Degradatiezorgen – Marcel van Roosmalen
SPORT in beeld – Estafettecolumn
Na weer een verschrikkelijke wedstrijd tegen Ajax luisterden we in de auto naar de radio. Vitesse-keeper Piet Velthuizen analyseerde zijn ploeg: ‘Onze verdediging is zo slecht. Het is voor mij net een computerspel. Ze komen steeds op je af en ik moet proberen die ballen eruit te halen. Vier tegendoelpunten viel nog mee.’ Prima analyse. Wat een kut-team.
Niet in staat om de bal meer dan drie keer achter elkaar naar een medespeler te spe¬len. Sinds begin november is er niet meer gewonnen in het Gelredorne, waar inmiddels spandoeken hangen met teksten als ‘Wij kunnen niks’. We zijn murw.
Aanmoedigen, schelden… Het heeft allemaal geen zin.
Komende week staan er twee thuiswedstrijden op het programma. Tegen Willem II (zaterdag) en FC Groningen (wijdag). Cruciale wedstrijden om de nacompetitie te ontlopen. Binnen de club maken ze zich vooral druk over randzaken.
Spits Santi Kolk was not amused over een item bij Vitesse TV, waarin schrijfster en lang-haar-specialiste Cécile Koekkoek zijn kapsel analyseerde en sprak een fatwa uit tegen de journalist – ik – die haar interviewde.
En in De Gelderlander verscheen het bericht dat de nieuwe vechtarend van de club bij een optreden op de kidsclubdag gewond was geraakt omdat hij tegen een glazen plaat van een VIP-box was gevlogen. Bij Vitesse sloegen ze meteen op tilt. Niet waar!
Hertog 2 was van een richel gegleden.
Ze hebben ook weer een nieuwe voorzitter.
Maasbert Schouten, een mollige dertiger, die zich nadat hij – vanwege gedoe met woekerpolissen – weg moest bij zijn financieringsmaatschappij op Vitesse heeft gestort. Hij kocht een flink pakket aandelen van de club en bezoekt na iedere wedstrijd met familie, vrienden en zakenrelaties de persconferentie van de trainers met een heel grote Vitesse-shawl om de nek. Verder is hij vooral bezig om ‘boegbeeld’ te zijn. In het weekeinde beantwoordt hij tot diep in de nacht mails van verontruste supporters.
Na afloop van de verloren thuiswedstrijd tegen SC Heerenveen stond hij achter de glazen schuifdeuren te trappelen om de supporters te woord te staan, die de hoofdingang bestormden. Een goed inhoudelijk gesprek werd het niet – hij kwam niet boven het gejoel uit -, maar Maasbert vond het goed van zichzelf dat hij het gedaan had. ‘Daar loop ik niet voor weg.’ Daarna deed hij een dringend beroep op technisch directeur Marc van Hintum, trainer Theo Bos en de spelers om met wat veiligheidsmensen naar buiten te gaan om zich te laten uitschelden. Het tafereel deed denken aan een roedel honden.
Een voor een kwamen ze als hun naam werd geroepen om vervolgens schuldbewust een verklaring te geven aan de woedende meute. Je zou ze aan hun staart terug willen trekken, ze bij hun snuit willen pakken en keihard tegen ze willen schreeuwen: Waar is jullie trots? Voor een normale supporter is het wel erg ontnuchterend om te zien hoe de spelers van jouw club op verzoek van de voorzitter aan een groep pubers gaan uitleggen dat ze heel erg hun best hebben gedaan, maar dat ze er eigenlijk helemaal niets van kunnen.
Binnen Vitesse zijn er vast mensen die zich ook over dit stukje weer ontzettend gaan lopen opwinden. Tegen hen wil ik zeggen: Het is inderdaad niet geworden wat ik ervan verwacht had, het is een heel slecht stukje, maar ik heb heel erg mijn best gedaan en ik kan nu eenmaal niet beter.