FC Twente als voorbeeld
Fred Rutten (49) bestelt in hotel Van der Valk op Papendal een cappuccino en legt twee telefoons op tafel. Een mobieltje is voor contact met een select gezelschap: familie, vrienden en de clubleiding van Vitesse. Via het andere nummer is de oefenmeester bereikbaar voor de grote buitenwereld, waaronder de media. „Ik word nooit gebeld door journalisten”, zegt Rutten bijna triomfantelijk. „Zij kunnen een sms’je sturen. Dan bel ik altijd terug. Dat weten ze. Het werkt perfect.”
Vitesse staat na negen speeldagen op de gedeelde tweede plaats en speelt nu tegen AZ, Ajax, FC Twente, NEC en PSV. In hoeverre zijn die duels richtinggevend voor de mogelijkheden in dit seizoen?
Rutten: „Ook na die wedstrijden is het nog veel te vroeg voor conclusies. Het is zoals ze het in de top van Engeland uitspreken. Tot maart moet je onderweg niet te vaak struikelen. Dan begint de competitie pas echt en worden de prijzen verdeeld.”
Kan Vitesse dit seizoen meedoen om het kampioenschap?
„ Pas als Vitesse er op alle gebieden klaar voor is, ben ik de eerste die roept dat we gaan meestrijden. Als je kijkt naar de marktwaarde van de spelers, dan liggen Ajax, PSV en FC Twente voorop. Maar ik heb zelf ervaren dat dat niet altijd de graadmeter is. Alleen: wat snel komt, gaat soms ook snel weer weg. Als je een club langzaam opbouwt, heb je een beter fundament. Bij Vitesse worden de voorwaarden gecreëerd. Denk aan de nieuwe trainingsaccommodatie.
Dan komt de volgende stap. Hoe zet je de structuur neer, hoe wil je het gaan doen. Je moet je bij dat proces niet laten leiden door emotie en resultaat. Het gaat om de visie. Dan ben je consistent beleid aan het voeren.”
Hoeveel tijd vergt zo’n proces?
„In mijn beleving is het nog een heel lange weg. Vitesse komt uit een moeilijke periode. Door de komst van de nieuwe clubeigenaar Jordania zijn de perspectieven veranderd en daardoor wordt van alle afdelingen binnen de club meer gevraagd. Ik denk dat Jordania een duidelijk idee heeft wat hij hier aan het doen is. Hij heeft bewust mij als trainer genomen om een topsportklimaat te ontwikkelen.”
Dat hebt u ook gedaan bij FC Twente, waar u vanaf 2006 hoofdtrainer en technisch directeur was.
„Ik vergelijk het proces bij Vitesse nu vaak met dat van Twente destijds. Twente is een voorbeeld. Bij die club is het ook begonnen door de juiste mensen op de juiste posities te zetten. Evert Bleuming is een goede scout. Ik heb hem omgeturnd van trainer van Jong Twente naar chef-scout. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen.”
FC Twente werd vier jaar later al kampioen van Nederland, vlak na uw vertrek naar PSV.
„Twente wilde eerst een stabiele subtopper worden. In de eerste twee jaar kon de club spelers als Engelaar, El Ahmadi, Wilkshire en Wielaert voor veel geld verkopen, terwijl ze weinig hadden gekost.
De opbrengsten werden gestopt in de ontwikkeling van de club. Dat heeft het proces versneld.”
Zou dat bij Vitesse ook mogelijk zijn, wanneer Wilfried Bony in de winterstop verkocht wordt?
„Ik hoop niet dat hij verkocht wordt. Gebeurt dat wel, dan kan Vitesse er op langere termijn baat bij hebben, als de transfersom wordt geïnvesteerd in nieuwe spelers.”
Welke stappen heeft Vitesse al gezet sinds uw komst?
„Ik merk de ontwikkeling en zal enkele voorbeelden geven. In het begin hoorde ik spelers vragen wanneer ze vrij waren. Na drieënhalve maand hoor ik dat nu minder. Dat is een andere beleving, een topsportbeleving. We zijn specifieker gaan trainen, waarbij we de spelers vaker individueel laten trainen en waarbij we spelers als Van Ginkel, Pröpper en Kalas meer krachttraining laten doen.
Toen ik hier kwam, kon ik moeilijk communiceren met Ibarra. Dat kan niet. We hebben de frequentie van zijn Engelse les opgevoerd.
Aksentijevic, hetzelfde verhaal. Hij is vier dagen naar de nonnen geweest en kwam als herboren terug doordat hij nu kan communiceren.”
Het proces naar de top duurt lang, maar u hebt slechts een contract voor een seizoen. Wilt u bijtekenen?
„Daar houd ik me niet mee bezig. Ik plan nooit iets. Bij mij is het altijd ontstaan en gebeurd. Ik kan wel zeggen dat het me bij Vitesse goed bevalt. De spelers zijn bereid te werken. En als ik vraag om een ander analysesysteem, dat sneller en zelfs goedkoper is, dan werkt de club daar aan mee. Ik heb het gevoel dat iedereen langzaam gaat geloven dat dit de juiste weg kan zijn om Vitesse structuur te geven in de ontwikkeling van spelers.”
U bent hoofdtrainer geweest bij FC Twente, Schalke 04 en PSV. Hoe typeert u uzelf?
„Ik verlang heel veel van mezelf en van mijn spelers. Dat gaat wel eens ten koste van mijn privéleven. Als ik zie hoe veel tijd ik in een club steek. Het is een trein, die raast maar door. Vroeger was woensdag de vrije dag, de familiedag. Dat is er een klein beetje bij ingeschoten.”
U bent net als Vitesse nog nooit kampioen geweest. Is dat uw ultieme drijfveer?
„Iedereen wil kampioen worden, dus ik ook. Sommige mensen raken gefrustreerd wanneer ze iets nastreven maar het niet waarmaken. Daar pas ik voor. Natuurlijk baalde ik twee jaar terug bij PSV dat in de winterstop met Afellay onze beste speler werd verkocht.
Maar dat soort dingen heb je niet altijd in de hand. Ik wil niet als een gefrustreerd iemand door het leven gaan.”