Guram Kashia: “Ik zal nooit opgeven”
Diepe wond
Het beeld is even grappig als aandoenlijk. Hoewel de spelers van Vitesse teleurgesteld afdruipen na het 1-1 gelijkspel tegen Heracles Almelo, blijft Guram Kashia aan de zijkant van het veld staan. De aanvoerder houdt halt bij oorlogsveteraan Johnny Peters, de voorzitter van de Arnhem 1955 Veterans Club, en geeft hem zijn shirt. Wat volgt is een militair saluut, waarbij de speler en de oorlogsveteraan met de hand schuin tegen het hoofd elkaar indringend aankijken. Het duel met Heracles, twee weken geleden, was het traditionele Airborne-duel, het jaarlijkse moment waarbij Vitesse een competitiewedstrijd in het teken laat staan van de Slag om Arnhem.
Toen ze bij Vitesse om zijn medewerking vroegen, hoefde Kashia geen seconde na te denken. Ongeacht het resultaat van de wedstrijd, hij zou de oorlogsveteranen direct na afloop opzoeken.’ Dat vond ik een enorme eer,’ begint de verdediger. ‘Vergeleken met soldaten stellen voetballers helemaal niets voor. Wat die mensen hebben gedaan, is vele malen groter dan het winnen van een WK of van een gouden medaille op de Olympische Spelen. Zij hebben voor het land gevochten, hun leven willen opofferen om anderen te helpen. Daar heb ik oneindig veel respect voor.’
Kashia weet waarover hij praat. Net 21 jaar was hij, toen het dagelijkse leven in Georgië van de ene op de andere dag stil kwam te liggen. Kashia gold als begenadigd voetballer van Dina-mo Tblisi, de grootste club van het land, maar op 7 augustus 2008 was het opeens oorlog. Russische tanks reden Georgië binnen en de spanning nam met de minuut toe. ‘Uiteindelijk heeft de oorlog acht dagen geduurd, maar het voelde alsof het jaren was.’ Kashia begint in alle rust zijn inktzwarte herinneringen op te sommen. ‘Nog altijd raakt het me heel diep. Iedereen kent het verleden van de Sovjet-Unie, maar beide landen leefden sinds de onafhankelijkheid gewoon naast elkaar. Totdat er opeens meningsverschillen waren met een conflict tot gevolg. Dan is het toch niet normaal dat men overgaat tot geweld op onschuldige burgers? Vrienden van me moesten opeens met een geweer om de straat op, niemand was op dat moment zeker van zijn leven. De werkelijke reden heeft volgens mij niemand in Georgië ooit begrepen. Wij zijn een warm volk, gastvrij en zoeken nooit problemen op. Maar nu waren we als land in oorlog, met Rusland, het grootste land ter wereld.’
De stem van Kashia wordt feller. ‘Rusland wordt in Georgië beschouwd als de vijand. Gezien het verleden niet vreemd, en helemaal na de oorlog in 2008. Het ging natuurlijk ook helemaal nergens over. Kom op, als Rusland had gewild, hadden ze binnen een uur heel Georgië plat kunnen bombarderen. Wij zijn een dwerg, Rusland is de grote reus. Maar het land zou dan de hele wereld over zich heen krijgen, waardoor niemand wist wat er werkelijk zou gebeuren. Opeens reden er tanks door de straten, werd er geschoten en waren er zware bombardementen.
Tblisi, de hoofdstad waar ik woonde, bleef nog grotendeels gevrijwaard, maar daar is alles mee gezegd. Familieleden, vrienden, iedereen was bij de oorlog betrokken en het heeft een blijvend litteken achtergelaten. In de harten van de mensen in Georgië, maar ook in het straatbeeld. De economie lag plat en er was veel schade. Terwijl we net op de goede weg waren, moest alles weer opnieuw worden opgebouwd.’
Omschakeling
Het zal niet de eerste keer deze middag zijn dat Kashia zijn gevoelens uit over zijn vaderland. De verdediger streek twee jaar geleden neer in Arnhem. Terwijl heel Nederland in de ban was van de entree van ene Merab Jordania, werd Kashia op de achtergrond al langere tijd warm gemaakt voor een komst naar Nederland. Na de memorabele dag op 16 augustus deden allerlei namen de ronde in Arnhem, maar de onbekende Georgische verdediger Kashia was de eerste speler die in Gelredome tekende. ‘Meneer Jordania is een man met veel aanzien in Georgië. Toen hij me benaderde, hoefde ik niet lang na te denken. De plannen spraken me aan en ik kreeg een unieke kans: spelen in een mooie competitie in West-Europa.’
In de eerste maanden keek Kashia zijn ogen uit. Vitesse was een broeinest vol onrust en onzekerheid. Ook de verdediger zelf moest de nodige twijfels overwinnen. ‘De Nederlandse competitie is met geen enkel ander land te vergelijken, en al helemaal niet met de landen in Oost-Europa. Ik was gewend dat ik als verdediger alleen ballen moest tegenhouden. Al schoot ik elke bal in de tribune, als we met de verdediging geen tegendoelpunt kregen, hadden we het goed gedaan. Maar in Nederland telt dat niet. Hier willen ze je zien inschuiven, mooie passes zien geven en je moet altijd proberen te voetballen. Ook onder druk. Dat was een gigantische omschakeling voor me, maar beetje bij beetje ging ik vooruit.’
Kashia is uitgegroeid tot een stabiele kracht in Arnhem, terwijl hij in de tussentijd allerlei spelers zag komen en gaan. Zo maakte hij in twee jaar tijd bij Vitesse liefst vijf hoofdtrainers mee. De Georgiër dwong een basisplek af onder Theo Bos, Hans van Arum, Albert Ferrer, John van den Brom en Fred Rutten. Bovendien werd hij door Van den Brom en diens opvolger Rutten beloond met de aanvoerdersband. Zijn positieve instelling, mentale weerbaarheid en professionele houding worden met regelmaat geroemd in Arnhem. Voor de bescheiden Kashia geen bijzonderheid. ‘Ik weet wat ik kan, maar vooral ook wat ik niet kan. Ik mag heel blij zijn dat ik voor een club als Vitesse mag spelen, in een mooie competitie, onder perfecte omstandigheden. En dat alles heb ik bereikt met hard werken.
Ik was een talent, maar niet meer dan dat. Spelers om me heen waren altijd behendiger, hadden meer techniek, maar uiteindelijk redden zij het niet. Ik wist al heel vroeg dat ik veel kon compenseren met mijn inzet. Ik ben topfit, sla nooit een training over en leef voor mijn sport.’
Dat laatste werkt door in het leefpatroon van de speler. Op een doordeweekse dag speelt zich in het appartement van Kashia in het centrum van Arnhem hetzelfde ritueel af. ‘Na de training en de lunch ga ik naar huis en dan kijk ik naar films of tv-series. Van die Amerikaanse series als Prison Break of Lost, dat vind ik geweldig. Meestal ben ik dan na een uurtje zo moe dat ik in slaap val en helemaal tot rust kom. ’s Avonds loop ik dan vaak even de stad in om met mijn vriendin ergens koffie te drinken. Dat is mijn vaste ritme en daar voel ik me goed bij. Ik weet ook zeker dat dit leefpatroon er mede voor zorgt dat ik nooit geblesseerd ben.’
Roots
Het leven voor de sport kreeg Kashia al op jonge leeftijd van zijn ouders mee. Vader Levan was in de jaren tachtig een bekende rugbyspeler. Hij speelde een groot deel van zijn carrière in Moskou en was international van de Sovjet-Unie en later van Georgië. ‘Mijn vader is nog altijd een heel brede man. Als ik nu met hem zou stoeien, zou hij me nog steeds zo op grond leggen, vrees ik. Ik heb zijn carrière nooit bewust meegemaakt, maar heb later wel beelden van hem teruggezien. Heel bijzonder. Hij was echt zo’n stoere rugbyer. Het liefst had hij ook dat mijn broer Shota en ik hem zouden opvolgen in die sport, maar wij moesten er niet veel van hebben. Ik weet nog goed dat hij vroeger geregeld een balletje naar ons toegooide. Maar in plaats van te vangen, namen we hem aan en schopten hem terug.
Volgens mij wist hij op die momenten al dat het niet rugby, maar voetbal zou worden.’
De overeenkomst tussen de twee zonen en hun vader is dat ze de sport alle drie tot hun beroep konden maken. Broer Shota, die drie jaar ouder is, schopte het net als Guram tot het eerste elftal van Dinamo Tblisi. ‘Hij had meer talent dan ik, maar kreeg problemen met zijn knieën. In totaal is hij acht keer geopereerd! Inmiddels speelt hij voor FC Dila Gori, de andere grote club in Georgië.’ De broers hebben nog altijd dagelijks contact, net zoals Kashia in Arnhem ook met grote regelmaat bezoek krijgt van zijn ouders. ‘Familie is voor mij het belangrijkste wat er is. Niet alleen voor mij, maar voor alle mensen in Georgië. Ouders zorgen voor hun kinderen tot een bepaald moment, daarna zorgen de kinderen voor de ouders. Dat is heel normaal bij ons, en komt indirect ook doordat er in Georgië geen structuur is zoals in Nederland. Bij ons kennen ze geen pensioenen, alles is gericht op je familieband.
Mijn broer en ik hebben nu een mooi bestaan als voetballer, waardoor we ervoor kunnen zorgen dat onze familie het goed heeft. Ik besef heel goed dat we daarmee bevoorrechte mensen zijn. Het gaat langzaam weer beter met Georgië, maar voor veel landgenoten was het jarenlang een strijd tegen armoede. Binnenkort zijn er presidentsverkiezingen en dat is een belangrijk moment voor het land. De economie groeit weer, het toerisme neemt toe, en daarbij mogen zich geen nieuwe conflicten voordoen. Het land heeft zo veel te bieden, alleen het moet wel op een goede manier benut worden. Ik hoorde laatst dat veel Nederlanders in de zomervakantie naar Kroatië gaan. Geloof me, Georgië is mooier. We hebben geweldig eten, heerlijke vleesgerechten en de beste rode wijn van Europa. En het land heeft qua natuur veel te bieden. Bergen, bossen en mooie stranden aan de Zwarte Zee. Er komen steeds meer hotels aan de kust, maar het is de komende jaren belangrijk dat het imago van het land beter wordt. Pas dan voelen toeristen zich prettig in Georgië.’
De bescheiden perfectionist Kashia voelt zich gewaardeerd in Arnhem, onlangs verlengde hij zijn contract tot medio 2016, maar hij zal nooit vergeten waar zijn roots liggen. ‘Ook wij hadden het niet heel breed thuis, maar er was wel altijd eten en mijn ouders hebben ons een warme opvoeding gegeven. Om me heen zag ik dat zoiets niet vanzelfsprekend was. Ik voetbalde met jongens in de jeugd van Dinamo Tblisi die zo veel talent hadden. Maar van de ene op de andere dag waren ze er niet meer, omdat ze hun ouders moesten helpen om geld te verdienen. De armoede was overal, er ging geen dag voorbij of je werd er wel mee geconfronteerd. En toch, je hoorde niemand klagen, iedereen werkte hard voor een beter bestaan. Dat zal ik niet snel vergeten en werkt door in mijn mentaliteit. Ik zal nooit opgeven.’
‘Vitesse wordt dit seizoen nog geen kampioen’
Woensdagavond gaat een vurige wens van Guram Kashia in vervulling. De verdediger bezoekt een wedstrijd van zijn favoriete club Real Madrid, met dank aan Theo Janssen is de selectie van Vitesse in De Arena aanwezig bij de Champions League-wedstrijd van Real Madrid tegen Ajax. ‘Van jongs af in ben ik al fan van Real’, legt Kashia uit. ‘Ze worden niet voor niets De Koninklijke genoemd, het is een club met een geweldige uitstraling. Oké, als ik eerlijk ben moet ik bekennen dat Barcelona het mooiste voetbal ooit speelt, maar als supporter zal ik zoiets nooit hardop zeggen.’ Het decor van de Champions League moet volgens de ambitieuze plannen van Vitesse binnenkort ook in Gelredome zichtbaar zijn. Kashia is hoopvol gestemd. ‘Alle ingrediënten zijn aanwezig om van Vitesse een topclub te maken. De selectie wordt elk jaar beter, de staf is goed, er komt een geweldige trainingsaccommodatie. Vitesse wordt dit seizoen nog geen kampioen, maar over twee of drie jaar is het zeker mogelijk om de titel te spelen.’