De Arnhemse spagaat
Arnhem, maandagmiddag. Opschudding op het trainingscomplex van Vitesse. In de replica van het Londense Cobham Training Centre schuifelen kinderen van een jaar of acht onrustig heen en weer. De jongens duwen, trekken en giechelen als tienermeisjes op een slaapfeestje. Alle ogen zijn gericht op Davy Pröpper, die even verderop geamuseerd aan een interview begint. Na een kort beraad stapt het kleinste ventje op de middenvelder af. ‘Davy, mag ik een boks?’ Het ventje balt zijn kleine vuist en houdt het zenuwachtig voor het gezicht van de voormalige jeugdinternational.
Pröpper tikt de kleine man voorzichtig op zijn knokkels. Vervolgens herhaalt hij het ritueel nog vier keer. ‘Die jongens spelen hier toch in de jeugd? Dit heb ik nog nooit meegemaakt’, vertelt de middenvelder enigszins verbaasd. ‘Nee, dit heb ik vroeger zelf nooit gedaan. Ik was niet zo van de handtekeningen. Ik kan me wel herinneren dat ik op de tribune zat bij UEFA Cup-wedstrijden. Speelde Vitesse tegen Liverpool, Werder Bremen. Wie destijds mijnhelden waren? In die tijd speelden Gert Claessens en Bob Peeters bij de club, haha. We worden oud, hé?’
Pröpper was elf toen het Vitesse van Claessens en Peeters Werder Bremen uitschakelde en niet veel later nipt verloor van The Reds. De club was financieel ten dode opgeschreven, maar maakte in Europa naam met jongens als Marian Zeman, Purrel Fränkel en Émile Mbamba. Arnhem was trots op het geel en zwart, op Tim Cornelisse, Didier Martel en Theo Janssen. Dit jaar is er geen Europees voetbal maar op deze maandagmiddag, twee dagen na het gelijkspel tegen NAC Breda, wel eenzelfde gevoel van trots. De talenten van morgen kijken op tegen de helden van nu. Kruisbestuiving in optima forma.
Ook in de rest van het land wordt positief over Vitesse gesproken. Pröpper heeft maar één verklaring: het huidige voetbal. Vitesse kiest de aanval en wordt steeds vaker beloond. Never a dull moment in Gelredome. ‘Het ziet er heel aardig uit’, begint Pröpper. ‘Misschien dat de resultaten een ander beeld gaven, maar we zijn sowieso veel beter begonnen dan vorig jaar. We zijn voetballend veel verder. Vanaf de allereerste training was het duidelijk hoe we moesten spelen en hoe we moesten staan. Het geheim? In de voorgaande seizoenen hadden we constant te maken met een nieuwe trainer die het spel naar zijn hand wilde zetten. Dat had vervolgens weer tijd nodig. Dat voortraject hebben we nu eigenlijk overgeslagen. Het systeem was bekend en er waren voor Vitesse-begrippen weinig transfers. Dat heeft de club goed gedaan.’
Een rustige Arnhemse zomer dus. Met het vertrek van Mike Havenaar, Lucas Piazon en Patrick van Aanholt werd rekening gehouden, met Arnold Kruiswijk en Denys Oliynik kwamen ervaren vervangers. Bovendien kreeg het elftal dreiging met de Braziliaanse back Wallace én de doelpunten van Abiola Dauda. Volgens Pröpper staat er ten opzichte van de voorgaande jaren een meer ervaren en bovenal meer uitgebalanceerd team. ‘Het teamproces is heel belangrijk. De laatste jaren ging het hier nog weleens om het individu. Twee jaar terug was Wilfried Bony de uitblinker, al deed Marco (Van Ginkel red.) het natuurlijk ook goed. Bony was de grote man, waardoor de rest zich toch een beetje wegcijferde. Je wist toch dat hij het verschil zou maken. Vorig jaar hadden we Lucas Piazon.
De aanwezigheid van zulke spelers doet onbewust toch wat in een groep. Ik denk dat we het nu meer van het team moeten hebben. De ene week is het Marko (Vejinovic, red.) die uitblinkt, dan is het weer Dauda of Valeri Qazaishvili. Dat voel je ook in de kleedkamer, zeker als je het afzet tegen het eerste jaar na de overname. Al die jongens uit verschillende landen, met hun eigen gewoonten en culturen. Allemaal kwamen ze naar Arnhem om te spelen. De helft zat op de bank én dat zorgde natuurlijk voor irritaties. Nu ligt alles dichter bij elkaar en is er sprake van gezonde concurrentie. Ja, we zijn verder.’
Tactiek
Trainer Peter Bosz kan zich vinden in die theorie. De Eredivisie houdt weer rekening met Vitesse en dat stemt tot tevredenheid. Zeker na de kopzorgen van afgelopen zomer. De trainer beleefde naar eigen zeggen een horrorvakantie, nadat de Arnhemmers vorig jaar voor de ogen van tout voetbalminnend Nederland door het ijs waren gezakt. De Apeldoorner was uit op eerherstel en sleutelde een zomer lang aan zijn eigen voetbalfilosofie. Kelvin Leerdam werd op het middenveld geposteerd, Zakaria Labyad werd aanvaller. Er werd gehamerd op het verdedigende aspect én de dwingende manier van druk zetten ging op de schop. De matige competitiestart werd gezien als een incident. De Arnhemmers kregen op basis van het getoonde spel te weinig én er waren spelers met een fysieke achterstand. Dauda en Oliynik hadden lang niet gespeeld, Renato Ibarra én Rochdi Achenteh kwamen volgens Bosz niet fit terug van vakantie.
In tegenstelling tot de buitenwacht twijfelde Bosz geen moment aan zijn elftal, ook niet toen de resultaten uitbleven. ‘Ik heb altijd veel vertrouwen gehad. Dat had ik ook en dat heeft iedereen gemerkt na de wedstrijden die we verloren. Dat sprak ik ook uit. Ik snap best dat veel mensen dachten: Die vervelende man moet zijn kop eens houden want hij heeft na vier wedstrijden pas één punt. Maar ik had echt vertrouwen! Wel was ik waakzaam. Dat het niet aan de spelers zou gaan knagen. De resultaten bleven uit. Dan bestaat de kans dat het vertrouwen afneemt, waardoor je ook minder gaat voetballen. Het gevolg kan een negatieve spiraal zijn. Dat is gelukkig doorbroken met een overwinning.’
‘We zijn inderdaad verder dan vorig jaar. Waar ik dat aan zie? Het is heel regelmatig, ons spel is niet op toeval gebaseerd. Zelf noem ik dat grip of dominant voetbal. Wij bepalen wat er op het veld gebeurt. Dat gevoel heb ik tot aan de wedstrijd tegen FC Utrecht nog elke week gehad. Vorig jaar hadden we minder grip. Neem de overwinning bij PSV (6-2). De eerste helft hadden we totaal geen grip, maar na de rust vloog elke bal erin. Dit seizoen maken we duidelijk progressie. Wij zijn eigenlijk altijd de baas. Ja, we zullen ongetwijfeld minder punten hebben dan vorig jaar, maar het is voetballend veel beter.’[Vitesse-trainer Peter Bosz houdt een oogje in het zeil. Links Bertrand Traore.
In Arnhem wordt gesproken van een nieuw Vitesse. Niet alleen heeft de club een geheel eigen voetbalfilosofie ontwikkeld, ook lijkt het eindelijk rustig te worden in de Arnhemse bossen. FC Hollywood aan de Rijn doet deze dagen aan als een kabbelend riviertje. Nederland praat liever over de spelersconstructies bij FC Twente, de Chinezen bij ADO Den Haag of de trainersperikelen bij NAC Breda. Vitesse lijkt een oase van rust. ‘Dat is wel een behoorlijke verandering’, weet Pröpper. ‘Je hoort niet meer elke week iets over Vitesse. Nu gaat het vooral over ons voetbal en de resultaten. Een paar jaar geleden, in de periode na de overname, ging het vooral om de zaken buiten het veld. Dat het nu rustig is, is een teken dat de club het goed voor elkaar heeft. Het is rustig bij Vitesse, al heb ik geleerd dat hier nooit te hard te roepen…’
De middenvelder kan het weten. In de afgelopen jaren maakte hij twee overnames, meer dan vijftig nieuwe teamgenoten, Engelse bemoeienis en een handjevol trainers mee. Iedere keer als de rust terug leek te keren, was er wel weer een incident. Van een Israëlische ploeggenoot die niet meemocht op trainingskamp tot een oud-eigenaar die de algemeen directeur bedreigde.
Hoelang het daadwerkelijk rustig blijft is gissen. Er gaan al maanden geruchten dat eigenaar Alexander Chigirinskiy de club van de hand wil doen. Daarnaast zegt de KNVB nog altijd bezig te zijn met een onderzoek naar de overname in 2010. Een artikel in VI wees uit dat niet Merab Jordania, maar belanghebbenden bij Chelsea destijds verantwoordelijk waren voor de deal.
Achter de schermen zijn inmiddels maatregelen getroffen. De clubleiding beseft dat het imago van de club de laatste jaren een paar flinke deuken heeft opgelopen en dus werd Rob de Leede op parttimebasis aangenomen. De voormalige persvoorlichter van de KNVB heeft van de Arnhemse directie de opdracht meegekregen om de huidige beeldvorming van de club in kaart te brengen en waar mogelijk te verbeteren. De ervaren KNVB-man heeft de laatste twee maanden gebruikt om met alle geledingen rond de Gelderse club in gesprek te gaan. Inmiddels heeft De Leede al vastgesteld dat zijn klus vele malen groter is dan gedacht.
Miljoenenverlies
Zondagmorgen, Utrecht. Het gelijk van Rob de Leede. Algemeen directeur Joost de Wit presenteert kort voor het treffen met FC Utrecht de jaarcijfers van Vitesse. Een terugkerend zorgenkindje, nadat de club in 2010 in buitenlandse handen was gekomen. Destijds was het motto: We moeten eerst flink investeren om vervolgens te kunnen oogsten. Voormalig eigenaar Merab Jordania sprak van een landstitel, zijn toenmalige vriend en interim-directeur Erwin Kasakowski meende dat vervolgens de sponsors en supporters in slaapzakken voor de hoofdingang zouden liggen. Vitesse zou hét voetbalbolwerk van Gelderland worden en op den duur een serieuze uitdager van de vaderlandse topdrie. Vier jaar later mag directeur Joost de Wit uitleggen dat de club een knappe prestatie levert door een nettoverlies van maar 4,5 miljoen euro te presenteren. Het resultaat is immers twintig miljoen euro beter dan het jaar daarvoor, toen de Russische eigenaar 24,5 miljoen euro bij moest storten.
De Wit houdt een prachtig betoog over een stijgende omzet én dalende kosten. De conclusie is al snel dat de club nog altijd bloedt voor de puinhoop van De Wits voorgangers. Sinds de buitenlandse overname zit Vitesse met een huishouding waar de Griekse regering zelfs haar handen vanaf zou trekken. In het seizoen 2012/13 had de club ruim 34 miljoen euro aan bedrijfslasten, tegenover een netto-omzet van 11,7 miljoen. Vitesse leefde als AZ, maar had de inkomsten van pakweg NAC Breda. Mede ingegeven door de regels van het Financial Fair Play werd ingegrepen en zondag werd het eerste succesje gepresenteerd. De bedrijfslasten gingen met 2,7 miljoen euro omlaag, de netto-omzet steeg met een klein miljoen. Toch is het nog altijd niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. De totale bedrijfslasten van Vitesse (31,5 miljoen euro) zijn nog altijd tweeënhalf keer zo hoog als de omzet (12,6), de club is aan salarissen en sociale lasten zes miljoen euro meer kwijt dan dat zij in een compleet jaar ontvangt. Dat Vitesse dit jaar onder aan de streep maar 4,5 miljoen euro verlies maakt, komt door de goede resultaten op de transfermarkt. Op de post vergoedingssommen staat een bedrag van ruim 14 miljoen euro. Een getal dat vooral te danken is aan de miljoenentransfers van Wilfried Bony (Swansea City) en Marco van Ginkel (Chelsea).
Vitesse en De Wit willen stapsgewijs van Vitesse een gezonde club maken. Op den duur moet de club break-even gaan spelen, al wil de directeur niet ingaan op termijnen. Het is een proces van de lange adem. Rigoureus snijden is geen optie. De angst bestaat dat de Arnhemmers als gevolg daarvan ook sportief een vrije val maken. De Wit: ‘Waar we mee bezig zijn is het in balans brengen van de bedrijfsvoering. De kosten en inkomsten liggen nog ver uit elkaar. We zijn continu bezig om deze dichter bij elkaar te brengen. Daar gaan we ook mee door. Tegelijkertijd ligt er een uitdaging om te blijven investeren in scouting, jeugd en innovatie. Binnen onze jaarcijfers zijn de transferresultaten dit jaar een relevant deel geweest. Dat wil je ook graag behouden. Je kunt zeggen dat het incidentele opbrengsten zijn, maar in het Nederlandse voetbal blijkt dat meerdere clubs het van transferinkomsten moeten hebben. Hoe je dat doet? Door de volgende Kevin Diks of Davy Pröpper op te leiden.’
De totaal gerenoveerde opleiding én scoutingsapparaat als belangrijke pijler, onder aanvoering van technisch directeur Mo Allach. De woorden van De Wit klinken logisch, al weet de directeur maar al te goed dat de inkomsten de komende jaren nog niet in de buurt zullen komen van de uitgaven. Samengevat: Vitesse zal de komende jaren structureel spelers moeten verkopen, wil het ooit zwarte cijfers gaan schrijven. De Wit: ‘Die rekensom moet iedereen maar voor zichzelf maken.’
Vreemd genoeg raakt het jaarlijkse tekort Vitesse enkel als het gaat om de Financial Fair Play-regels. De club zelf is volgens de boeken namelijk kerngezond. De club heeft een sterk eigen vermogen en het huidige verlies wordt wederom gedekt door de Russische eigenaar Alexander Chigirinsky. Volgens De Wit is de eigenaar, die in een jaar tijd pas twee keer een voetbalwedstrijd in Arnhem heeft bezocht, tevreden met de huidige gang van zaken. ‘De eigenaar staat er compleet achter. Achter de koers die we hebben gekozen én het verhaal dat we vertellen. Hij vindt ook dat we stapsgewijs gezond moeten worden.'
Eigenaar Alexander Chigirinskiy, Marina Granovskaia (raad van bestuur Chelsea) en algemeen directeur Joost de Wit: ‘Chigirinskiy staat achter de koers die we hebben gekozen.’De heer Chigirinskiy vond het geen probleem om weer 4,5 miljoen euro bij te leggen? De Wit: ‘Nee. Hij is daarmee akkoord gegaan en snapt het proces. Hij begrijpt dat het de enige manier is om met Vitesse de toekomst in te gaan.’
Een man uit Rusland, die zelden of nooit in Arnhem is geweest, legde vorig jaar 24,5 miljoen euro bij en deze zomer nog eens 4,5 miljoen. Begrijpt u dat zoiets een beetje gek overkomt?
‘Ik weet niet wat jij gek vindt. Het verhaal is niet alleen van vandaag. Het heeft een verleden van twee, drie jaar en een toekomstbeeld waar we naartoe werken. Ik kan alleen maar zeggen dat hij de cijfers begrijpt en blij is met de weg die we zijn ingeslagen. Maar misschien dat jij dat gek vindt.’
Dat vind ik. Maar u vindt het dus volstrekt normaal dat een onbekende Rus miljoenen euro’s in een Nederlandse voetbalclub blijft steken?
‘Als hij dat zo ziet en hij dat wil doen, dan is dat in mijn ogen goed. De eigenaar is een voetballiefhebber, hij ziet er toekomst in. Daarom heeft hij de club gekocht. Wat een ieder daar ook van vindt. Persoonlijk vind ik het bewonderenswaardig.’
Het blijft een bijzonder verhaal. Vitesse doet de miljoeneninvesteringen af als de normaalste zaak van de wereld. Wie begint over mogelijke betrokkenheid van Chelsea of Roman Abramovich krijgt het verwijt in complottheorieën te denken. De Rus Alexander Chigirinsky is namelijk een Vitessenaar met een geel-zwart hart.
Afscheid
Een team zonder individualisten, maar met een dominante spelopvatting en een gapend gat op de jaarrekening. Spreek gerust van een spagaat. Peter Bosz werkt aan het ultieme topsportklimaat en volgens directeur Joost de Wit moet Vitesse structureel meestrijden om Europees voetbal. Een plek bij de eerste vijf betekent niet alleen dat Vitesse Europese inkomsten genereert, maar dat het op den duur ook meer FOX-gelden tegemoet kan zien. Anderzijds zal de club snel en veel geld moeten generen en in dat geval wijzen alle vingers naar de selectie. Voor Renato Ibarra was vorig jaar al serieuze interesse en ook het goede optreden van Marko Vejinovic blijft niet onopgemerkt. Daarnaast moet Arnhem nu wel heel serieus rekening gaan houden met een vertrek van publiekslieveling Davy Pröpper. De clubjongen verlengde ondanks zijn aflopende verbintenis, maar aast op een zomers vertrek. ‘Ik heb mijn eigen plannen. Mits alles goed gaat en ik ook in de zomer nog het gevoel heb dat ik er klaar voor ben, dan is dit mijn laatste jaar bij Vitesse. Zo eerlijk moet ik zijn. Ik heb voor twee jaar getekend, maar al eerder aangegeven dat het waarschijnlijk mijn laatste jaar zou worden. Natuurlijk moet je een voorbehoud maken. Je weet niet hoe het loopt. Ik ben hier al eens eerder op de bank terechtgekomen. Dat heb ik ook zeker in mijn achterhoofd. Al is mijn wens om het een stapje hogerop te proberen groot.’
‘Wel ben ik blij dat ik, mocht ik de club verlaten, iets moois achterlaat’, vervolgt de middenvelder. ‘De club is duidelijk aan het bouwen. De jeugdopleiding is weer belangrijk, er zijn al spelers uit de eigen jeugd doorgebroken. De laatste jaren bestond ons elftal vooral uit gehuurde spelers, deden we het met weinig jongens van de club. Dat is nu anders. Mochten er inderdaad meerdere spelers vertrekken, dan staat er een team waarmee verder opgebouwd kan worden. Hoe het er verder ook uitziet, voor mijn gevoel heeft Vitesse zichtbaar stappen gemaakt.’
UEFA bezoekt Vitesse vanwege Financial Fair Play
Ondanks een miljoenenverlies hoeft Vitesse voorlopig niet te vrezen voor sancties van de UEFA. Volgens de break-evenregel binnen het Financial Fair Play-systeem mag een club over de laatste drie jaar maar 45 miljoen euro verlies maken. Vitesse had in de eerste twee seizoenen een totaaltekort van 42,9 miljoen euro en zou met het nieuwe tekort van 4,5 miljoen euro over de bestaande limiet heengaan. Clubs mogen echter binnen dat tekort kosten voor innovatie, jeugd en scouting wegstrepen, waardoor Vitesse alsnog slaagt voor de stresstest. Een verrassing was dat niet, aangezien de club in februari al een extra controle van de UEFA onderging. ‘Ze hebben vooral gekeken naar die aftrekposten’, legt algemeen directeur Joost de Wit uit. ‘Daar zijn we goed uitgekomen, waarbij we zelfs complimenten kregen voor onze administratie. Je moet het zo zien: het contract van een jeugdtrainer mag je aftrekken als een investering in je opleiding. Vervolgens gaan zij naar de trainer toe en wordt gecheckt hoeveel uur hij werkt en wat hij doet. Dat was allemaal perfect bij ons.’
Volgens De Wit worden komend seizoen de regels aangescherpt (‘Dan mogen we over de laatste drie seizoenen geen 45 maar dertig miljoen euro in de min staan’). In dat geval mag de club maximaal zeven miljoen tekortkomen, wil zij geen gedoe krijgen met de UEFA. De Wit voorziet geen problemen en vreest bovendien niet voor mogelijke sancties. ‘Als wij dit jaar Europees voetbal zouden halen, dan mogen we ook daadwerkelijk spelen. Waarbij ik ook gelijk de opmerking wil maken dat de sancties op het niet halen van de FFP-regels tot nu toe boetes zijn geweest. Daar hebben wij geen last van. Het verhaal van dan mag je niet spelen in Europees verband vind ik voorbarig, omdat er nooit eerder iemand is uitgesloten op basis van de break-even rule.’