12 oktober 2012 In de media

Het Arnhemse fenomeen Willem Hesselink

Op 8 december 2014 viert de KNVB zijn 125-jarig bestaan. In deze reeks verhalen komen de meest opmerkelijke clubs, mensen en gebeurtenissen aan bod. Vandaag: het Arnhemse fenomeen Willem Hesselink.
Doctor Hesselink leert Bayern het spel

Lang voordat zoveel andere fameuze midvoors die klassieke bijnaam kregen, droeg Willem Frederik Hesselink 'm al. Het Kanon. Rond de eeuwwisseling is er in Nederland niemand te vinden met een harder schot dan hij. Hesselink heeft vanaf 1894 ruim twintig jaar lang een enorme impact op het spel van de ploegen waarin hij voetbalt. Hij stuwt Vitesse, de club van zijn jeugd, naar de top van het oostelijke voetbal. HVV uit Den Haag wordt met Hesselink twee jaar op rij landskampioen en als een ware pionier ontwikkelt hij het dan nog onbetekenende Bayern München tot een gezonde vereniging. Hij is niet alleen speler, maar ook trainer en voorzitter van de Duitse club.

Het Vitesse waarbij Hesselink zich in 1890, samen met zijn oudere broer Herman, als twaalfjarige aansluit, is een scholierenclubje dat drie jaar eerder het cricket heeft ontdekt en waarvan de leden regelmatig football gaan spelen. Het werkt zijn eerste wedstrijd af op 2 november 1890 tegen Go Ahead uit Wageningen, in de Arnhemse planten- en vogelentuin. Vanwege problemen met de huisvesting blijkt Vitesse niet levensvatbaar en valt het een jaar later uiteen. Een van de spelers, Karel Gerkens, heeft een oom – Bram Knoops – die bestuurslid is van de Arnhemse IJsclub en jaarlijks tot in de late herfst een veld aan de Velperweg beschikbaar stelt. Dat vooruitzicht leidt op 14 mei 1892 tot de heroprichting van Vitesse.

Ook de broers Hesselink sluiten zich weer aan. Ze zijn geboren als zonen van de viceconsul van Spanje, een man die ook naam maakt als wijnhandelaar. Hun moeder komt uit een familie van Nederlandse textielhandelaars in Sint-Petersburg. Het gezin telt vijf kinderen. De veertienjarige Willem, geboren op 8 februari 1878, blijkt de meest talentrijke en zal uitgroeien tot de belangrijkste voetballer van Oost-Nederland.

Het nieuwe Vitesse, getooid in de clubkleuren blauw en wit, verhuist al snel naar de Paaschweide, dat volgens het blad De Athleet mag gelden als 'één der mooiste velden ooit door een voetbalschoen geheiligd! Daar organiseert de club alle mogelijke evenementen, zoals een tweedaags voetbalconcours met als onderdelen doeltrappen, hoekschoppen en diverse lopen over honderd en achthonderd meter.

Aan cricket wordt niet meer gedaan. Hoogtepunten van het voetbalseizoen zijn de botsingen met Quick, de rivaal uit Nijmegen. De na-ijver is zó groot dat de spelers van Quick niet eens het fatsoen hebben zich bij een wedstrijd even voor te stellen aan die van Vitesse, zoals destijds gebruikelijk. De derby's groeien uit tot de meest bezochte in het oosten van Nederland, waar het voetbal vanaf 1894 in een stroomversnelling raakt, vijf jaar nadat er in het westen een Eerste Klasse tot stand is gekomen, ontstaat nu eindelijk een Overijsselse competitie en een Gelderse, waarin Vitesse naast Quick ook Get On (Wageningen), Voorwaarts (Tiel) en Victoria (Den Bosch) ontmoet. Victoria is zonder meer de zwakste opponent, ze verliest van Vitesse met 0-17 en 14-0. Hesselink scoort in die twee duels vijf keer, beduidend minder dan Edmond Dezentjé, die negen goals maakt.
 

Alleskunner Willem Hesselink, die onder meer speler van Vitesse en HVV was, maar ook speler, trainer en voorzitter van Bayern München.

Alleskunner

De NVB acht de oosterse clubs nog niet volwassen genoeg om ze te bestempelen als Eerste-klasser. De omstandigheden in Arnhem zijn dan ook uiterst primitief. Doelpalen zijn gemaakt van stammen van een dennenboom, voor de trainingen kleden spelers zich om in dé bovenkamer van een stal, die alleen met een ladder te bereiken is en voor de wedstrijden wordt – om toch enige indruk te maken op de tegenstander – een kamer gehuurd om de gasten te ontvangen.

Hesselink is een drijvende kracht achter de club, een alleskunner. Hij dient het bestuur als secretaris en penningmeester, en zodra zijn teamgenoten hem vragen op welke positie hij het liefst speelt, haalt hij zijn schouders op. 'Dat kan mij niet schelen! is het antwoord. Hesselink wordt linksbuiten gezet, waar hij gedwongen is zijn zwakke linkerbeen te trainen. Die inspanning betaalt zich uit. Een tweebenige voetballer is een zeldzaamheid in die tijd. Ook beheerst hij als een van de weinige voetballers van Nederland de wreeftrap, die bekend wordt als het Hesselink-schot.

Hij blijkt een veelzijdige sportman. Met de atletiektak van Vitesse wordt Hesselink tweede op het Gelders kampioenschap over honderd meter en eerste op de vijftienhonderd meter. In 1898 zegeviert hij tijdens het NK verspringen met een afstand van 6 meter 10. Dat nationale record blijft twaalf jaar staan. Ook in de dan nog olympische sport touwtrekken is Hesselink succesvol: met hem wordt Vitesse zelfs Nederlands kampioen.

Dat lukt de voetbaltak niet, al is de club vanaf 1896 jarenlang de sterkste van het oosten. Ze slaagt er dat jaar zelfs in op het veld van Prinses Wilhelmina te winnen (3-4), wat de afgelopen twaalf seizoenen geen club was gelukt. Twee jaar later krijgt Vitesse als eerste oostelijke vereniging het recht tegen RAP uit Amsterdam het kampioenschap van Nederland te betwisten. Het wordt historisch gezien een belangrijk moment, want het westelijke voetbal heeft zichzelf altijd als superieur beschouwd aan het oosten, laat staan aan het noorden en het zuiden.

Niemand kan inschatten hoe de verhoudingen liggen. Bij Vitesse zijn de gebroeders Dezentjé uit het elftal verdwenen, opvallende nieuwelingen zijn Harry Roqué (tevens speler van het Bondselftal) en Piet Hendriks, die in oktober 1897 naam maakt door tegen PW (0-10) liefst zeven keer te scoren. Opmerkelijk is ook dat het oostelijk elftal – met zeven voetballers van Vitesse – op Tweede Kerstdag van dat jaar met 3-0 heeft gewonnen van het westelijk elftal. Bovendien heeft Vitesse enkele weken voor de eindstrijd English Wanderers met 7-0 verslagen, terwijl RAP niet verder kwam dan 3-1.

De verwachtingen zijn enorm hoog als beide ploegen zich op 24 april 1898 presenteren voor de eerste officiële kampioenswedstrijd van Nederland. Het kleine veld van Hercules in Utrecht is versierd met vlaggen en er zijn 750 toeschouwers komen opdagen. Tijdens het duel blijken de Amsterdamse spelers echter 'vlugger en geacheveerder' dan die van Vitesse. Bovendien is Roqué, naast Hesselink de enige andere speler van het Bondselftal, zijn voetbalschoenen vergeten en speelt hij op gewone schoenen. Niet iedereen vindt dat een geldig excuus. 'Het terrein was volstrekt niet glad, dus daardoor was hij niet in het nadeel! meent het blad Nederlandsche Sport. Toch is Roqué, en met hem Hesselink, veel minder sterk dan normaal. Vitesse legt het ruimschoots af tegen RAP, dat met 4-2 wint. Hesselink scoort één keer.

Scheikunde

Op het hoogtepunt begint voor Vitesse de neergang. Hesselink verhuist kort daarop naar Leiden, waar hij in de herfst van 1898 scheikunde gaat studeren aan de universiteit. Een half jaar later wordt hij gevraagd mee te spelen in een wedstrijd van het Nederlands Studentenelftal tegen English Wanderers. Hesselink is daar ploeggenoot van Frits Beukema toe Water en Dolf Broese van Groenou, die hem na afloop – tijdens de borrel in Sociëteit Minerva – aanmoedigen eens bij hun club HW in Den Haag op bezoek te komen. Hesselink waardeert 'het milieu' van de vereniging en raakt enthousiast over 'het voortreffelijke spelersmateriaal en de goede leiding', schrijft hij later.

Hesselink wordt lid van de club, fietst een paar keer per week van Leiden naar Den Haag en is erbij als HVV voor het eerst landskampioen wordt. Op 13 mei 1900 speelt HW in Rotterdam de beslissingswedstrijd om de titel tegen Victoria uit Wageningen. De enige treffer komt in de 89ste minuut van Hesselink, die bescheiden blijft en weigert mee te werken aan een artikel over hem in de Voetbal Almanak van de NVB.

Dat seizoen is Hesselink goed voor 39 doelpunten in 21 wedstrijden, een jaar later scoort hij 22 keer in 22 duels. Hesselink verwerft de bijnaam Het Kanon en wordt op 30 december 1900 opgeroepen voor het Bondselftal dat in Den Haag aantreedt tegen Preussen Berlin. Nederland wint met 5-1, als rechtbinnen scoort Hesselink twee keer. Voor de volgende wedstrijd van het Bondselftal, een jaar later tegen FC de Paris, ontvangt hij opnieuw een invitatie. Deze keer wordt het 8-1 en andermaal is Hesselink goed voor twee goals. Na een derde wedstrijd met het Bondselftal, in april 1903 tegen B1903 Kopenhagen, wordt hij alom gezien als een van de gevaarlijkste aanvallers van het land, al is Het Sportblad ook enthousiast over andere kwaliteiten. 'Heil Hesselink, heil de beste middenspeler van Nederland, heil, heil!'

Twee jaar later wordt de Arnhemmer ook geselecteerd voor het echte Nederlands elftal. Op 14,mei 1905 is hij erbij als dertigduizend toeschouwers in Rotterdam de eerste officiële thuiswedstrijd van het team bezoeken. Nederland wint die middag met 4-0 van België en het eerste doelpunt is van Hesselink, die in de 74ste minuut scoort met een laag, hard schot.

Het team van Vitesse uit 1897/98, dat met RAP streed om de landstitel. Achteraan vanaf links: Chris Enqelberts (voorzitter Herman Hesselink, Rein Hendriks, J. Jacobsen, Rudy d'Arnai Gerkens, H. Meihuizen en Jan Jager. Vooraan: Harry Roqué, Piet Hendriks, L. de Villeneuve, Willem Hesselink en Charles Goedvriend.

Nobelprijs

Op dat moment is hij al geen speler meer van HW. In de herfst van 1902 heeft Hesselink besloten zijn studie scheikunde voort te zetten aan de Koninklijke Beierse Ludwig Maximilians-universiteit in München, waar hij zich ook bekwaamt in filosofie en natuurkunde. Nadat Hesselink in Leiden al les had gehad van vooraanstaande professoren in de natuurkunde, te weten Hendrik Lorentz en Heike Kamerlingh Onnes, komt hij in Zuid-Duitsland voor de derde keer onder de hoede van een Nobelprijswinnaar. Het is professor Wilhelm Conrad Röntgen, die met de naar hem genoemde werking van radioactieve straling een revolutie in de gezondheidskunde veroorzaakt.

Tijdens zijn studie sluit Hesselink zich in 1902 aan bij Bayern München, een clubje voetballers dat dan amper twee jaar bijeen is. Helemaal onbekend is Hesselink niet in Duitsland. Na de wedstrijd van het Bondselftal tegen Preussen Berlin heeft de Berlijnse krant Sport im Wort al vastgesteld dat 'een speler met zijn kwaliteiten in Duitsland niet te vinden is!

Als Franz John, de oprichter en voorzitter van Bayern München, begin 1903 besluit terug te keren naar zijn geboortestad Pankow, is Hesselink de enige kandidaat om de voorzittershamer over te nemen. Hij manifesteert zich bij de club niet alleen als een gevreesd schutter, maar ook als de drijvende kracht in het team. 'Vele overwinningen zijn volledig op zijn naam te schrijven! staat te lezen in de Vereinschronik (clubkroniek) van Bayern. 'Hij was in die tijd zonder twijfel het sterkste anker, de natuurlijke leider van het eerste elftal, die met zijn enorme kennis van het spel een voorbeeld voor de jeugd werd.'

Onder voorzitterschap van Hesselink krijgt de kwakkelende jeugdafdeling van Bayern een nieuw elan. Hij motiveert zijn ploeggenoten van het eerste elftal jonge spelers te gaan begeleiden en van tips te voorzien. Met succes, want het aantal jeugdleden stijgt in enkele jaren van acht naar 32. Veel spelers die later in het eerste elftal uitkomen, gelden als leerlingen van Hesselink.

De club heeft het echter moeilijk. Bayern wint nog wel het officieuze kampioenschap van München, maar moet op een hoger niveau zware nederlagen incasseren tegen grote verenigingen als Sankt Gallen (10-0) en Stuttgarter Kickers (5-0). Een uitzondering vormt het duel met 1. FC Nürnberg, de grote rivaal. Het onwaarschijnlijke gebeurt: Bayern wint op eigen veld met 1-0. Volgens Hans Hoffmann, de bekendste speler en latere erevoorzitter van Nürnberg, is dat resultaat 'alleen maar te danken aan hun fantastische middenvelder Hesselink, een boomlange Nederlander!

De speler/trainer/voorzitter groeit uit tot een idool, een stervoetballer die iedereen aanspreekt. Het blad Fussböl kijkt vele jaren later, in 1921, nog eens terug op die succesvolle tijd en schrijft: 'Het waren de jaren van Hesselink, de bekende Nederlandse sportman, en van het Hesselink-schot dat door jong en oud werd geoefend.'

Misdaad

De grote man uit Arnhem verblijft niet permanent in München en speelt tussen 1901 en 1905 regelmatig wedstrijden voor zowel Vitesse als HW. Bij die laatste club zijn dat gastoptredens tegen buitenlandse teams. Hesselink gaat graag mee op reis met zijn vroegere ploeggenoten. Zo herinnert hij zich een trip van een week die HW naar Kopenhagen maakt. In 1903 speelt hij met Vitesse tégen de Hagenaars in de strijd om de landstitel. Vitesse verliest beide duels (1 -3 en 1 -0).

Als Hesselink in 1905 voor het Nederlands elftal speelt, is hij 27 jaar en in de kracht van zijn leven. Toch blijft het bij die ene interland. Op 17 juni treedt hij in Frankfurt am Main in het huwelijk met Berta Güttler. Samen krijgen ze twee dochters. Bij Bayern München breekt een crisis uit, de oudere en jongere leden komen met elkaar in conflict. Hesselink treedt in januari 1906 terug als voorzitter en stort zich helemaal op zijn studie. Vijf jaar lang houdt hij het voetballen voor gezien.

Maatschappelijk wordt Hesselink zeer succesvol. Nadat hij in 1904, dus nog vóór zijn debuut in het Nederlands elftal, al een doctortitel heeft ontvangen vanwege een dissertatie over 'wijnen in het gebied aan de Douro, de zogenaamde Portwijnen! verdiept hij zich verder in de scheikunde. Hij raakt geboeid door de levensmiddelenchemie en wordt in Arnhem uiteindelijk directeur van de Keuringsdienst van Waren.

Ook de misdaad heeft zijn interesse. In Frankfurt maakt dr. Hesselink kennis met dr. Georg Popp, die met zijn geavanceerde forensische methoden al behoorlijk wat moordzaken heeft opgelost. Hesselink zelf schopt het tot getuige-deskundige voor het ministerie van Justitie in Den Haag, waar hij zich bezighoudt met grafologie (handschriftkunde). Die kennis gebruikt hij voor de oprichting van een gerechtelijk laboratorium dat zich specialiseert in de bloeden schriftvergelijking. Ook wordt hij lid van de Internationale Academie voor Criminologie in Kopenhagen.

Betovering

Terug in Arnhem sluit Hesselink zich in 1912 op 34-jarige leeftijd ook weer aan bij Vitesse, waar inmiddels de jonge doelman Just Göbel furore maakt. De club is al negen jaar geen kampioen meer geweest, maar de rentree van Hesselink zorgt voor een nieuwe betovering. In zijn eerste seizoen grijpt Vitesse weer de oostelijke titel, net als in de twee jaren daarop, maar de landstitel blijft buiten bereik. Zelfs de voorzitter van Sparta vindt de uitslagen van de titelstrijd in 1913 (tweemaal 2-1) onverdiend. 'Sparta is met deze overwinning kampioen van Nederland, maar qua spel had Vitesse dit moeten zijn! verklaart hij. Sparta is uit sportief oogpunt bereid een (officieus) beslissingsduel te spelen op sportpark Klarenbeek, dat Vitesse met 4-1 wint. Legendarisch is ook de kampioenswedstrijd tegen Hesselinks vroegere club HW op 3 mei 1914. Ook nu wint Vitesse met 4-1. Hesselink scoort tweemaal, maar het is te weinig, doordat de derde deelnemer aan de titelstrijd, Willem II, met vier nederlagen van beslissende invloed is op de doelsaldi van de andere twee. 'Nooit is Vitesse dichter bij het kampioenschap geweest! treuren de geschiedschrijvers tijdens het veertigjarig bestaan in 1932 nog na.

De naam Hesselink komt incidenteel nog jarenlang voor in de opstellingen van Vitesse. Op 3 november 1918 maakt hij zijn laatste doelpunt, thuis tegen ZAC uit Zwolle. In die periode is hij ook voorzitter van de club (1917-1922). Tijdens het 75-jarig bestaan van Vitesse, in 1962, wordt Hesselink op zijn 89ste benoemd tot erevoorzitter. Ook bij Bayern München blijft hij een leven lang welkom. Tijdens het feestavond ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum, in 1950, behoort hij tot de eregasten. De Tweede Wereldoorlog is nog nauwelijks verwerkt, maar dat hindert Hesselink niet zijn oude vrienden te bezoeken.

Op 15 december 1973 overlijdt de Arnhemse en Beierse voetbalpionier doctor Willem Hesselink. Hij wordt 95 jaar.

Het kampioenselftal van Vitesse uit 1894/95. Achteraan vanaf links: H. Deelken, Fons Donkers, Frans Dezentjé, Rudy d'Arnaud Gerkens en Willem Hesselink. Vooraan: Edmond Dezentjé, Gaspard Dezentjé, Kees Hagendoorn (met voet op de bal), Bernard Dezentjé, Eli Dezentjé en Jan van der Zande.

 

 

 

 

Vijf keer Dezentjé in één team
Het is een wonderlijk gezicht, maar de elftalfoto uit het seizoen 1894/95 liegt niet. Vijf spelers van Vitesse lijken op elkaar als een vijfling. Dat kan niet waar zijn. Het is ook niet waar. Gaspard, Frans, Bernard, Edmond en Elias Dezentjé hebben wel dezelfde grootouders en zijn, elk gezin voor zich, vanuit Nederlands-lndië via Den Haag in Arnhem beland om daar hun studie aan de Hogere Burger School (HBS) te kunnen volgen. Het zijn ook begaafde voetballers, die stuk voor stuk terechtkomen bij Vitesse, waar ze zowel cricket als voetbal beoefenen.

De vijf zijn nakomelingen van Johannes Frans Dessonjé (ook wel geregistreerd als Tissomjé), die in Duitsland werd geboren en zich in november 1744 als soldaat – later vaandrig – aansluit bij het leger van de Verenigde Oostindische Compagnie op Java. Na een boottocht van zeven maanden, die begint op Texel, arriveert hij in Batavia, het huidige Djakarta.

Deze Dessonjé is de stamvader van de familie Dezentjé. Hij trouwt in Japara met een Indonesische vrouw, met wie hij twee kinderen krijgt. Zijn zoon August heeft één stamhouder, Johannes Augustinus, die goed zijn best doet voor het nageslacht: mede door zijn inspanningen komen er 28 nieuwe Dezentjés op de wereld. De vijf van Vitesse zijn kleinkinderen uit die mêlee van nakomelingen. De oudste is Gaspard (26 oktober 1873), die in Soerakarta is geboren en zich als voetballer aansluit bij Thor in Den Haag, later bij Vitesse belandt, waarna hij ook voor HW (Den Haag) en RAP (Amsterdam) speelt. Gaspard is zonder twijfel de meest getalenteerde van de vijf. Zijn neef Frans Dezentjé (5 juli 1874) behoort tot de oprichters van Vitesse. Hij is dan pas zeventien. Diens jongere broer Bernard (7 februari 1877) maakt als penningmeester enige tijd deel uit van het bestuur van de Arnhemse club. Twee andere neven, de broers Edmond en Elias, komen eveneens enkele jaren uit voor Vitesse. Edmond (13 februari 1876) wordt gepromoveerd tot matchcaptain en is in dat eerste seizoen, 1894/95, de man van de meeste goals. Vijftien maakt hij er, in acht wedstrijden. Zijn jongere broer Elias (11 juni 1878) blijft twee seizoenen bij Vitesse. De avonturen van de familie Dezentjé duren slechts enkele jaren. Als de vijf hun schoolopleiding erop hebben zitten, keren ze vanaf 1895 een-voor-een terug naar Indië. 'De Salak zal voor de zoveelste maal ons land een voetballer ontnemen van het soort welke wij node missen', treurt Het Sportblad als in januari 1898 ook Gaspard het Nederlandse voetbal vaarwel zegt.

Premier De Geer was speler van Vitesse
Onder de eerste leden van Vitesse bevindt zich ook jonkheer Dirk Jan de Geer (Groningen, 1870). Als twintiger komt hij korte tijd uit voor de cricket- en voetbalclub uit Arnhem, waarna hij cum laude afstudeert in de rechten en kiest voor een loopbaan in de politiek en journalistiek. In 1907 komt De Geer namens zijn partij, de CHU, in de Tweede Kamer. Hij baart opzien door te pleiten voor het algemeen kiesrecht – dus ook voor vrouwen – en groeit uit tot de leider van zijn partij. De Geer belandt in het kabinet als achtereenvolgens minister van Financiën, minister van Binnenlandse Zaken en minister van Staat. In juli 1939 volgt hij Hendrik Colijn op als minister-president, maar lang houdt De Geer het niet vol. Hij komt in conflict met koningin Wilhelmina, doordat de premier er voorstander van is vrede te sluiten met nazi-Duitsland. In augustus 1940 treedt De Geer af. Na de oorlog wordt hij ontslagen als minister van Staat en moet De Geer al zijn koninklijke onderscheidingen inleveren.

Voetbal International magazine wk 38 / Foto’s VI

Hoofdsponsor: