25 december 2020 In de media

Dasa: Het leven van de mensen die ik liefheb beter maken. Daar ben ik trotser op dan op mijn titels of interlands’

Zijn ouders hadden lange tijd als enige doel simpelweg te overleven. Ze werden uit de woestijn gered. Hun zoon ontdekte de bal en speelt al van kinds af aan om zijn familie een beter leven te geven. Tegenwoordig is Eli Dasa (28) voetballer van Vitesse.

‘De vliegtuigdeur gaat open. Eerst worden op brancards twee kinderen naar buiten gedragen. Daarna verschijnen zwijgend, de ene na de andere, in lompen gehulde Ethiopische Joden in de deuropening. De meesten blootsvoets en met een jerrycan water bij zich. Het grootste goed in een land waar de droogte de rol van Magere Hein waarneemt.’

Zo bracht De Telegraaf op 5 januari 1985 hét wereldnieuws van die dag: de succesvolle evacuatie van duizenden Ethiopische falasja’s naar Israël. Al jaren verschenen er af en toe berichten over mensonterende omstandigheden waaronder velen van hen in Soedan probeerden te overleven. Zelf noemen ze zich Beta Israël (Huis van Israël) en liever geen falasja’s – dat woord betekent bannelingen of vreemdelingen.

Hier begint het verhaal van Eli Dasa. Voetballer van Vitesse. Dankzij zijn ouders. Zij maakten en overleefden de oversteek. Hij is ze eeuwig dankbaar. Hij voetbalt voor hen. Honderden, misschien wel duizenden boeken zijn er geschreven over de operaties van de Mossad en de CIA om de Ethiopische Joden, die al eeuwen ver van het Beloofde Land rondzwierven, naar huis te halen. In het spoor van de eerste groep stapten de ouders van Eli Dasa in het vliegtuig. Vers water, fruit, een eigen stoel; de lange tocht door de woestijn was ten einde. Het kleine sprankje hoop op een beter leven voor hun kinderen groeide ineens tot een kampvuurtje. In Israël betekende het Beloofde Land niet meteen dat alles gemakkelijker werd. Iedere sjekel was nodig om de dochter en de drie zoons te laten overleven. Een van die zonen was Eli, met zijn broer dag in dag uit bezig met een bal. Als kind had hij al de droom zó goed te worden dat hij zijn familie een beter leven zou kunnen geven.

‘Ik ben in Israël geboren, woon in Europa, maar voel me toch ook altijd Afrikaan’

Nu is hij 28 en vloog hij op zijn beurt naar Nederland. Na bijna twee jaar in Arnhem is hij nog steeds misschien wel de minst geïnterviewde speler van de basiself. Dasa hoeft niet zo nodig in de schijnwerpers. Is niet trots, vooral dankbaar. Hij heeft zijn familie en werkt zo hard mogelijk. Het hele circus rond het voetbal beschouwt hij van een afstand. ‘Ik ben een normale jongen, niets bijzonders. Ik ben voetballer, daardoor kennen de meeste mensen mij waarschijnlijk.’ Het is Dasa zoals ze hem in Arnhem hebben leren kennen. Een volwassen vent. Bescheiden en evenwichtig. Na de training loopt hij doorgaans zó door naar de kleedkamers, terwijl andere spelers door de media worden opgevangen.

GEWAPENDE BENDES

Natuurlijk wilde Dasa voetballer worden. Maar hij droomde niet van snelle auto’s en rondborstige aanbidsters. Nee, hij droomde van een mooier huis voor zijn familie, een auto voor zijn broertje, een beter leven voor zijn zus. Om dat een beetje te begrijpen, moeten we terug naar de manier waarop zijn ouders naar Israël kwamen. Uit een tocht door de woestijn waar de dood altijd op de loer lag, was het niet door honger of dorst dan wel door de gewapende bendes die onder de heldere sterrenhemel op de kampvuurtjes afkwamen. Tijd voor zijn verhaal, we begroeten hem met die bekende Israëlische groet.

Shalom. Ja, dat betekent ook vrede. Past wel goed bij Arnhem. De rust en regelmaat hier in Nederland zijn echt bijzonder. Jullie hebben al lang geen oorlog gehad. En kijk naar mij hoe goed ik het heb, ik zit hier op Papendal. Alles schoon, alles geregeld. Ik heb net een lunch gekregen zoals iedere dag. Niets komen we tekort. Integendeel. Ik geniet iedere dag dat ik mag werken op een topaccommodatie als deze. In de bossen, je hoort de vogels fluiten. Het is en blijft voor mij iets bijzonders wat nooit normaal zal worden. Voor mij was het in Israël zó normaal dat er soms een luchtalarm was, dat ik ervan opkeek als nieuwe spelers uit een ander land daarvan schrokken. Je weet niet beter. Ik ben in Israël geboren, woon in Europa, maar voel me toch ook altijd Afrikaan. Dat stuk is en blijft een deel van me.’

‘Je vraagt of ik een afstammeling van het volk van Mozes ben. Nou, eigenlijk wel. Dat is in ieder geval wat de geleerden in Israël concludeerden. Honderden jaren dwaalde dat volk ver van Israël door de woestijnen, totdat er ineens grote vliegtuigen landden en alles veranderde. Er zijn talloze boeken over geschreven. Het is ook een verhaal dat ongekend is. Ik was er zelf niet bij, maar heb er veel over gehoord.’

OPERATIE MOZES

‘Mijn ouders zijn tegelijk met duizenden landgenoten uit Ethiopië naar Israël gekomen. Dat begon inderdaad met de beroemde Operatie Mozes. Eerst gingen hun broers en zussen, sommigen te voet door de woestijn. Velen van hen hebben het niet gehaald. De tocht was zwaar, niet alleen vanwege de omstandigheden in de woestijn, ook door de roversbendes die de groepen overvielen. Mijn ouders kwamen in een vluchtelingenkamp terecht, andere familie was al in Israël aangekomen en zo konden ze gelukkig in hun spoor ook mee in een vliegtuig. Geen lijnvlucht natuurlijk, maar geregeld om die mensen naar Israël te krijgen. Je snapt dat het ook voor hen een enorme stap was om Afrika achter zich te laten. Het leven is zwaar in Afrika. Elke dag overleven. Verder konden ze niet kijken. Ik kan me niet eens voorstellen hoe zwaar dat geweest moet zijn. En vergis je niet: ook al was er vanuit Israël een luchtbrug om deze mensen terug te halen, voor geen enkele Afrikaan wordt de rode loper uitgerold zodra we ergens anders komen. Dan begint het pas.’

‘Ik kan het leven van mij en de mensen die ik liefheb beter en makkelijker maken. Daar ben ik trotser op dan op mijn titels of interlands’

‘Natuurlijk heb ik ook afgelopen jaar de hele Black Lives Matter-beweging gevolgd. Ik zeg niet dat ik voor geweld ben, maar ik denk wel dat ook door de hele coronacrisis dit collectieve gevoel extra hard naar boven kwam. Het gevoel dat je altijd moet vechten om een eerlijke behandeling te krijgen. Als kind denk je daar niet bij na. Ja, we hadden het niet breed. Je sliep met je broers in één bed, op school had je soms de spullen niet die je nodig had, bij schoolreisjes was er geen geld om ons mee te sturen. Pas later besefte ik hoeveel moeite onze ouders voor ons hebben gedaan.’

‘Natuurlijk was ik al vroeg gek op voetbal. Mijn moeder werd er gek van, ik weet nog goed hoe ze een keer een bal van ons aan stukken sneed. Het was alsof ze een dolk in mijn hart stak. Nu lachen we er vaak om. Want we leven allemaal van die bal. Ja, allemaal, ons gezin en ook andere familieleden. Dat is ook het enige wat ik wilde, als kind al. Ik wilde geen beroemde voetballer worden omdat ik zo nodig moest voetballen. Ik wilde een weg zoeken waardoor we het allemaal beter zouden krijgen. De kortste weg was voetballer worden, de criminaliteit was natuurlijk een andere route die veel mensen namen. Maar gelukkig had ik strenge ouders, die ons goed in de gaten hielden en ervoor zorgden dat we ver van dat soort ideeën bleven.’

GEVEN

‘Ik ben nu dankbaar dat ik dankzij mijn inkomen kan helpen. Hoe ik help? Nou, gewoon met alles, of het nou om een auto of een huis gaat. Familie is alles. En als ik meer heb, kan ik ook meer geven. Dat is trouwens ook altijd weer nodig. Want de Ethiopische gemeenschap heeft het niet makkelijk. Ik heb het uiteindelijk als Ethiopische jongen tot het nationale elftal gebracht. Speelde eerst dik honderd wedstrijden bij Beitar Jeruzalem en daarna bij Maccabi Tel Aviv. Daar werden we zelfs kampioen, wonnen we twee keer de beker. Natuurlijk ben je trots en geniet je van het voetbal. Maar bovenal had ik mijn doel bereikt. Ik had een uitweg gevonden om het leven van mij en de mensen die ik liefheb beter en makkelijker te maken. Daar ben ik trotser op dan op mijn titels of interlands.’

‘Ik wilde heel graag naar Nederland. Niet alleen omdat het een van de betere competities is, maar ook omdat ik in Israël met jullie voetbalmensen heb gewerkt. Dat was enorm inspirerend. We hadden Jordi Cruijff als technisch directeur, later kwam ook Peter Bosz, het voetbal dat hij wilde spelen was heerlijk. Aanvallen, balbezit, ageren, dat is toch wat iedere voetballer wil? Bosz was net als Jordi beïnvloed door jullie allergrootste speler Johan Cruijff. Wat ik voelde toen hij ineens binnen kwam lopen daar, dat vergeet ik nooit meer. Ik had nog nooit zo’n groot iemand ontmoet, zo’n legende van zo dichtbij meegemaakt. Ik zag onze trainer ineens weer kind worden en aan zijn lippen hangen, ik heb natuurlijk niet lang met mister Cruijff gesproken. Maar die paar zinnen vergeet ik niet, hij was zo vriendelijk.’

‘Wat ik voelde toen Johan Cruijff ineens binnen kwam lopen, vergeet ik nooit meer’

‘Onze aanvoerder Remko Pasveer heeft ook met Bosz gewerkt en ik snap het wel als hij zegt dat onze huidige manier van spelen hem doet denken aan Bosz. Ik vind dat Thomas Letsch perfect heeft gekeken naar welke spelers hij heeft en waar die het best tot hun recht komen. In Israël was ik ook al een sleutelspeler door mijn rushes naar voren. Wij speelden meestal voor de titel en dus was je vaak de aanvallende partij, ik kwam daar dan als verdediger vaak voorin steun geven en voor een extra man zorgen. In dit Vitesse heb ik die rol weer, speel ik echt volledig in mijn kracht. En kijk je goed naar de compositie van dit elftal, dan is dat bijna voor iedereen zo. Riechedly Bazoer was toch altijd een middenvelder, en zie hem nu als vrije verdediger, ik weet soms niet wat ik zie. Positioneel zo sterk, altijd op de goede plek, maar ook vaak inschuivend en het spel verdelend. En zo kun je het hele elftal afgaan. Oussama Tannane die gewoon zijn acties overal kan maken, maar net zo goed meedoet aan de pressing voorin. Het is gewoon een zegen om zo te mogen spelen als wij doen bij Vitesse. Om in een team te staan waar een plan achter zit, om iedere keer het veld in te gaan om te winnen en niet om je aan te passen en achter de ander aan te lopen. We stellen ons echt goed in op de tegenstander, we weten dat het niet altijd makkelijk is. Dat we alleen als winnaar van het veld stappen als we alles geven en in ons plan geloven.’

‘Veel dingen lijken soms als vanzelf te gaan, maar neem nou de thuiswedstrijd tegen Fortuna Sittard. Daarin bleef het heel lang 0-0, zij groeven zich in en wij vonden de oplossing niet. Dan moet je dus iets anders uit de kast trekken. Dat werden twee doelpunten vanuit dode spelmomenten. Maar wel momenten waarop we al heel veel hadden geoefend. Waar een idee achter zat.’

‘Natuurlijk leeft mijn familie enorm mee. Ze kijken alles. Het is toch bijzonder hoe Vitesse het dit jaar doet. En het mooiste is dat niemand van ons het idee heeft dat dit onze bovengrens is. Je hebt ook weleens dat een ploeg een mooie reeks neerzet, net door wat geluk in die periode of goede vorm. Maar Vitesse staat volledig terecht zo hoog en dat maakt dat je benieuwd bent naar waar dit naartoe gaat. Dus ik hoop dat we hier over zes maanden weer zitten en dan een nog langer gesprek gaan voeren over het succesvolle seizoen. Dat is best apart in een jaar dat niemand in de wereld had willen meemaken.’

‘Ik hoop dat we samen in 2021 nog beter snappen dat gewoon nooit gewoon is’

Dasa kijkt ernstig: ‘Niemand heeft het makkelijk. Helemaal niet in dit rare jaar 2020. Zo veel mensen die hun baan kwijt zijn geraakt, die hun bedrijfjes kapot zagen gaan, om al maar helemaal niet te denken aan hen die hun geliefden of familie moesten betreuren, aan de pijn en de onzekerheid. Ik ga met Kerst ook niet naar huis, de quarantainetijd is te lang voor die korte periode. Ja, dat is wel apart, omdat ik als international natuurlijk wél continu heen en weer ben gevlogen. Maar vind je het erg als ik dat niet erg vind? Ik bedoel: hoe bevoorrecht kan je zijn? Ik mag gewoon voetballen, mijn beroep uitoefenen, krijg iedere maand mijn salaris. Dat zijn zoveel lichtpunten waar ik liever naar kijk en waar ik me zo bewust van ben. Natuurlijk is het fijn die dagen bij je familie te zijn, maar ik hoop vooral dat straks iedereen weer bij elkaar kan zijn. Ik hoop dat we samen straks in 2021 nog beter snappen dat gewoon nooit gewoon is.’

Bron: VI / Foto's: SV

Hoofdsponsor: