8 maart 2010 In de media

Een lesje in degradatievoetbal

Arnhemse ploeg geeft bij ADO Den Haag kostbare voorsprong uit handen (1-1)

 Vitesse schiet niets op met 1-1 gelijkspel bij ADO Den Haag.
 Ploeg van trainer Theo Bos in­casseert gelijkmaker op mo­ment dat Paul Verhaegh tijde­lijk uit de wedstrijd is ge­schopt.

ADO Den Haag- speler Danny Buijs ontsnapte zaterdaga­vond in het degradatieduel met Vitesse ( 1- 1) een keer of vier aan een rode kaart. Scheidsrechter Bas Nijhuis liet de meest grove en ach­terbakse overtredingen van de mid­denvelder onbestraft. De charge op Paul Verhaegh, na een dik uur spelen, kostte Vitesse twee uiter­mate waardevolle punten in de strijd tegen degradatie.
Buijs plantte zijn rechtervoet op de onderarm van de liggende Ver­haegh. De rechtsback van Vitesse kermde van de pijn en moest voor behandeling van het veld. Met een man meer kwam ADO vervolgens op gelijke hoogte. Na een hoek­schop won Christian Kum in de lucht van Claudemir ( 1- 1). „ Omdat Verhaegh er niet was, stond bij ons de organisatie anders”, baalde Vitesse-trainer Theo Bos.

Prangend was de vraag of ADO de bal uit het veld had moeten trap­pen, toen Verhaegh geblesseerd op de grond lag. De thuisploeg deed dat niet, tot vreugde van ADO-trai­ner Raymond Atteveld.
„ In de eerste helft speelden wij de bal over de lijn, toen er een verde­diger van Vitesse geblesseerd op de grond lag”, wees Atteveld op de kwetsuur van Civard Sprockel. „Daar was ik pissig over in de rust. Bij de 1- 1 zag je dat we wel door­gingen. Het is geen regel dat je de bal uit moet schieten. De enige die dat bepaalt, is de scheidsrechter. Als je de kans krijgt, met elf tegen tien te spelen, dan zou het wel heel dom zijn als je die niet pakt.”
De spelregels zijn inderdaad zoals Atteveld het verwoordt. Maar daar­mee is het verhaal niet verteld. Wanneer spelers elkaar per onge­luk blesseren, dan zeggen de onge­schreven regels van de sportiviteit dat de bal over de zijlijn gaat om behandeling mogelijk te maken. Treffend waren de woorden van Buijs, na de zespuntenwedstrijd. „Ik ben niet een speler die iemand bewust gaat blesseren”, sprak Buijs. „Maar ik wil niet degrade­ren. Dus speel ik op de grens, of soms er over. Het is aan de scheids­rechter om de grens te bepalen.”

Zo’n instelling past bij degradatie­voetbal. Vitesse kreeg zaterdag op dat gebied dus een kostbaar lesje. De Arnhemse ploeg was kort na de hervatting dicht bij een bevrij­dende driepunter. Santi Kolk vond in de drukke zestien de weg naar Lasse Nilsson, die hard uithaalde richting het dak van het doel ( 0- 1). Het weinig verheffende duel maak­te duidelijk dat Vitesse over meer voetballende klasse beschikt dan ADO Den Haag. Maar afgezien van een vrije trap van Kolk, onder­kant lat, ontstonden de meeste ha­chelijke momenten voor het doel van de bezoekers. ADO speculeer­de op opportunisme en spelhervat­tingen. Dat past bij de strijd om klassebehoud, maar het komt niet overeen met de speelwijze van Vi­tesse. „Wij zoeken het in het voet­bal”, zei Bos nog maar eens. Maar daarmee hebben de laatste zeven wedstrijden slechts drie punten opgeleverd.

De Gelderlander

Hoofdsponsor: