De oorlogsverhalen van Vitesse en Sparta Rotterdam
Dit weekend staat de wedstrijd in het teken van De Slag om Arnhem. Tijdens deze slag, in september 1944, werden Arnhem en omgeving zwaar getroffen en vallen er vele slachtoffers. Vitesse eert daarom, op initiatief van Supportersvereniging Vitesse, de Airborne-veteranen.
Maar ook de stad waar onze tegenstander van dit weekend, Sparta Rotterdam, vandaan komt werd enorm verwoest. Ook hier staan we bij stil. Hieronder de twee verhalen van de clubs tijdens de oorlog.
1940|1941
Tijdens de bezettingsjaren gaat de competitie, tot mei 1944, gewoon door. Maar de oorlog laat zich terdege voelen. Spelers moeten onderduiken en de Duitsers zoeken de tribunes af naar onderduikers en ex-militairen die zich nietĀ melden. Op 6 oktober 1940 wordt de voorgevel van Het Kasteel beschadigd door enkele bommen, waarbij ook alle ruiten sneuvelen. Vitesse wordt in 1941 wordt kampioen van de Tweede Klasse.
’t kasteel getroffen
1941|1942
De Duitse bezetters verboden in 1942 dat Joden wedstrijden mochten spelen en de velden mochten bezoeken. Bij Vitesse betekende dat dat het Joodse bestuurslid Happy Mogendorff moest onderduiken. Hij bleef echter actief in het bestuur, dat voortaan bij de leden thuis vergaderde.
Ook Sparta gaf onder gemeentelijke druk gevolg aan de maatregel om Joden te verbieden lid te zijn van een sportvereniging. De belangstelling voor voetbal groeide in de bezettingstijd. Veel andere mogelijkheden om aan de dagelijkse ellende te ontsnappenĀ waren er niet. Op Het Kasteel speelden ook andere verenigingen die kampten met verwoeste of bezette accommodaties.