Merchandise
Echt of kunstgras? KNVB zet in op middenweg
Jan Smit komt met grote stappen en een brede glimlach op Eric Gudde afgestapt. „Zo Eric, wanneer laten jullie kunstgras in De Kuip leggen”, roept de voorzitter van Heracles Almelo. „Nou Jan, dat ga jij niet meer meemaken”, countert de algemeen directeur van Feyenoord. Smit buldert van het lachen. „Wat dat betreft blijf jij een oude lul, Eric.”
Ze bevinden zich op het kenniscongres ‘Het ideale veld’, dat door de KNVB op het trainingscomplex van Vitesse wordt georganiseerd. Trainers en clubbestuurders zijn bij elkaar gekomen om met elkaar te discussiëren over de ondergrond waarop voetbalwedstrijden worden afgewerkt. Een debat dat al jaren plaatsvindt, sinds Heracles in het seizoen 2005/2006 als eerste eredivisieclub op kunstgras speelde.
De meeste spelers en trainers vinden het maar niets om duels op die achtergrond af te werken. Dat blijkt maar weer eens uit de uitkomst van een enquête onder spelers en trainers die tijdens het congres wordt gepresenteerd. Van de 299 respondenten blijkt dat 78 procent vindt dat alle wedstrijden op natuurgras moeten worden afgewerkt.
Veel van hun werkgevers denken daar overduidelijk anders over. Kijk alleen al naar de Eredivisie, waar een derde van de clubs een kunstgrasveld in het stadion heeft liggen. SC Cambuur, Roda JC, ADO Den Haag, Excelsior, Heracles Almelo en PEC Zwolle hebben met name vanwege financiële overwegingen de overstap gemaakt naar nepgras. In de Jupiler League is dat zelfs meer dan de helft.
Geen nadeel
Terwijl de KNVB toch echt het liefst ziet dat hun profcompetities op écht gras worden gespeeld. „Onze leden kiezen steeds vaker voor kunstgras, vanwege de financiën, belastbaarheid en klimatologische omstandigheden in de stadions. Daar moeten we ook oog voor hebben, want dat zijn eveneens onze leden”, zegt Gijs de Jong, directeur operationele zaken bij de voetbalbond. Dat hoeft wat hem betreft geen nadeel te zijn. „Het is niet meer hetzelfde kunstgras als tien jaar geleden. Kijk maar naar SC Cambuur-De Graafschap van afgelopen weekend, daar zat alles in wat een wedstrijd moet hebben voor de voetballiefhebber.”
Het verschil in ondergrond bij de verschillende zorgt al jaren voor een onuitputtelijke discussie over wel of geen kunstgras in het betaald voetbal. Volgens Marcel Brands, technisch manager van PSV en lid van het Technisch Platform van de KNVB, vindt dat het tijd is om niet langer van voor- en tegenstanders te spreken. „We moeten veel meer toe naar gelijkheid. Ik denk dat het heel belangrijk is dat alle clubs in een competitie op hetzelfde veld moeten spelen. Dát moet het streven zijn.”
Op dat gebied valt tijdens het congres regelmatig de term hybride. De plaats van handeling is niet voor niets Papendal, waar Vitesse op een hybride veld traint; een mix van kunst- (rond de 10 procent) en natuurgras. Een typisch Nederlandse polderoplossing dus.
Minder onderhoud
Trainer Peter Bosz is razend enthousiast. „Op een gewoon veld loop je de plaggen eruit als het heeft geregend, op dit veld is daar geen sprake van. Het is vlak, vergt veel minder onderhoud en je kunt er veel meer uren op trainen. We trainen ook wel eens op natuurgras als dit veld wordt onderhouden, maar de spelers trainen veel liever op het hybride veld. Het zou mooi zijn als we dat bij alle clubs zouden kunnen aanleggen.”
Volgens Ron Jans, trainer van kunstgrasbespeler PEC Zwolle, is dat niet meer haalbaar. „Je kunt clubs nu niet meer verplichten om op een bepaalde ondergrond te spelen. Dat moment is geweest. Dan had je kunstgras moeten verbieden toen Heracles ermee begon.” Eén ding was na afloop van het evenement in ieder geval duidelijk: de discussie over velden duurt nog wel even voort.
Hybride XtraGrass™ in GelreDome en trainingsveld 1e selectie op Papendal
