Merchandise
Fraser: ‘Ik heb altijd mensen moeten overtuigen’
In Arnhem zal het bepaald niet rustiger zijn dan bij ADO.
‘Nee, van wat ik lees en hoor is Vitesse ook niet echt een makkelijke club. Maar ik zie het vooral als een uitdaging. Een moeilijke, maar wel een mooie. Ach, het begrip rust is ook maar relatief in de voetballerij. Druk is er altijd. Waar ik de afgelopen tijd vooral van onder de indruk ben geraakt, is hoe goed ze het hier allemaal voor elkaar hebben. Dit is voor mij een prachtige stap omhoog, dat kan niemand me kwalijk nemen.’
Een van uw spelers bij ADO Den Haag, Tom Beugelsdijk, zei enkele weken geleden in Voetbal International: ‘Alleen als we niet als team speelden, werd hij boos.’ Typeert dat de trainer Henk Fraser?
‘In mijn ogen zijn er – naast kwaliteit natuurlijk – twee zaken cruciaal: bereidheid en betrokkenheid. Allereerst moet je bereid zijn kei- en keihard te werken. Dat verwacht ik van iedereen in mijn omgeving, dus moet ik daarin het voortouw nemen.'
Wat gaat u bij Vitesse anders doen dan uw voorgangers?
‘Dat vind ik een link onderwerp. Tegenwoordig wordt bijna alles wat je zegt, geïnterpreteerd als kritiek op iets of iemand anders; Het is een beetje als met vrouwen. Als je een complimentje maakt over hun mooie haar, zijn zij in staat te vragen of er iets mis is met hun make-up. Ik had dat laatst nog met mijn ADO-assistent Ekrem Kahya. Die heeft een fantastische pass, omdat hij enorm gespierde bovenbenen heeft. Maar toen ik dat tegen hem zei, vroeg hij: “En wat & er dan mis met mijn kuiten?”, haha.
Daarom kies ik mijn woorden zorgvuldig. Ik wil mijn kwaliteiten toevoegen aan wat Peter Bosz – maar eigenlijk heel Vitesse – de laatste jaren heeft neergezet. Die kwaliteiten zijn het neerzetten van een goede organisatie op het veld, voetballers als team laten, opereren en het ontwikkelen Van jonge spelers. Ik ga verder echt niet tornen aan waar Vitesse voor staat: mooi en aanvallend voetbal. Zelfs als ik dat zomaar zou kunnen veranderen – en ik denk dat me het niet eens zou lukken – zou ik dat niet willen.’
En dat terwijl u wordt gezien als een verdedigende trainer.
‘Ja, daar zijn we in Nederland goed in, hè? Van de Zwarte Pieten-discussie, tot de discussie over wat voor trainer je bent: mensen moeten altijd in hokjes worden gestopt. Ik vind Ron Jans het beste voorbeeld van een man die niet in één hokje past. Echt een waanzinnige trainer. Hij laat zijn ploeg aantrekkelijk spelen, maar wel volgens een bepaald idee. Hij kiest een manier van voetballen die bij de kwaliteiten van zijn spelers past. Met succes.
Overigens klopt dat beeld wat mensen van mij hebben niet Ik ben met de Hollandse School opgevoed en heb in totaal tien jaar in de jeugd van Feyenoord en PSV gewerkt. Clubs waar je bijna altijd de betere ploeg bent. Hetzelfde geldt voor mijn tijd als speler bij Feyenoord en Oranje, of toen ik assistent was bij Jong Oranje. Pas bij ADO heb ik geleerd wat realistischer te handelen. Ik wil wel compact spelen, maar dat is niet hetzelfde als verdedigend.’
U bent nu wederom aan de slag gegaan bij een club waar u forse kritiek zult krijgen als het even wat minder gaat.
‘Ach, ik heb bij ADO vooral waardering gehad van mensen buiten Den Haag. Dat ik deze zomer in totaal met vier clubs had kunnen gaan praten, geeft aan dat ik op de goede weg ben. Nu zal ik het weer opnieuw moeten laten zien, maar dat ben ik wel gewend. Ook als speler heb ik altijd mensen moeten overtuigen. Als trainer heb ik daarna een lange weg afgelegd.
Ik heb bij verschillende clubs en Jong Oranje gewerkt, met allerlei leeftijden, in allerlei functies onder allerlei mensen. Daardoor kwam ik bij ADO goed beslagen ten ijs. En nu ben ik er klaar voor om ook bij Vitesse te laten zien dat ik goed genoeg ben.’
