Het avondje van de debutanten
Felixdaal is een 20- jarige Amsterdammer, die in het hart van de verdediging de geblesseerde Jeroen Drost verving. Aanvankelijk gierden de zenuwen door zijn benen, maar hij herstelde zich na rust knap.
„Thuis had ik nergens last van, maar als je voor de wedstrijd in de catacomben staat, dan voel je de druk”, erkende Felixdaal. „In de tweede helft waren de zenuwen wel verdwenen. Dit was mijn debuut in het eerste elftal. En dan meteen in de basis. Dat is moeilijk. Ik praat heel veel met Santi Kolk, en met wat andere jongens. Zij steunen me.”
Na zijn eerste negentig minuten op het hoogste niveau zat Felixdaal met een dubbel gevoel. Logisch, gezien de wrange ontknoping van de wedstrijd – NAC kwam in de voorlaatste minuut langszij – voor het met veel jeugdig elan spelende team uit Arnhem.
„Die bal viel er net tussenin, dat is kloten”, refereerde de langgelokte verdediger op de late gelijkmaker van Edwin de Graaf. „ Over het algemeen hebben we het toch goed gedaan met zo’n jonge ploeg. Als je ziet wat er bij NAC allemaal aan ervaren spelers in het veld stond…”
En zijn eigen prestatie? „ Ik vond het redelijk gaan. Dit is een niveau hoger, dat is toch weer een uitdaging. Het was lastig, als rechtsbenige speler links in het centrum.”
Van dergelijke problemen had Pröpper geen last. De 18-jarige middenvelder had al eerder in de hoofdmacht gespeeld, maar niet als basisspeler. Tegen NAC voetbalde hij vanaf de eerste minuut moeiteloos mee met de creatieve jongens om hem heen.
„Ik heb zelf een lekker gevoel, maar het is frustrerend dat we niet hebben gewonnen”, zei de jeugdinternational. „We hebben een goede wedstrijd gespeeld met veel jonge jongens. Ik denk dat ik zelf ook goed heb gespeeld.”
De linksbenige Arnhemmer heeft een gave techniek en lijkt al klaar voor het grote werk. „In het begin van het seizoen moest ik wel wennen aan het niveau bij het eerste elftal”, aldus Pröpper. „Nu train ik inmiddels al een jaar met die spelers. Dan merk je dat het makkelijker gaat. Het is mooi om te zien, dat ik mee kan komen op dit niveau. Maar ik moet me nog wel verbeteren. Bij het tweede elftal moet ik bijvoorbeeld nog bepalender zijn.”