Het bijzondere seizoen van Danilho Doekhi: tegen oom én leermeester in bekerfinale
Danilho Doekhi (22) jaagt met Vitesse op prijzen. De Rotterdamse centrumverdediger bouwt gestaag aan een grote loopbaan. Hij kan niet wachten op de grootste wedstrijd uit zijn leven: de KNVB-bekerfinale tegen Ajax.
Ineens staat het bestbewaarde geheim van Vitesse in de schijnwerpers. Zijn trainer raakt niet uitgepraat over Danilho Doekhi; zo jong, zo rustig. Leider van de op één na minst gepasseerde defensie van Nederland en nog zonder ook maar één gele kaart. En deze zaterdagavond is hij door de afwezigheid van doelman Remko Pasveer gewoon aanvoerder. Terwijl Pasveer vanaf de tribune in De Grolsch Veste net zo hard schreeuwt als hij dat op het veld doet, krijgt Doekhi bij de eerste de beste aanval van FC Twente de bal van achteren tegen zijn arm: strafschop en 1-0. Zonder te protesteren loopt de verdediger weg. Kalm als een Thaise monnik die zijn ochtendwandeling maakt. Het zal meteen het allerlaatste schot op doel zijn van de thuisploeg. Vitesse overklast de tegenstander, komt nog voor de rust op 1-1 en wordt in de allerlaatste seconde beloond met een dubieuze strafschop: 1-2.
De overwinning zorgt voor een ongekende ontlading. Eén die alles vertelt over de beleving van deze groep. ‘Het lijkt wel of ze de Champions League hebben gewonnen’, gromt Joël Drommel, de doelman van de thuisclub. Vanzelfsprekend is Oussama Tita Tannane met zijn twee treffers het middelpunt van de Arnhemse vreugde. Maar ook de verdedigers vallen elkaar in de armen. Jacob Rasmussen en Maxi Wittek brullen wilde strijdkreten. Achter hen loopt de kersverse aanvoerder Doekhi rustig het veld af. Tikje op zijn rug van Riechedly Bazoer, hand van de trainer, boks van Pasveer. En op naar de camera’s. Alsof hij al jaren niet anders doet.
Doekhi trekt de gele band nog eens even goed rond zijn bovenarm. ‘Natuurlijk doet dat iets met je’, zegt hij. ‘Het is een eer, echt bijzonder. Maar we zijn vooral weer een stap dichter bij Europees voetbal. Feyenoord blijft minimaal op vier punten. Wij moeten nu door naar de volgende finale.’
‘Bij Vitesse ben ik een man geworden’
Het is precies zoals we hem al jaren kennen. VI spreekt uitgebreid met hem voorafgaande aan zijn debuut als captain. Het gaat over zijn jeugd in Rotterdam, bij de club met die mooie naam en illustere geschiedenis, Xerxes. Of hij de beroemde spelers van die vereniging kent? Moeilijk natuurlijk. Hij begon twee turven hoog als zesjarige op heilige grond. Bij de club waar voetbalgrootheden hun voetstappen hebben staan. Willem, Coentje en Faas om er maar een paar te noemen. Niet veel later vernoemde het vermaarde Xerxes het sportpark naar de man die Faas heette.
‘Willem van Hanegem! … Coen Moulijn? … Faas… Och, kom. Ja, wacht, ik weet het wel. Echt een beroemde voetballer. Sportpark? Faas Wilkes! Dat is het inderdaad.’
Doekhi speelde er net niet meer toen de club besloot het complex te vernoemen aan de in 2006 overleden ster. De verdediger telde net acht lentes en was al opgepikt door Excelsior. ‘De club waar ook mijn oom had gespeeld. Winston, de broer van mijn vader. Winston Bogarde.’ Negen jaar lang verdedigde Doekhi als pupil en junior het zwart en rood van de Kralingers. Hij had nog niet eens een contract toen hij debuteerde op het hoogste niveau. ‘Onder Fons Groenendijk. Uit tegen AZ, vergeet je natuurlijk nooit. Stond ik ineens tegen Vincent Janssen, de topscorer van de Eredivisie.’
Dik tien minuten en daar bleef het ook meteen bij. De oudpapierclub had misschien de papieren wat eerder moeten regelen. Na overleg met zijn vader en oom viel de keuze op de A1 van Ajax. Daar waar oom Winston intussen werkte. Van de havenstad naar de hoofdstad. Naar misschien wel de beroemdste jeugdopleiding ter wereld. Spelen op De Toekomst. In de A1 kreeg hij al met zijn oom te maken, die er de verdedigers trainde en het jaar daarna weer, maar nu als assistent van Jong Ajax, dat in de Jupiler League speelde. ‘Dat was bijzonder. We werden zelfs kampioen met Dani de Wit, Justin Kluivert, die jongens.’
De stap naar het eerste was na twee jaar niet reëel. ‘Matthijs de Ligt stond daar, de finale van de Europa League was gehaald en het niveau van de eerste selectie werd enorm verhoogd. Ik was niet teleurgesteld, niet per se. Het is gewoon heel moeilijk in het eerste elftal van Ajax te komen. Dat ligt niet aan Ajax, helemaal niet. De jeugd kreeg juist erg veel kansen, maar er is ook erg veel jeugd. Echt goede spelers. Toen ik de stap moest maken, werd het er niet makkelijker op doordat ze net grote spelers gingen halen zoals Daley Blind. Ja, dan weet je dat je het echt moeilijk gaat krijgen. Misschien dat je erbij kan komen, maar dan nog, hoeveel ga je spelen? Ambities zijn mooi, maar realisme is ook belangrijk.’
‘Het is gewoon heel moeilijk in Ajax 1 te komen. Ambities zijn mooi, maar realisme is ook belangrijk’
Spijt heeft hij allerminst. In Amsterdam leerde hij op zichzelf wonen, wat het vak voetbal inhoudt. En snapte hij uiteindelijk ook dat hij, om verder te kunnen groeien, zou moeten overstappen naar een club waar hij veel speeltijd zou krijgen. ‘Ik wilde graag in de Eredivisie voetballen. Er waren meer clubs, maar Vitesse speelde het hoogst. Daar hoopte ik te kunnen aanhaken. Dat is inderdaad meer dan gelukt. Vitesse is de perfecte keuze geweest. Dit is al mijn derde seizoen en dat is een enorme lading aan wedstrijden en ervaring. Je wordt beter met wedstrijden in de benen.’
Trainer Thomas Letsch is lyrisch zodra het over de bescheiden verdediger gaat. Hij noemde hem al beter dan Perr Schuurs en typeert Doekhi als ‘een van de rustigste spelers in de selectie, extreem betrouwbaar en extreem belangrijk. Iemand die nauwelijks overtredingen nodig heeft. Danilho is een van de beste centrumverdedigers van de Eredivisie, zit ook niet voor niets bij Jong Oranje. En dat is een Eine Supertruppe. Ik denk niet dat er ergens anders in Europa zo’n lichting rondloopt. Je ziet nu al dat jongens moeiteloos naar de A-selectie doorschuiven.’
Doekhi knikt, hij wil ook de vuurtoren zijn. Een baken van rust. Een lichtpunt in de zwaarste stormen op het veld. ‘Mooie woorden. Rust uitstralen is belangrijk. Ik ben hier van jongen man geworden, zo kun je het wel zien. Je bent ouder, je hebt een paar jaar Eredivisie achter de rug, zit bij de nationale selecties. Dan groei je vanzelf. Dat moet ook, daar ben ik mee bezig. Je hebt sowieso altijd dingen om te leren, tegen topclubs ben je extra op je hoede, dat vraagt meer. Hoe beter de tegenstander, hoe groter de uitdaging. Daar hou ik van. Ik kijk veel wedstrijden terug, om te zien hoe het beter kan. Hoe ik situaties moet aangaan. Niet alleen naar mezelf. Je kijkt sowieso naar de topverdedigers. Ik geniet als ik Virgil van Dijk zie spelen. De rust die hij uitstraalt naar het team, daar staat echt iemand en dat vertrouwen straalt af op de rest. Dat zijn zaken die je wil toepassen op je eigen spel. Ik wil graag bij mezelf aan dat leiderschap werken. Zoals Van Dijk alles neerzet en iedereen naar hem luistert. Dat is indrukwekkend.’
Zelf staat Doekhi dit seizoen voor grote uitdagingen. Want Letsch leek het wel een goed idee zijn nummer 10 Riechedly Bazoer centraal achterin te zetten in een vrije rol. Bazoer is dus met de regelmaat van de klok op de helft van de tegenpartij te vinden. Om het allemaal nog wat spannender te maken, wil de trainer zijn backs zoveel mogelijk richting vijandelijk doel. Een simpele optelsom leert dat Vitesse de eigen helft met zeeën van ruimte moet verdedigen met twee jongens die beiden de 190 centimeter met gemak halen. Doekhi is de ene, Jacob Rasmussen de ander. De Twin Towers van Arnhem.
Samen met zijn Deense collega benadert Doekhi het voetbal dan ook als een studie. Rasmussen kan lezen en schrijven met zijn kompaan. ‘The big man is een gigant’, vertelde hij onlangs al. ‘Ik leef om duels te winnen, vind niets mooier dan de oorlogen uit te vechten achterin. Een beetje de Italiaanse school, ja, zo is het bij Fiorentina en Empoli ook. Hier wil de trainer dat we extreem hoog druk zetten, dus dat maakt het nog moeilijker. Daar zijn we met z’n tweeën echt mee bezig. Zorgen dat iedereen goed staat. Elkaar coachen. Vechten voor de nul.’
‘Hij is extreem betrouwbaar en extreem belangrijk, iemand die nauwelijks overtredingen nodig heeft’
Die hielden ze al tien keer. Het is prachtig te zien hoe ze staan te juichen als ze weer eens gevaar hebben afgewend. Doekhi: ‘We zijn allebei serieus en ambitieus, hebben een goede klik en zijn ontzettend met het vak bezig. Het gaat gewoon goed met het team, goed achterin ook. Iedere keer dat we de nul houden, hebben we dat deel van de wedstrijd gewonnen. De trainer geeft me vanaf het begin vertrouwen, als team boeken we geweldige resultaten, dan groei je. Je ziet dat alleen Ajax minder tegentreffers kreeg. Ik denk dat we dit systeem beheersen en daar ook naar spelen.’
Dat werd vooral duidelijk in februari, toen Vitesse ineens volledig implodeerde. ‘Dan zie je dat het systeem altijd leidend moet zijn. In die mindere fase hebben we de principes te veel losgelaten. Je merkt dat het zó soepel gaat dat de kleine dingetjes er bijna onzichtbaar in slepen, dat een paar spelers net iets minder gaan lopen terwijl het wél moet, dat het systeem blijkbaar niet meer heilig is. Dat zijn harde lessen en is doodzonde. Maar we zijn daar met z’n allen uitgekomen.’
De ommekeer was een dubbele ontmoeting met VVV-Venlo, de ploeg die in februari stuntte met een 4-1 in De Koel. De twee wedstrijden daarna tegen de Limburgers won Vitesse wél, waarbij de tweede de annalen van de clubhistorie in zal gaan. Want het bezorgde de club een plaats in de KNVB-bekerfinale. ‘Dat wordt de grootste wedstrijd uit mijn leven’, zegt Doekhi. ‘Ja, echt leuk om tegen Ajax te spelen, omdat ik daar heb gevoetbald en mijn oom er op de bank zit. Natuurlijk is Ajax favoriet. Maar er zijn voldoende redenen om vertrouwen te hebben. Wij gaan naar Rotterdam om die beker te winnen. We weten we dat niemand ons wegspeelt als wij ons systeem goed en geconcentreerd uitvoeren. Het is niet zo dat je gewoon even Ajax kan invullen als winnaar. Je wint niet zomaar van PSV, AZ en Feyenoord. De uitwedstrijd tegen Ajax, in het begin van dit seizoen, hebben we zelf uit handen gegeven. Als je dat kunt, dan weet je ook dat de je op een goede dag kan winnen. Hopelijk is dat die dag in De Kuip.’
Bij Jong Ajax met oom Winston Bogarde, die hij volgende week treft als assistent-coach van tegenstander Ajax tijdens de bekerfinale. ‘Dan hoop ik dat al zijn trucjes die hij me heeft geleerd er net wat te veel zijn geweest…’
Dat hij altijd speelt, staat vast. Letsch loopt met hem weg. Net zoals de Rus Leonid Slutsky hem graag opstelde. En uiteraard is er ook nog oom Winston. Volgende week treffen ze elkaar dus als tegenstanders in De Kuip. ‘Dan hoop ik dat al zijn trucjes die hij me heeft geleerd er net wat te veel zijn geweest’, lacht de twintiger. ‘Want natuurlijk kende je Van Hanegem en weet je dat Wilkes en Moulijn ongelooflijk goede voetballers zijn geweest, maar ik heb een oom die de Champions League heeft gewonnen. Van zo iemand neem je veel aan. Dat hij dan later je trainer wordt bij Jong Ajax, is dan helemaal geweldig. Samen met Michael Reiziger, natuurlijk ook iemand die op het allerhoogste niveau heeft verdedigd. Dan ga je met sprongen vooruit. Bij de A1 kwam hij al specifiek op verdedigen trainen en kreeg ik tips waar ik nu nog elke wedstrijd van profiteer. Simpele dingen, die altijd terugkomen. Sta je tegen een fysiek sterke vent, dan zorg je dat hij je niet vast kan pakken, blijf je een stapje weg. Staat er een snelle jongen, dan zit je erbovenop, is positionering belangrijk, laat je hem niet weg draaien, probeer je vóór hem te komen. Hij heeft mij eigenlijk altijd geholpen met dat soort dingen.’
‘In mijn optiek heeft het nul zin naar Feyenoord te gaan, dat is voor hem geen stap omhoog’
Letsch geniet van de beroepsernst en bombardeerde de jongeling al na de voorbereiding tot vice-aanvoerder. ’Dat is wel een compliment, het zijn dingen die vertrouwen geven. Het is niet niks dat hij dat zo ziet. Het speelt ook mee als je straks gaat kijken wat de volgende stap is.’ Toevallig wandelt Letsch even verderop langs. De Duitse coach schuift even aan op ons verzoek ‘Bij mij speelt hij sowieso altijd’, zegt hij. Het lijkt een kleine speldenprik richting Jong Oranje, waar Doekhi de week daarvoor in Hongarije geen minuut speeltijd kreeg. ‘Hij speelde daar niet en dat is niet mijn call, ik ben híér trainer. Maar in mijn optiek hoort hij te spelen. Dat mag ik wel zeggen. Ik ben totaal overtuigd van deze verdediger en van zijn kwaliteiten. Hij speelt een amazing seizoen op een cruciale positie. Geen gele kaarten. Ik denk dat als hij naar een grote club kan, dat dan wel de grote stap moet zijn. In mijn optiek heeft het nul zin naar Feyenoord te gaan, dat is voor hem geen stap omhoog. Ik denk dan aan Duitsland of Engeland. Maar ik wil hem het liefst hier houden, dat spreekt voor zich. Wij zijn óók ambitieus, wij willen net als hij Europa in.’
Doekhi knikt. ‘Ik had me verheugd op het EK. Dus ik kijk er met gemengde gevoelens op terug. Ik ben blij dat we door zijn, maar ik had gehoopt te spelen. Het is heel vervelend, want het is een mooi podium, je wil je meten met de besten van je generatie. Ja, dat knaagt dan. Maar zo werkt voetbal. Je moet gewoon je ding blijven doen; goed blijven trainen. Het weegt ook weer niet zo zwaar, hoor. Voetbal kan heel gek lopen. Je kunt nu niet spelen, maar dat kan over een jaar heel anders zijn. Dus een pad uitstippelen is leuk, maar je moet niet de illusie hebben dat alles zo gaat als je denkt. Momenteel speel ik veel bij een goede club. En ja, Oranje is een droom, je wilt het hoogste bereiken. Een paar goede wedstrijden bij een grote club en je kan in beeld komen bij het Nederlands elftal. Dat wil je.’
‘Ik wil hogerop, maar misschien kan ik samen met Vitesse ook die stap maken’
Letsch haalde het al aan: geen kaarten. Het was ons al opgevallen. Mister Clean. Hoe kun je nou op die positie in dit systeem geen kaarten hebben? Hij lacht. ‘Tegen FC Twente had ik er één kunnen krijgen. Maar ik ben niet het type dat veel overtredingen maakt. In de jeugd pakte ik ook nooit veel kaarten. Ik speel altijd fair, maar wel stevig in de duels. Ik weet het echt niet hoe het kan, ik krijg gewoon zelden een kaart. De scheidsrechters hebben geen hekel aan me.’
Linksom of rechtsom zal hij komende zomer moeten nadenken over zijn volgende stap. Zijn verbintenis loopt af in 2022, dus de club zal willen verlengen of verkopen. In die volgorde. De trainer ziet hem naar het buitenland gaan, hijzelf is ook helder over die ambitie: ‘Ik heb nog een contract voor een jaar, dus het wordt een belangrijke zomer. Ik wil hogerop, maar het hangt er dan wel erg van af welke club het is, welke trainer er zit, wat ze willen. Misschien kan ik samen met Vitesse ook die stap maken, dit is een ambitieuze club. Ik weet wat ik hier heb. Een trainer die vertrouwen in me heeft, hopelijk Europees voetbal, een fijne groep waarin je gewaardeerd wordt… Dan ga je wel afwegen wat je opgeeft.’ Hij lacht. ‘Ik heb net weer gevoeld hoe het is op de bank te zitten, dat voelt niet goed. Maar joh, waar hebben we het over? Wij vechten nu voor alles.’
Bron: VI / Foto's: SV