeel waar.
Net als veel andere Afrikanen geeft hij gul aan de minderbedeelden. De Ivoriaan loopt er alleen niet mee te koop. ‘Er zijn mensen die Bony haten en mensen die van Bony houden’, weet hij. ‘Mijn vrienden en familie weten hoe ik ben. Het klopt dat ik mijn status gebruik om andere mensen te helpen. Dat is toch normaal? Dat hoef ik toch niet elk interview te benadrukken?’
Bony’s vrijgevigheid komt voort uit zijn opvoeding én zijn geloof. ‘Ik bid vaak en vraag God vaak om hulp. Tijdens de transferperiode vroeg ik Hem om een mooie transfer. Later, toen alleen de Russische markt nog open was, vroeg ik om advies. Elke teer als ik ergens om vraag, doe ik een offer. Meestal bel ik dan mijn oom in Ivoorkust. Hij gaat vervolgens naar de bank en haalt geld op. Dan vraag ik hem of hij met dat geld naar ziekenhuizen en andere instellingen wil gaan.
Ik doe er alles aan om het maximale uit mijn leven te halen en God helpt me daarbij. Het is logisch dat ik dan wat terugdoe voor de mensen. Alleen hoeft niet iedereen dat te weten.’
Bony heeft het in het supportershome erg naar zijn zin