Een lesje in degradatievoetbal
Vitesse schiet niets op met 1-1 gelijkspel bij ADO Den Haag.
Ploeg van trainer Theo Bos incasseert gelijkmaker op moment dat Paul Verhaegh tijdelijk uit de wedstrijd is geschopt.
ADO Den Haag- speler Danny Buijs ontsnapte zaterdagavond in het degradatieduel met Vitesse ( 1- 1) een keer of vier aan een rode kaart. Scheidsrechter Bas Nijhuis liet de meest grove en achterbakse overtredingen van de middenvelder onbestraft. De charge op Paul Verhaegh, na een dik uur spelen, kostte Vitesse twee uitermate waardevolle punten in de strijd tegen degradatie.
Buijs plantte zijn rechtervoet op de onderarm van de liggende Verhaegh. De rechtsback van Vitesse kermde van de pijn en moest voor behandeling van het veld. Met een man meer kwam ADO vervolgens op gelijke hoogte. Na een hoekschop won Christian Kum in de lucht van Claudemir ( 1- 1). „ Omdat Verhaegh er niet was, stond bij ons de organisatie anders”, baalde Vitesse-trainer Theo Bos.
Prangend was de vraag of ADO de bal uit het veld had moeten trappen, toen Verhaegh geblesseerd op de grond lag. De thuisploeg deed dat niet, tot vreugde van ADO-trainer Raymond Atteveld.
„ In de eerste helft speelden wij de bal over de lijn, toen er een verdediger van Vitesse geblesseerd op de grond lag”, wees Atteveld op de kwetsuur van Civard Sprockel. „Daar was ik pissig over in de rust. Bij de 1- 1 zag je dat we wel doorgingen. Het is geen regel dat je de bal uit moet schieten. De enige die dat bepaalt, is de scheidsrechter. Als je de kans krijgt, met elf tegen tien te spelen, dan zou het wel heel dom zijn als je die niet pakt.”
De spelregels zijn inderdaad zoals Atteveld het verwoordt. Maar daarmee is het verhaal niet verteld. Wanneer spelers elkaar per ongeluk blesseren, dan zeggen de ongeschreven regels van de sportiviteit dat de bal over de zijlijn gaat om behandeling mogelijk te maken. Treffend waren de woorden van Buijs, na de zespuntenwedstrijd. „Ik ben niet een speler die iemand bewust gaat blesseren”, sprak Buijs. „Maar ik wil niet degraderen. Dus speel ik op de grens, of soms er over. Het is aan de scheidsrechter om de grens te bepalen.”
Zo’n instelling past bij degradatievoetbal. Vitesse kreeg zaterdag op dat gebied dus een kostbaar lesje. De Arnhemse ploeg was kort na de hervatting dicht bij een bevrijdende driepunter. Santi Kolk vond in de drukke zestien de weg naar Lasse Nilsson, die hard uithaalde richting het dak van het doel ( 0- 1). Het weinig verheffende duel maakte duidelijk dat Vitesse over meer voetballende klasse beschikt dan ADO Den Haag. Maar afgezien van een vrije trap van Kolk, onderkant lat, ontstonden de meeste hachelijke momenten voor het doel van de bezoekers. ADO speculeerde op opportunisme en spelhervattingen. Dat past bij de strijd om klassebehoud, maar het komt niet overeen met de speelwijze van Vitesse. „Wij zoeken het in het voetbal”, zei Bos nog maar eens. Maar daarmee hebben de laatste zeven wedstrijden slechts drie punten opgeleverd.