Guram Kashia Arnhemmer van het Jaar 2015
Wat ook een rol speelde bij zijn uit verkiezing, is Kashia's jarenlange grote betrokkenheid bij de herdenking van de Slag om Arnhem en Vitesses Airbornewedstrijd.
De Berenkuil roept traditioneel in december iets of iemand uit tot Arnhemmer van het Jaar. In 2014 en 2013 ging de titel naar Bob Roelofs, respectievelijk het Feestaardvarken.
Hij verzaakt nooit, de nummer 37 van Vitesse. Guram 'Captain Arnhem' Kashia is Arnhemmer van het Jaar.
De speciale Airborne-wedstrijd tegen De Graafschap is vijf minuten onderweg. Op de tribune van GelreDome kijken veteranen van de Slag om Arnhem en hun familie toe hoe Vitesse een corner neemt en de bal op het hoofd belandt van Guram Kashia.
De Georgische aanvoerder van Vitesse kopt de bal over de doelman en zet de Arnhemmers op voorsprong: 1-0. De captain snelt richting tribune, beduidt zijn ploegmakkers met een armgebaar hem even de ruimte te geven, en salueert voor de Airborne- strijders.
Na afloop van het duel betoont de nummer 37 van de geel- zwarten opnieuw zijn respect aan de oud-strijders, als hij ook zijn elftal laat salueren. "De veteranen zijn de echte, grote helden, groter dan voetballers, groter dan voetbal. Daarom moeten we ze eren", zal Kashia later zeggen.
Het is niet voor het eerst dat hij eer bewijst aan de Airbornes. Beroemd is de foto uit 2012 van de Vitesse-aanvoerder met Johnny Peters, destijds voorzitter van de Arnhem Veterans – inmiddels overleden. Kashia weet wat oorlog is. In 2008 vielen de Russen zijn geboorteland binnen, honderden Georgiërs kwamen om.
Het respect voor de oud-strijders tekent de man die zijn voetballoopbaan in Arnhem wil afsluiten. In zijn nieuwe contract staat 30 juni 2020 als einddatum genoteerd, maar daarna is Kashia nog niet klaar met Vitesse. De 28-jarige Georgiër wil graag een functie in de stad van de club, zoals meer clubiconen.
Want die typering heeft Captain Arnhem, zoals hij ook wel wordt genoemd, in de vijf jaar dat hij in het geel-zwart voetbalt wel verdiend. Binnen en buiten het veld is hij een voorbeeld voor zijn ploeggenoten. Guram Kashia gaat voorop in de strijd en gaat voor het algemeen belang.
In september 2013 wordt hij vader van een dochter, maar voor hij naar Georgië afreist om haar te zien, leidt hij Vitesse naar een 2-3 zege in Nijmegen tegen aartsrivaal NEC. "Ik heb mijn kind alleen via de computer gezien. Ik vind het een speciaal duel, omdat ik hier nu drie jaar woon en ik me Arnhemmer voel", zegt hij.
Het seizoen 2014-2015 sluit hij – met afstand – af als beste Vitessenaar in het spelersklassement van De Gelderlander. Het huidige voetbalseizoen meldde hij zich al op Papendal een week voor zijn vakantie was afgelopen. Een echte leider gaat altijd voorop. En dat geldt ook als hij na een blessure op de reservebank belandt. Vorige jaargang lukte het hem zelfs in de rol van bankzitter het team te motiveren tot een ijzersterke tweede seizoenshelft, ook dan blijft hij de professional. "Mijn tijd komt wel", weet de mateloos populaire Georgiër met het geel-swerte hert.
Hij is een verademing in een tijd dat voetballers nooit langer dan een paar seizoenen achter elkaar de zelfde kleuren dragen. Guram Kashia is een clubman. Voor zijn tijd in Arnhem voetbalde hij in negen jaar 145 wedstrijden voor Dinamo in zijn geboortestad Tblisi. Vitesse is pas zijn tweede club.
Het zal even wennen zijn voor Guram Kashia, want als een voetballer een prijs wint, dan hoort daar een schaal bij, een medaille, of op z'n minst een beker. De titel Arnhemmer van het Jaar 2015 van De Berenkuil is een prijs zonder versierselen, maar wel met eeuwige roem.
Het is ook een eigenwijze prijs, niet zelden bedoeld als een steek onder water. Zoals die in 2011, met 'reaguurder' Klaas01 als winnaar, of het jaar ervoor, toen Erik Schilp werd 'onderscheiden' omdat hij de komst van het Nationaal Historisch Museum naar Arnhem wist te verprutsen.
Dit jaar geen dubbele bodem. Guram Kashia heeft de prijs verdiend. De slotzin van dit verhaal had moeten zijn dat het nu wel tijd wordt om Nederlands te gaan leren, maar hij heeft de eerste lessen al gehad. Dan het Ernems er maar gelijk achteraan, Guram: Wij zin de jonges uut Ernem, eers hebben we het kout en dan weer werrum.