De grote boze held: Wilfried Bony
De Ivoriaan wil weg uit Arnhem. Niet eens naar één of andere droomclub in Spanje of de Premier League. Nee, ook voor CSKA, Zenit of pakweg Amkar Perm pakt hij zijn koffers. Gewoon, ordinair veel geld verdienen, met tien andere goudzoekers.
Het liefst vandaag nog, de laatste dag dat de Russische transfermarkt geopend is. Dat geeft hij toe ook, want dat kan hij zich veroorloven.
Boos
In Rotterdam-Zuid wordt Kelvin Leerdam uitgekotst sinds hij vertelde dat hij zijn contract niet ging verlengen. Wat denkt die ondankbare waterdrager wel niet? Maar in Arnhem neemt niemand het Bony kwalijk dat hij in elke microfoon die hij tegenkomt zegt dat hij weg wil.
Ze houden van hem, want Bony scoort. En als Bony scoort, dan verliest Vitesse niet. Dit hele seizoen nog niet. Daarom heeft de fanatieke groep supporters achter het doel een enorm spandoek voor hem gemaakt. ‘I’m not afraid‘, staat erop, met daarboven de boze kop van hun grote held. Zo kijkt hij immers altijd. Boos, omdat hij nog steeds bij Vitesse speelt.
Respect
Laat het een les zijn voor voetballers die te pas en te onpas op het clublogo op hun shirt slaan. Je kunt nog zo vaak je vuist ballen naar het vak met supporters, zonder er af toe een bal in te schieten, zullen ze nooit van je houden.
Oké, er zijn uitzonderingen. Zo hoefde reservedoelman Sherif Ekramy bij Feyenoord alleen een warming-up te doen of De Kuip schudde van genot. Maar de rest moet presteren. Zonder overwinning hebben mooie woorden over clubliefde weinig zin.
Net als de belofte je carrière af te sluiten op de plek waar het allemaal begon. Nooit doen. Vroeg of laat val je door de mand als je moet zeggen dat er uit de aanbieding van je ouwe cluppie te weinig respect spreekt.
Scanderen
Bony weet beter. Hij zal nooit zeggen dat hij wil afsluiten in Arnhem, hoe hard, hoe lang en hoe vaak ze zijn naam ook scanderen.
Ze zullen hem missen als hij deze winter dan wel komende zomer is vertrokken naar de Russische kou. Bony Arnhem niet. Die zal blij zijn dat hij weg is. En beloven dat hij nooit meer een voet in het Gelredome zet.