Het spel om 50 miljoen
‘Ik ben een van de weinigen ter wereld die geld heeft verdiend aan een voetbalclub. Dat schijnt not done te zijn, maar ik schaam me daar helemaal niet voor. Sterker nog ik ben er zelfs wel een beetje trots op.’ Maasbert Schouten, op 12 januari 2013 In Nieuwsuur
‘Dus toch!.. Her en der werd diep gezucht in Gelderland. Lang zwegen alle partijen over de deal, maar nu gaf Maasbert Schouten het zelf toe. Nadat de club jarenlang door geld van de Vrienden van Vitesse overeind was gehouden, slaagde de gewiekste eigenaar er dus in geld te verdienen aan Vitesse. De financiers moeten bijkans van de bank zijn gevallen toen ze Schouten op tv hoorden opscheppen. Zij lopen mede door de overname van de club door Merab Jordania vele miljoenen euro mis. Geld waar zij van afzagen omdat Vitesse anders zou omvallen. Zij stonden rechten af op spelersverkopen, zodat Jordania erin wilde stappen. Dat was een dure grap. Lange tijd hadden ze zicht op compensatie. Een paar dagen nadat Schouten de natie trots had verteld rijker te zijn geworden van de clubverkoop, kregen meer dan tien private investeerders die er stonden toen Vitesse dreigde failliet te 1 gaan, slecht nieuws van de Arnhemse rechter. Ze kunnen fluiten naar hun centen. De verbijstering was voelbaar. Om en nabij vijftig miljoen euro eisten ze in een monsterlijke rechtszaak tegen de provincie Gelderland, het werden er nul.
De nog steeds jongensachtige Jan Snellenburg wist niet of hij moest lachen of huilen toen zijn advocaat belde met het slechte nieuws: ‘Die man was zelf ook flabbergasted. Niemand begrijpt hier ook maar iets van. De kater is enorm.’
Het is een nieuwe wending in een hoofdpijndossier dat de afgelopen twaalf jaar al vele ordners heeft gevuld.
Maserati
Afgebluft. Vanaf de eerste dag. De meest doorgewinterde Vitesse-man leunde in de zomer van 2010 tegen zijn Yamaha SJR 1300. Snellenburg dacht in bijna drie decennia Vitesse alles wel te hebben meegemaakt. Net toen hij samen met vijf andere motorliefhebbers in Zuid-Duitsland toerde kreeg hij een vreemde sms. En hij had al wat merkwaardige berichten ontvangen in zijn lange leven als Vitesse-supporter. Dit was een sms’je van Cor Guijt: Vitesse kon worden verkocht.
Schouten, op dat moment de eigenaar van Vitesse, had in Nederland toen al Snellenburgs kameraden Cor Guijt Oe en Herman Veenendaal ingelicht. Zonder hun medewerking zou het niet lukken. Zij hadden nog rechten bij de club en de nieuwe eigenaar wilde dat zij daar afstand van deden. Het trio staat ook wel bekend als de De Drie. Samen met vijftien kleinere investeerders vormden ze de Vrienden van Vitesse en hadden samen de club al diverse keren in leven gehouden. ‘Dat begon al in de jaren tachtig toen Vitesse nog met een gammele spelersbus naar de Eerstedivisie-stadions reed. Snellenburg was ineens heel erg rijk nadat hij zijn bedrijf had verkocht. Nu kon hij zijn club niet alleen aanmoedigen, maar ook nog eens financieel steunen. In de spelersbus was Willeke Alberti’s We gaan op vakantie met het geld van ome Jan een evergreen. Keer op keer werden de salarissen door hem toch weer uitbetaald als de club niet bij machte was dat te doen. De enige voorwaarde was dat niemand het zijn vrouw zou vertellen. Die zou acuut een hartverzakking krijgen bij het horen van de bedragen.
Dat eerste geld kwam uiteindelijk terug dankzij de verkoop van John van den Brom aan Ajax en Glenn Helder aan Arsenal. Vitesse bestormde onder voorzitter Karel Aalbers de Nederlandse top en niemand maakte zich zorgen. De gulle Velpenaar Snellenburg kocht op een dag zelfs een Harley Davidson in de kleuren van Vitesse. Op 15 februari 2000 werd Aalbers echter afgezet en dreigt Vitesse om te kieperen. Naarstig werd er een nieuwe eigenaar gezocht. Dat lukte niet. De Vrienden hadden nog een paar dagen en besloten dat ze er samen weer de schouders onder zouden zetten. De handtekening van toen achtervolgt hen tot op de dag van vandaag. In die zwarte fase was de club een paar dagen verwijderd van de ondergang. Alleen een omvangrijk reddingsplan kon het nu bijna 120-jarige Vitesse nog redden. Besloten werd om 21 miljoen gulden – een kleine tien miljoen euro – bij elkaar te leggen. Het leeuwendeel kwam van De Drie.
Een beetje gek moet je er wel voor zijn. Gemeente, provincie en stadion hadden geen zin er ook nog maar één cent in te steken. Maar alleen konden de private financiers het niet en uiteindelijk kwam er toch een ingewikkeld compromis op tafel. In grote lijnen kwam het erop neer dat Gelredome de stadionhuur fors verlaagde (met zes miljoen gulden), in combinatie met de investering van de Vrienden van Vitesse. De provincie Gelderland zou voor het stadion de klappen opvangen om Het grootste theater van Nederland toch exploitabel te kunnen houden. In een brief aan Vitesse bevestigde de directeur van Gelredome dat met het provinciebestuur was overlegd en dat alles was beklonken. Eind goed al goed. Directeur betaald voetbal Henk Kesler van de KNVB werd gebeld door de Commissaris van de Koningin in Gelderland himself, Jan Kamminga. De club was gered.
Helaas kwam het nooit tot de afgesproken huurverlaging, want de provincie kwam haar toezeggingen volgens de Vrienden niet na en betaalde niet. Vitesse raakte daardoor meteen weer in de problemen en kon daardoor ook de leningen niet terugbetalen aan de financiers. Al in 2003 werden er door de club en de geldschieters procedures opgestart om ervoor te zorgen dat Gelderland alsnog met het geld over de brug kwam. ‘Ik eet een bezem op als wij niet winnen! zei Snellenburg toen. Over de gemiste steun van de lokale politici was hij ‘kwaad en gefrustreerd!
Vitesse sleepte zich voort. Maar levensvatbaar werd het nooit. Dat bleek weer toen de club in 2008 opnieuw technisch bankroet was. De financiers gromden. Het was kiezen of delen. Niet meedoen betekende een faillissement en al het geïnvesteerde geld verliezen. Alle schuldeisers moesten meewerken om het bloedbad van rode cijfers op te ruimen. Stuk voor stuk gingen ze knarsetandend akkoord met een klein bedragje. De gemeente becijferde dat de ellende de gemeenschap meer dan elf miljoen euro kostte. ‘Onzin, ze hebben er alleen aan verdiend! brieste Snellenburg. Ook Guijt en Veenendaal brachten weer offers. De financiers kregen een bedrag uitgekeerd van 1.437.152 euro. Naar de rest van de betaalde tien miljoen konden ze fluiten.
Om de boel draaiende te houden stopten ze het geld meteen maar weer terug in de club, 450 duizend euro de man. Het klinkt als een onmogelijke liefde. Samen met zeven anderen kwamen ze tot een bedrag van vier miljoen, dat werd omgezet in een spelersfonds waar alle huidige en toekomstige spelers onder vielen. In 2008 was het echt ‘de laatste keer! zo zeiden Snellenburg en kompanen. Ze wilden er nu ook wel wat voor terug. In ruil voor hun geld waren ze eigenaar van een spelersfonds. Van elke transfer vloeide 33 procent naar de geldschieters. Maar het was broekzak-vestzak. Ook na de redding moesten de Vrienden de revenuen uit spelersverkopen direct weer in de club steken om gaten te dichten.
Slechts een paar maanden na de redding van Vitesse gloorde er licht aan het einde van de tunnel voor de investeerders. Eindelijk eens echt goed nieuws. Het Gerechtshof gaf de Vrienden van Vitesse gelijk. Na vijf jaar procederen kon de champagne worden ontkurkt. De provincie moest aftikken. Dat kwam goed uit, want onder de investeerders heerste de angst dat er een overname van de club aan zat te komen. Sponsor Schouten aasde op de aandelen. Hij had geld geleend aan Vitesse en als algemeen directeur Paul van der Kraan niet op tijd kon terugbetalen, kon hij de aandelen van de club converteren. Dan zou Schouten opeens eigenaar zijn en wist je maar nooit aan welke gek hij de club verkocht.
De Vrienden zochten zelf al jaren een eigenaar. Dus zo’n vaart zou dat wel niet lopen. Nu de rechter had gesproken, verwachtten ze snel de eerste miljoenen van de provincie binnen te krijgen. De eerste twee mocht Van der Kraan later in 2009 gebruiken als onderpand voor een nieuwe lening. Met die zekerheid kon de directie dan de kredietmarkt op, om zo met een nieuwe afbetalingsregeling de lening aan Schouten af te lossen. Dat klinkt als het ene gat met het andere dichten. En dat was het ook. Het plan mislukte en met lede ogen zagen ze Schouten plaatsnemen in de voorzittersloge.
De Vrienden moesten toegeven dat Schouten het zakelijk gezien een stuk slimmer aanpakte. Die parkeerde zijn Maserati Quattroporte keurig voor het stadion en had binnen de kortste keren alle aandelen. Niet lang daarna was er ineens een koper uit Oost-Europa. En sloten Snellenburg en co een deal die na de uitspraak van vorige week een dure blijkt te zijn.
Overval
‘Achteraf was het gewoon een overval.’ Snellenburg reconstrueert dat het er erg geheimzinnig aan toe ging rond de overname door Merab Jordania. ‘Wij mochten niet weten wie de nieuwe eigenaar was en we mochten niet bij de onderhandelingen zijn. En we moesten afstand doen van de spelersrechten, anders zou de deal niet doorgaan.’ Door de redding in 2008 hadden ze toen nog steeds recht op 33 procent van alle transferinkomsten. Jordania zag het niet zitten dat de financiers gingen meeverdienen aan transfers. Hoewel de Georgiër naar buiten toe verkondigde als enige doel te hebben Vitesse vooruit te helpen omdat hij nu eenmaal een groot voetballiefhebber is, was het toch ook weer niet de bedoeling dat anderen zouden meeprofiteren van transfers. Dat moest via zijn eigen netwerken gaan. Aan het bouwen van een stabiele club met een breed draagvlak had hij geen boodschap. Snellenburg is het daar maar ten dele mee eens. ‘Dat eerste is hij wel degelijk aan het doen. Dat laatste komt er niet uit.’ Aan Schouten om de weg te plaveien. Hij was opgewonden. Geld lenen aan Vitesse met aandelen als onderpand bleek ineens een gouden greep. Hij had de aandelen niet overgenomen omdat hij de club werkelijk zelf wilde leiden. Jordania wilde de club schuldenvrij en ook zonder spelersfondsen, dus daar ging hij aan werken.
Volgens betrokkenen is hierover eerst een vergadering geweest met Schouten, Van der Kraan, Veenendaal en Guijt. Met Snellenburg werd toen dus telefonisch contact gezocht, aangezien hij op de motor in Duitsland zat. Daarna was er ook nog een sessie waarbij de investeerders samen, zonder directeur Van der Kraan, praatten met Schouten. De avond na die bespreking vertrouwden ze rond een oefenwedstrijd intimi van de club toe dat het mes hun op de keel stond. ‘Schouten is niet te vermurwen.’
Echt veel opties hadden de Vrienden niet. Aan een faillissement had niemand wat. Ze gingen uiteindelijk akkoord, maar maakten wel een lucratieve financiële afspraak voor de toekomst. Snellenburg, Veenendaal en Guijt zetten de hakken in het zand. Zo kwam opnieuw de claim tegen de provincie uit de hoge hoed. Daar aan het eind van de regenboog lonkte nog steeds een pot met goud. De investeerders voelden zich heel sterk staan, nu na het Gerechtshof in 2008 ook de Hoge Raad in 2010 had geoordeeld dat de provincie moest gaan betalen. Toevallig was de uitspraak van de hoogste rechter een paar weken voordat Schouten met het verhaal over een buitenlandse investeerder kwam. De Hoge Raad vond dat de provincie de boel had misleid. ‘Vitesse is op het verkeerde been gezet.’
Het leek niet meer fout te kunnen gaan. Nu moesten de miljoenen van Gelderland toch snel komen. Er werd rekening gehouden met een bedrag van meer dan 25 miljoen euro. De investeerders waren bereid om afstand te doen van het spelersfonds, in ruil daarvoor wilden ze dan wel een flinke hap van het provinciegeld. Ze spraken af dat de eerste twee miljoen voor Vitesse was, maar dat alles tussen de twee en de 25 miljoen euro naar de financiers ging. ‘Klopt’ aldus Snellenburg. Elke euro boven de 25 miljoen zouden de club en de investeerders delen. Niet slecht. Met een mooi bedrag en een seizoenkaart voor het leven konden de drie musketiers van Vitesse gaan genieten van de toekomstige landskampioen.
Jordania was tevreden over deze voorwaarden en sloeg direct aan het handelen met spelers. Snellenburg en co waren nog niet weg of de spelers vlogen de deur uit. Met de verkoop van Piet Velthuizen, Claudemir en Paul Verhaegh liepen ze al meteen een paar ton mis. Wat erger was; de provincie betaalde maar niet. Ook toen Alexander Büttner voor 3,3 miljoen euro naar Manchester United ging, hadden de Vrienden nog geen cent terug van hun investeringen. Er restte niks anders dan een nieuwe gang naar de rechtbank, zodat de schadevergoeding kon worden vastgesteld.
Met het arrest van de Hoge Raad in handen eisten de financiers samen met Vitesse een bedrag dat inclusief rente, proceskosten en schadevergoedingen na twaalf jaar behoorlijk was opgelopen. De teller stopte pas bij om en nabij vijftig miljoen euro.
Het jaar 2013 zou goed beginnen, want dan zouden ze na drie decennia lang geld in de club pompen de vergoeding eindelijk horen. Handenwrijvend wachtten de Vrienden op het telefoontje van de advocaat. De verbijstering was enorm. De rechter bleek tot ieders verrassing geen boodschap te hebben aan de claim en stelde dat de investeerders in de loop der jaren wel erg enthousiast geld in de club hadden geduwd. ‘Uit de handelwijze van private financiers kan niet anders worden geconcludeerd dan dat zij hoe dan ook in Vitesse hadden geïnvesteerd.’ Na het doorploegen van het hele dossier constateerde de rechter een ‘onvoorwaardelijke bereidheid om Vitesse bij te staan’ en dat daarom eigenlijk helemaal geen schade is geleden.
Snellenburg gromt. ‘Het ergste is dat de rechter blijkbaar nog dacht dat hij voor ons kon denken ook. Niemand begrijpt hier ook maar iets van.’ Tot overmaat van ramp was die week ook nog de tv-uitzending met Schouten, die in geuren en kleuren vertelde over de voor hem lucratieve verkoop. Toen we Snellenburg in 2010 spraken, vertelde hij dat hij niet kon geloven dat Schouten aan Vitesse had verdiend. ‘Als dat echt zo is, dan kan wat mij betreft zijn gezicht niet meer laten zien in Gelredome! zei hij toen. Wat Snellenburg dik twee jaar geleden nog niet wilde geloven blijkt nu toch realiteit. Schouten loopt nog steeds met de borst vooruit door het stadion. ‘Ja, hij heeft het nu zelf gezegd. Hij heeft verdiend aan de club.’
Panamera
Eerlijk is eerlijk. Ook Schouten had niet kunnen voorzien dat de rechtbank in Arnhem afgelopen week zo rigide oordeelde. Maar het wrange is nu wel dat hij met het al twaalf jaar lonkende provinciegeld de Vrienden te slim af is geweest. Dat blijkt nu een kat in de zak. Zo blijft Schouten de enige man die aan Vitesse heeft verdiend. Karel Aalbers noteerde grote verliezen.
De Vrienden zijn meer dan tien miljoen kwijt. En Jordania zelf verloor trouwens ook al 38 miljoen euro in zijn eerste twee seizoenen. Schouten leverde dus een prestatie van formaat.
Anno 2013 volgt hij de club nog op de voet. Hij is een fanatiek twitteraar. Dat gaat over de WD, Elfstedentocht, over voorgevels en achterwerken, maar het allerliefst stuurt hij tweets over Vitesse. Over de bal die zijn zonen meekregen in de skybox bij AZ-Vitesse. En niet te vergeten zijn dolgelukkige reactie op de voorspelling van René van der Gijp dat Vitesse kampioen wordt. Goed is ook de tweet: En beviel de Panamera? neem aan van wel, heb er zelf ook een. Van de winst die hij maakte op Vitesse, kon Schouten een garage vol Porsche Panamera’s kopen. Net op dit punt is Schouten al sinds 2010 een stuk minder openhartig. Toevallig was afgelopen weken een van de weinige Vitesse-nieuwtjes waarover hij niet twitterde de uitspraak van de rechtbank. We sturen de man maar eens wat vragen. Voelt hij zich niet schuldig dat uitgerekend de mensen op wie hij een beroep deed nu met lege handen staan?
Zijn antwoord: ‘Het is pertinent onjuist dat de Vrienden van Vitesse door mij zijn gevraagd afstand te doen van hun spelersfondsen. Dit is namelijk in een veel eerder stadium overeengekomen tussen de Vrienden van Vitesse en de toenmalige directeur Paul van der Kraan. Het houdt dan ook pertinent geen verband met de overname door de heer Jordania.’
Als we dit antwoord aan Snellenburg voorleggen, weet hij niet wat hij hoort: ‘Hij kletst. Dit is te zot voor woorden. Wij waren moe. De rek was er wel een keer uit. De club stond op instorten. Als wij geen afstand zouden doen van onze rechten, zou de deal afketsen. Dit moest part of the deal zijn. En dat snap ik ook nog. Jordania wilde gewoon de hele club. Dat waren voornamelijk schulden. De activa stonden op het veld. Logisch dat hij die ook wilde. Maar als Schouten nu zegt dat dit vooraf al was geregeld en dat dit niks met de overname door Jordania te maken had, dan kletst hij uit zijn nek.’
Schouten adviseert verder de feiten te verifiëren bij Vitesse. ‘Aangezien u dus kennelijk door personen die daarbij bepaalde belangen (menen te) hebben een absoluut feitelijk onjuist beeld is geschetst. Bij verificatie bij de club zal dit u bevestigd worden!’ Ook dreigt hij nog dat ‘ongenuanceerde berichtgeving hieromtrent’ zal leiden tot een schadeclaim.
Snellenburg belt voor de zekerheid nog met Herman Veenendaal, die aan tafel zat om met Schouten te praten over het spelersfonds. De Velpenaar knikt en hangt op. ‘Ja hoor, honderd procent dat Schouten dat eiste! Herman weet het ook zeker. Als we het niet deden zou de club omvallen. Waarom zouden we het anders ook doen? We waren al zo lang bezig met het redden van de club. Wat is dit voor een onzin? Ik ben altijd bereid in het goede van de mens te geloven, maar ik ga niet voor Schouten denken. Ik weet niet of ik zo slecht kan denken.’
We willen nog wel wat meer weten van Schouten. Voelt hij zich moreel bezwaard dat hij verdiende aan een club waarvoor de gemeenschap en financiers krom hebben gelegen? En hoe denkt hij over de kritiek van Bert van Oostveen dat de onderliggende plannen van Jordania vaag zijn? Wat vindt hij van de bedenkingen van de KNVB-directeur over de continuïteit en onafhankelijkheid? Na zijn tv-optreden in Nieuwsuur vindt Schouten het nu ineens ongepast om nog vragen te beantwoorden over Vitesse. ‘Aangezien ik momenteel geen functie meer bekleed bij Vitesse, lijkt beantwoording van alle vragen mij niet geïndiceerd.’
Hoe dan ook. Uiteindelijk lijkt op Schouten na iedereen gebloed te hebben voor de club. De Vrienden voorop. Snellenburg moet er bijna om lachen. ‘Eerst zijn we genaaid door de provincie, toen door de gemeente en tot slot zijn we genaaid door Maasbert Schouten.’
En nu? Snellenburg zucht. ‘We gaan maar weer in hoger beroep.’
Vijftig miljoen geëist, nul euro gekregen
Het bonnetje dat Vitesse en de financiers hebben ingeleverd bij de rechtbank heeft een waarde van 37,3 miljoen euro. Dat is nog afgezien van schadevergoedingen, rente en proceskosten waardoor de totale claim om en nabij vijftig miljoen euro bedraagt. Overigens is de provincie door alle processen al drie ton armer.
Bedrag / Eis / Geëist door
€2.620.851 toegezegde huurverlaging BV Vitesse
€1.129.543 financieel nadeel noodplan gemeente Arnhem BV Vitesse
€194.892,50 expertisekosten BV Vitesse
€12.700.000 inkomstenderving BV Vitesse
€10.276.397,53 verliezen door gedwongen spelersverkopen BV Vitesse
€2.516.627,33 verstrekte financiering aan BV Vitesse Cor Guijt
€2.516.627,33 verstrekte financiering aan BV Vitesse Jan Snellenburg
€2.516.627,33 verstrekte financiering aan BV Vitesse Herman Veenendaal / De Hunnenschans*
€2.870.000 verstrekte financiering aan BV Vitesse Vrienden van Vitesse
€37.341.566,02
*De Hunnenschans is een bedrijf van Herman Veenendaal Bron: Uitspraak Rechtbank Arnhem