22 november 2013 In de media

‘Aparte jongen? Dat is ’ n stempel van vroeger’

Piet Velthuizen (27) is doelman van Vitesse, groeide op in Nijmegen, woont in Beuningen. Hij kende pieken en dalen en gelooft in het lot.
Je moet eerlijk zijn en delen wat je hebt, dat zijn de lessen die Piet Velthuizen van thuis uit meekreeg.
„Goed zijn voor de mensen die goed voor jou zijn.”

Maar zijn moeder hield hem als kind óók voor dat hij later meer vijanden dan vrien­den zou hebben. „Ze wist: als ik als Nij­meegse jongen ooit bij Vitesse in het eerste zou komen, zou dat in Nijmegen heel ge­voelig liggen. Ik bedoel: als 11-jarige jongen maakte ik al mee dat het Vitessebusje waar­mee ik werd opgehaald, werd klemgere­den. Mijn moeder heeft er ook echt over ge­dacht me bij Vitesse weg te halen.”

Toch is hij altijd in Nijmegen blijven wo­nen, en nu al jaren in Beuningen. Daar voelt hij zich thuis. „Ik ga niet vluchten. De rivaliteit die er tussen de supporters is, die accepteer ik, daar heb ik geen moeite mee. Ik vind wel dat je als supporter altijd de spelers met rust moet laten.”

Vroeger ging hij nog wel eens stappen in Nijmegen. Sinds hij zelf vader is, niet meer. „Ik ben niet bang aangelegd, maar ik voel een verantwoordelijkheid naar mijn gezin. Je weet nooit wat er gebeurt als men­sen gedronken hebben.”

Emotioneel mens of koele kikker?

„Koele kikker. In ieder geval in de sport. Sommige mensen noemen me hard, een koelkast. Klopt, dat ben ik soms ook, maar ik wás een lieve, warme jongen vroeger. Ik ben zo gemaakt. Ik moest wel. Zo werkt het in de topsport. De trein ging rijden en ik wist: als ik de top wil halen, móet ik er­op springen, moet ik harder worden, voor jezelf gaan. Anders val je af.

Ik heb er alles aan gedaan en wil er nog steeds alles aan doen. Als ik tevreden ga zijn met wat ik bereikt heb, sta ik stil en gaan anderen mij voorbij. Elke dag wil ik hongerig zijn om het beste uit mijn car­rière te halen. Ik ben pietje-precies, als ik iets doe – binnen én buiten de sport – dan doe ik dat met honderd procent passie en niet half. Met lieverdjes win je de oorlog niet.

Privé ben ik nog wel lief, hoor. En ik kan ook heel emotioneel zijn, maar altijd al­leen. Bijvoorbeeld als ik erge dingen op tv zie. Kinderen in de Filipijnen die hun va­der en moeder verloren hebben.

Van m’n zoontje, Santi, kan ik ook emotio­neel worden. Een godsgeschenk. Zo mooi.”

Geloof of bijgeloof?

„Bijgeloof. Ik ben heel bijgelovig. M’n ouders waren het ook. Rituelen. Ik heb dat voor de wedstrijd, bijvoorbeeld. Ik sla altijd een kruisje, bid op dezelfde manier, ik speel altijd met dezelfde slidingbroek.

M’n vriendin heb ik een beschermengeltje gegeven. Maar dat heeft meer met écht ge­loven te maken, vind ik. Ja, ik ben gelovig.

Het komt er lang niet altijd van, maar als ik kan, steek ik een kaarsje op in de kerk in de Meijhorst. Voor m’n familie, en omdat ik dankbaar ben dat ik een gezond leven mag leiden.

Ik heb ook christelijke tatoeages. Een rozen­krans, een kruis, een Maria met kind. Dat begon toen m’n vader ziek werd. Eigenlijk wilden we samen een tatoeage laten zet­ten, helaas heeft hij dat niet meer kunnen doen. Al die tattoos betekenen iets voor me. Inkt op je lichaam zetten alleen voor het mooie, dat vind ik persoonlijk zonde.”

Goed van vertrouwen of wantrouwend?

„Ik was goed van vertrouwen, maar ik ben behoorlijk wantrouwend nu. Er zijn men­sen geweest die me op m’n ziel getrapt heb­ben, mensen van wie ik dacht dat het m’n vrienden waren. Tuurlijk, een vriendschap kan wel eens een deukje oplopen. Maar het moeten niet te veel deukjes worden. Als je iemand je vertrouwen geeft en die persoon beschadigt dat dan twee keer, dan is het voor mij klaar. Dan ging het ze kennelijk niet om mij, maar om iets anders, om Piet die bij Vitesse speelt en die wat makkelij­ker geld kan uitgeven.

In Spanje, toen mijn vader net was overle­den, ik niet speelde en maanden mijn sala­ris niet kreeg uitbetaald, heb ik geleerd wie er echt voor mij waren en wie niet. Toen zijn er heel wat afgehaakt. Toch ben ik blij dat dat gebeurd is, dat ik die klap met de zweep heb gehad. Ik ben er als persoon vol­wassener en sterker van geworden. Men­taal harder.”

Moderne man of ouderwetse kerel?

„Ouderwetse kerel. Ik ben eigenlijk wel van de oude stempel. Open relaties en zo, daar houd ik echt niet van.

Ja, ook in de rolverdeling thuis ben ik ouderwets. Ik vind: ik moet zorgen voor het kind en voor mijn vrouw. Daar werk ik zo hard mogelijk voor. En als ik dan thuis kom, dan wil ik lekker een bordje eten en dan moet het huis niet overhoop liggen, het moet netjes en schoon zijn.

Natuurlijk doet mijn vriendin ook leuke dingen met haar vriendinnen. Ze zorgt hartstikke goed voor mij en de baby, ik ben heel erg trots en dankbaar. Ik weet dat ik als ouderwetse man ’s ochtends om negen uur met een gerust hart naar m’n werk kan gaan en dat zij voor alles zorgt. Zij cijfert zich op dit moment helemaal weg voor mij en voor die kleine, daar heb ik echt respect voor. Een goede thuisbasis is superbelang­rijk voor een topsporter. Je moet samen een team vormen.

Ik kijk tegen haar op. Zij is een slimme meid, en geen zacht eitje. Dat heb ik nodig. Ze laat niet over zich heenlopen.

Ik ontmoette haar op een tankstation in Den Bosch. Ik had een klapband gehad, met mijn splinternieuwe Audi A5. Ze vroeg me of ik hulp nodig had bij het ver­wisselen van die band. Nee, ze wist niet wie ik was. Ik zei, heel arrogant eigenlijk: ik doe het zelf wel. Toen ze wegliep dacht ik: shit, dom. Na het verwisselen van de band reed ik verder en zag ik haar bij een rotonde toevallig staan, drie kwartier later, 3 kilometer verderop. Dan komt het geloof weer boven. Ik dacht: dit moet zo zijn. Dit is het lot. Dat kan toch niet anders?

We hebben samen een bakje thee gedron­ken, bij haar op de bank. Toen bleek ook nog eens dat haar vader die week daarvoor was overleden. We hadden een diep ge­sprek. Ik voelde wat zij voelde, ik had het­zelfde meegemaakt. Er was gelijk ’n band.”

Rusteloos of de rust zelve?

„Ik kan moeilijk stil zitten, heb graag wat om handen. Het liefst buiten. Ik ben een natuurmens. Sommige voetballers kopen dure schoenen, ik koop liever een mooie boom voor in de tuin. Ik ben gek op tuinie­ren. Ik heb de tuin de afgelopen vijf jaar al drie keer opnieuw laten inrichten. Nu ben ik bezig met een huisje op een camping.

Kan ik m’n stress een beetje in kwijt. Ook bij mijn aquarium en vijver met koikarpers vind ik rust. Daar scherm ik me eigenlijk een beetje af van de hele wereld, van de druk, de media, alles. Zit ik gewoon op een stoeltje. Heerlijk.”

Kampioen worden met Vitesse of mee naar het WK in Brazilië?

„Het eerste. Tuurlijk, het is allebei mooi.
Maar ik speel het hele jaar voor Vitesse, dat is mijn werkgever. En we zijn nog nooit kampioen geworden. Als ik goed speel bij mijn club, komt het andere vanzelf.”

Het grote publiek heeft een verkeerd beeld van mij of: het publiek kent mij?

„Een verkeerd beeld. Ik heb een wat norse uitstraling als ik voor een camera sta. En ze vinden me nog wel eens een aparte jon­gen, maar dat is een stempel van vroeger.
Wie me beter kent, weet dat ik een eerlijke jongen ben met het hart op de goede plaats. Er is eigenlijk weinig raars aan mij.”

PIET VELTHUIZEN
 
*Piet Velthuizen werd op 3 november 1986 geboren in Nijmegen; in de jeugd speelde hij voor SCE in Lindenholt en Quick 1888.
*In 1999 maakte hij de overstap naar de C1 van Vitesse, nadat hij voor de C1 van NEC niet goed genoeg was bevonden
*Eind 2006 maakte hij zijn eredivisiedebuut.
*Velthuizen speelde voor Jong Oranje en zat ook al eens bij de Oranjeselectie.
*Na ’n minder geslaagd avontuur bij Hércules Alicante, kwam hij in 2011 terug bij Vitesse.
*Velthuizen woont in Beuningen samen met Femke Weijenburg, model en presentatrice.
*Op 29 april werd hun zoontje Santi geboren.

Gelderlander / Foto SV

Hoofdsponsor: