‘Ik merk dat de mensen blij zijn dat ik terug ben’
Twee Arnhemse straatvoetballers die Vitesse ontgroeiden, maar beiden op het oude nest terugkeerden. Janssen als laatste, amper een week geleden. „Ik zag een groot spandoek met mijn naam”, zei Janssen. „Ik voel me hier wel erg welkom, je kunt aan alles merken dat de mensen blij zijn dat ik terug ben. Dat doet je natuurlijk wel wat”, erkende de Arnhemmer. „Ik zou liegen als dat niet zo was.”
Vier jaar na zijn vertrek in 2008 naar FC Twente – staat er een andere Theo Janssen bij een heel andere club. Terwijl Janssen bij FC Twente en Ajax landskampioen werd en in 2011 de beste voetballer van de eredivisie, viel het bijna failliete Vitesse in Georgische handen.
Janssen: „Ik merk niet veel van een ander Vitesse. In de kleedkamer is er niks veranderd. Andere culturen waren er bij Vitesse altijd wel. Dat is nooit anders geweest”, zei Janssen nadat hij met zijn ploeg een ‘lucky’ driepunter mee pakte tegen Feyenoord dankzij een geweldige goal van Bony in de extra tijd: 1- 0.
„We hadden in die fase al vrede met de 0-0, dat was een goed resultaat geweest. Als je dan de overwinning meepakt, is dat helemaal geweldig. In de tweede helft kon het alle kanten op. Maar het laatste kwartier hadden we al zo’n beetje afgesproken dat we de wedstrijd ‘ dood’ zouden maken”, erkende Janssen. „We raakten de bal te snel kwijt en kwamen niet meer aan voetballen toe.”
Hij had Feyenoord net een paar keer gevaarlijk voor het doel van Piet Velthuizen zien verschijnen. „Je merkte dat Feyenoord kansen ging krijgen. Piet pakt twee goede ballen, Immers schiet voorlangs. Dan moet je tegen elkaar zeggen ‘ok, we zijn tevreden met 0-0’.”
Met het spel voor rust was Janssen meer tevreden. „Toen voetbalden we beter dan Feyenoord”, vond hij. Janssen speelde daarin zelf een grote rol. „Ik heb het eerste kwartier gebruikt om een beetje om mij heen te kijken. Te zien hoe iedereen loopt en aangespeeld wil worden. Toen bleek dat de ruimte voor onze verdediging lag, heb ik het een beetje omgegooid. Ik zou links spelen, maar ben voor de verdediging gaan lopen.”
Voor die omzetting had Janssen geen trainer nodig. „Dat regel ik zelf ja. Ik ben met mijn 31 jaar denk ik de oudste speler hier, ik denk dat het ook van mij wordt verwacht. Ik praat veel, ik coach veel. Ik zal ook wel eens onzin verkopen, maar dan hoor ik het wel van de andere spelers. Hoop ik”, aldus Janssen. Hij zag wel een verschil tussen de Janssen van toen en die van nu. „Toen zag ik die dingen ook wel, maar zei ik het niet. Als je 17 jaar bent en spelers als John van den Brom nog voetballen, ligt dat wat anders.”
Het verwachtingspatroon rond zijn terugkeer is groter dan ooit in Arnhem. „ Ja, de mensen verwachten veel, maar ik ga dat niet forceren. Vroeger wilde ik dan te veel gaan doen, maar ik ben wat ouder en wijzer geworden”, zei de speler, die slechts een voorzichtige blik op de toekomst wilde werpen.
Over de kracht en de mogelijkheden van Vitesse, sinds zondag de nummer twee van Nederland, zei Janssen: „Ik heb het idee dat de ploeg nog in opbouw is. Om dit jaar over het kampioenschap te spreken, lijkt mij niet erg realistisch. Er zijn in Nederland nog wel een paar ploegen beter dan Vitesse; Ajax, PSV en FC Twente hebben sterkere selecties.”