“Grote onbekende Thomas Letsch heeft de scepsis gelogenstraft”
De aanstelling van Thomas Letsch als trainer van Vitesse riep alom vraagtekens op in de Nederlandse voetballerij. Waarom kozen de Arnhemmers voor een trainer die alleen bij de Oostenrijkse Tweededivisieclub FC Liefering langdurig aan het roer had gestaan?
Vijf maanden later heeft Letsch de scepsis gelogenstraft.
Niet alleen is Vitesse de enige ploeg die tot nu toe gelijke tred heeft kunnen houden met koploper Ajax, maar bovendien is de beste seizoenstart in de Eredivisie van de club (1993/1994) geëvenaard. De Telegraaf sprak met de 52-jarige Duitser over de impact van corona, het leraarschap en het perspectief van Vitesse dit seizoen.
De herfstwind jaagt over Papendal, als Thomas Letsch plaatsneemt op een grote zwarte plastic bal, die als trainingsattribuut voor de krachttraining boven op de tribune ligt. Bij Vitesse vinden zoveel mogelijk activiteiten in de buitenlucht plaats om de coronarisico’s te verkleinen. De waakzaamheid is alleen maar groter geworden, nadat eerder dit seizoen maar liefst acht leden van de technische staf (onder wie Letsch) besmet raakten en in quarantaine moesten. In zijn gelegenheidskantoor en op zijn alternatieve stoel kijkt Letsch bescheiden en zonder branie terug op zijn wittebroodsmaanden bij Vitesse.
Gefeliciteerd met een bijzondere prestatie. U bent de eerste Vitesse-trainer sinds 1997 die in Arnhem van PSV heeft gewonnen. Hoe speciaal is dat voor u?
„Ik was er me niet van bewust dat Vitesse zo lang niet van PSV had gewonnen in eigen huis. Eigenlijk maakt het me totaal niet uit wat er in het verleden is gebeurd. Ik vind het vooral belangrijk dat we ook tegen een tegenstander als PSV ons eigen spel hebben kunnen spelen en een hoog niveau hebben gehaald.”
En u klopte Roger Schmidt, de trainer met wie u als assistent heeft samengewerkt bij Red Bull Salzburg. In de aanloop werd de wedstrijd gepresenteerd als een strijd tussen meester en leerling. Is het dan extra lekker om te winnen?
„Dat zijn dingen waar vooral de buitenwacht mee bezig was. Het is voor mij nooit Schmidt tegen Letsch geweest, maar het was gewoon PSV tegen Vitesse en we zijn heel blij met de drie punten.”
Vitesse is na zes wedstrijden medekoploper. Hoe verrassend is dat als je bedenkt dat de afgelopen maanden allerminst probleemloos zijn verlopen?
„We hebben inderdaad genoeg problemen gehad. Blessures, coronabesmettingen, zelfs de hele staf lag er uit. Wat mij positief stemt, is hoe de hele club met deze moeilijke situatie is omgegaan. Dat was super, iedereen heeft meegeholpen. Het heeft ons dichter tot elkaar gebracht.”
Hoe zwaar was het om alleen ziek thuis te zitten, terwijl uw familie negenhonderd kilometer verderop zat?
„Het was vooral moeilijk omdat ik positief testte net nadat mijn vrouw en dochter een weekend in Arnhem waren geweest. Niet alleen ik moest in quarantaine, maar ook mijn familie in Oostenrijk moest uit voorzorg twee weken binnen blijven. Ik ben geen type om hele dagen thuis te zitten. Gelukkig ben ik niet erg ziek geweest. Ik heb wel symptomen gehad. Hoofdpijn, hoesten en ook koorts. Maar het was niet zo ernstig dat ik me zorgen heb moeten maken. Ik ben door de club fantastisch verzorgd. Ze deden boodschappen voor me en dankzij de geweldige inzet van collega’s heb ik gedeeltelijk door kunnen werken.”
Ondervindt u nu nog gevolgen van de coronabesmetting?
„Ik voel me zelf weer honderd procent gezond en ben blij dat ik er niks aan heb overgehouden. Alles is gecheckt. Deze week is nog een onderzoek gedaan. Ik ben opgelucht dat het zo is afgelopen.”
Inmiddels bent u in Nederland geen onbekende trainer meer, maar toen u kwam, waren er vooral gefronste wenkbrauwen. Heeft u dat gestoord?
„Dat is toch normaal. Waar zouden de mensen in Nederland mij van moeten kennen? Jürgen Klopp bleek mij vorige week ook niet te kennen. Ik kreeg van vrienden filmpjes toegestuurd van zijn uitspraak. Ik kan daar wel om lachen en ik snap het ook wel. Ik ben lang in Salzburg bezig geweest met het Red Bull-project, maar vooral op de achtergrond. Ik ben heel kort hoofdtrainer bij Erzgebirge Aue geweest en daarna bij Austria Wien, maar Oostenrijk is ver weg en het Oostenrijkse voetbal wordt niet zo goed gevolgd in Nederland. Het is dus normaal dat ik hier onbekend was en het maakt me eigenlijk ook helemaal niks uit. Mensen moeten me niet beoordelen op mijn naam, maar op het werk dat ik lever.”
In uw vaderland Duitsland is het een trend dat grote clubs piepjonge trainers aanstellen. U bent op uw 52e pas voor de tweede maal hoofdtrainer op het hoogste niveau. Gaat u daarmee tegen de trend in?
„Mijn geschiedenis is een heel andere. Ik heb gestudeerd en heb daarna als sportleraar en wiskundeleraar gewerkt in Duitsland en Portugal. Dat heeft me echt verrijkt. Uiteindelijk word je gevormd door alle ervaringen die je hebt opgedaan in je leven. Ik heb nooit profvoetbal gespeeld, alleen op het hoogste amateurniveau, maar in mijn geval zijn er weer andere dingen die mij hebben gevormd. Zo ben ik helemaal onderaan de trainersladder begonnen en heb zo alle facetten van het vak leren kennen. Ik ben blij met de weg die ik heb gevolgd.”
U bent niet de eerste trainer met een achtergrond in het onderwijs. Is zo’n achtergrond een voordeel?
„Misschien is het inderdaad wel een goede basis voor het trainerschap. Als ik kijk naar Guus Hiddink, Louis van Gaal en Ottmar Hitzfeld, die alle drie een onderwijsachtergrond hebben, zou je dat kunnen denken. En ik kan de jongens bij Vitesse ook nog wat wiskunde bijbrengen…”
Wat opvalt aan de manier waarop Vitesse speelt, is dat het systeem zo goed past bij de kwaliteiten van bepalende jongens als Oussama Tannane en Riechedly Bazoer. Hoe is dat in zijn werk gegaan?
„Toen ik naar Vitesse kwam, had ik zeker niet in mijn hoofd om 3-5-2 te gaan spelen. We hebben in de voorbereiding een 4-3-3-systeem en een 4-4-2-systeem met een ruit op het middenveld uitgeprobeerd, maar zijn uiteindelijk uitgekomen bij een 3-5-2-systeem, omdat daarin onze spelers het meest tot hun recht komen. Vroeger ben ik ook een trainer geweest die een vast systeem had, waar de spelers zich maar aan moesten aanpassen. Maar ik denk daar nu anders over. Voor mij is het heel belangrijk dat we duidelijke spelprincipes hebben, die los staan van het systeem dat we spelen. Daarmee bedoel ik dat iedereen weet wat hij bijvoorbeeld moet doen bij balbezit van de tegenstander en wat hij moet doen in de opbouw. De spelprincipes staan voor mij los van het systeem en dan gaat het erom dat je het systeem gebruikt dat het beste bij de spelers past. Als we twee geweldige vleugelspelers hadden gehad, zeg maar twee topfitte Hilary Gongs, dan was de kans groot geweest dat we 4-3-3 hadden gespeeld.”
Wat is er dit seizoen mogelijk voor Vitesse?
„Er zullen ook mindere periodes komen, maar een club als Vitesse moet altijd voor de Europese plaatsen spelen en ik denk dat dat zeker haalbaar is met deze groep. Voor mij persoonlijk is het doel om alles waar we aan gewerkt hebben zo goed mogelijk uit te blijven voeren en de jongens gretig te houden. Ongeacht of we nu tegen Ajax, PSV of een lager geklasseerde ploeg spelen. Als we daarin slagen, dan ben ik ervan overtuigd dat we ons doel gaan bereiken en Europees voetbal halen.”
Bron: TG / Foto's: SV