Hofs goud waard tijdens EK 2006
Sterker nog: Jong Oranje wist zich in dertien kwalificatiecampagnes voorafgaand aan 2006 slechts vier keer te plaatsen voor het eindtoernooi. Topspits Marco van Basten (13 goals in 15 interlands voor Jong Oranje) kwalificeerde zich met zijn generatie nooit voor het jeugd EK.
Alle ballen op Huntelaar
Opvallend genoeg hielp Van Basten als bondscoach van het grote Nederlands elftal indirect mee aan de eerste titel van Jong Oranje. De Oranje-bondscoach selecteerde spits Klaas-Jan Huntelaar – goed voor 33 Eredivisie-goals in 31 duels – nog niet voor het WK van 2006, Foppe de Haan kon wel een beroep doen op de scherpschutter.
Huntelaar werd bij het jeugd EK onder meer ondersteund door Ajax-ploeggenoten Urby Emanuelson en Kenneth Vermeer, Feyenoord-talenten Ron Vlaar, Romeo Castelen en Nicky Hofs, PSV'er Ismaïl Aissati, Celta de Vigo-buitenspeler Daniel de Ridder, AZ-middenvelders Demy de Zeeuw en Stijn Schaars en verdedigers Dwight Tiendalli, Edson Braafheid (FC Utrecht), Gijs Luirink (FC Groningen) en Ramon Zomer (FC Twente).
Valse start
In navolging van de gouden EK-generatie van het Nederlands elftal in 1988 verloren ook de Jong Oranje-internationals van Foppe de Haan het eerste duel op het Europees Kampioenschap. Oekraïne was in Portugal met 2-1 te sterk. De bondscoach over dat duel: "De eerste wedstrijd was hartstikke slecht. De journalist van VI werd daarna door Johan Derksen al naar huis gehaald."
De Haan voerde wat wijzigingen door in zijn basisopstelling, maar ook het tweede duel tegen Denemarken leverde niet het gewenste resultaat op (1-1). Er moest dan ook gewonnen worden in het laatste groepsduel tegen Italië om de halve finale te bereiken.
Bondscoach Foppe de Haan had zijn succesformule voor de rest van het toernooi gevonden, maar er moest een invaller aan te pas komen om de winnende treffer te maken. Nota bene de sierlijke buitenspeler Daniël de Ridder kopte Jong Oranje naar de halve finale (1-0).
Hofs en Huntelaar goud waard
Vanaf de halve finale kreeg Jong Oranje de smaak echt te pakken, na één helft tegen Frankrijk stond er een 2-0 voorsprong op het bord na fraaie doelpunten van hangende rechtsbuiten Nicky Hofs (na een solo) en spits Klaas-Jan Huntelaar (prachtige stift).
De Haan had nog een schitterende anekdote in huis over Hofs. "We trainden twee keer op een dag en dan 's avonds had om acht uur een meeting met een sportman die in het verleden wat gewonnen. Maar Nicky kwam bij mij dat hij op die tijd altijd Goede Tijden, Slecht Tijden keek. Toen zijn we om half negen gestart."
Hofs zelf: "Ik heb trainer Foppe heel hoog zitten. Hij kon je scherp krijgen. In het begin van de week was het heel relaxed en heel leuk, wel hard trainen maar je merkte een bepaalde ontspannenheid bij jezelf, maar naar de wedstrijd toe kon hij je scherp krijgen. Dat vond ik wel een hele grote kwaliteit."
Na de zinderende halve finale wachtte in de finale voor de tweede keer dat toernooi Oekraïne als tegenstander. Jong Oranje nam – net als het grote Oranje in 1988 – op grootse wijze revanche op de tegenstander waar in het openingsduel van werd verloren. De ploeg van Foppe de Haan liet Jong Oekraïne kansloos, Huntelaar scoorde twee keer, Hofs bekroonde zijn toernooi met de derde en laatste treffer van de finale (3-0).