Hofs: ‘Laat mij maar oud worden bij Vitesse’
Wat begon als een vriendendienst, is uitgegroeid tot een bloeiende samenwerking. De middenvelder wordt als belangrijke schakel gezien in het succes van de Arnhemse club en kan een nieuw contract tegemoetzien.
Voorafgaand aan dit seizoen zei je: ‘Dit wordt voor mij het jaar van de waarheid.’ Lig je op schema?
‘Tot nu toe heb ik maar drie competitieduels gemist en heb ik weer met regelmaat de oude Nicky kunnen laten zien. Ik ben topfit, zit lekker in mijn vel en heb het geweldig naar mijn zin bij Vitesse. Dus lig ik voor mijn gevoel wel op schema.’
En het belangrijkste: een nieuwe meerjarige verbintenis is in aantocht.
‘Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar daar ben ik totaal niet mee bezig. Natuurlijk moest ik dit jaar aan de mensen in Arnhem en vooral de clubleiding laten zien dat ik nog van waarde kon zijn voor Vitesse. In het begin van het seizoen tekende ik een prestatiecontractje, dat zegt voldoende. Maar vervolgens ben ik helemaal niet meer met een nieuwe verbintenis bezig geweest. Als je geforceerd elke dag maar bezig bent met dat contract, raak je alleen maar gefrustreerd. Dat werkt niet. Laat mij nou maar lekker mezelf zijn en mijn niveau halen, dan moet Vitesse maar beoordelen of dat voldoende is. Blijkbaar werkt het, maar ook nu ben ik er niet opeens dagelijks mee bezig.’
Toch heeft dit seizoen wel je carrière gered.
‘Dat is zeker zo. Ik heb twee dramaseizoenen achter de rug, waarin ik sportief heel weinig heb laten zien. Nog een jaar aanmodderen was me fataal geworden, dat besefte ik heus wel. Je moet blijven presteren, anders is het snel met je gedaan. Dat merkte ik afgelopen zomer wel toen ik werkloos thuis zat. Hoeveel clubs zaten er op Nicky Hofs te wachten? Nou, ik kan je zeggen: bijzonder weinig. De markt heeft er ook mee te maken, maar daar moet je jezelf niet achter verschuilen.
Die telefoon bleef akelig stil een paar weken lang, dus dat zei voldoende. Er kwam daarna wel wat interesse uit de Eerste Divisie, maar dat zag ik totaal niet zitten. Met alle respect voor die clubs, maar ik was 28 jaar en voelde me topfit. Ik vond mezelf te goed voor dat niveau, daar ben ik heel eerlijk in.’
Vervolgens werd je verlost door de komst van John van den Brom naar Vitesse.
‘Dat was voor mij een cruciaal moment. Theo Bos belde me om te zeggen dat ik altijd met FC Dordrecht mee kon trainen. Dat was een mooi gebaar en ik wilde dat ook gaan doen om mijn conditie op peil te houden, maar toen werd John van den Brom bij Vitesse aangesteld. We hebben met Louis Laros dezelfde zaakwaarnemer, en Bos en Van den Brom kennen elkaar goed. Zo is het balletje gaan rollen.
In de eerste weken was het allemaal zonder enige bedoeling, maar in de praktijk merkte ik daar niets van. Ik werd volledig in de groep opgenomen, ging mee op trainingskamp naar Zuid-Duitsland en kwam ook in alle oefenduels in actie. Omdat de selectie nog heel smal was, kreeg ik de kans mezelf in de wedstrijden te laten zien.’
Moest je jezelf extra bewijzen?
‘Ik was een jaar eerder met een deukje bij Vitesse vertrokken, dus snapte ook wel dat de club wat afwachtend was. Mijn reputatie was gewoon niet goed, of het nou wel of niet klopte. Toch _ kon ik daar verder niets mee. Ik was topfit, had voor mezelf de hele zomer doorgetraind en was alleen al blij dat ik de kans kreeg. Ik moest niet zeuren, maar gewoon laten zien dat ik nog iets voor Vitesse kon betekenen.’
De mensen bij Vitesse zagen een andere Nicky Hofs uit Cyprus terugkomen.
‘Dat is ook zo. Het voelt alsof ik aan mijn tweede jeugd ben begonnen, alsof ik afgelopen zomer een nieuwe carrière ben gestart. Het jaar op Cyprus heeft veel met me gedaan. Het was een geweldige tijd, behalve het voetbal dan. Ik zou een boek kunnen schrijven over het seizoen bij AEL Limassol. Over trainerswisselingen, machtsspelletjes, maar vooral dat er geen dag normaal voorbijging.
Ik heb meegemaakt dat er vijftien brede hooligans binnenkwamen om ons toe te spreken dat we de volgende wedstrijd echt moesten gaan winnen. Maar ook dat de coach tijdens de training gewoon met de rug naar het veld minutenlang stond te bellen. Ik onderging de ene na de andere ervaring, maar voetballend was het voor mij dramatisch. Ik heb nauwelijks gespeeld en moest het alleen met trainingen doen.
Uiteindelijk is het contract van Mike Zonneveld en mij van de ene op de andere dag verscheurd, en die nasleep merken we nog steeds. We hebben nog vijf maanden salaris van vorig seizoen tegoed, plus dit contractjaar. Binnenkort komt de zaak bij FIFA voor, maar ik zal blij zijn als alles is afgehandeld.’
Voetballend was het niets, maar je hebt toch een geweldige tijd gehad?
‘Ja, dat gevoel overheerst. Voor het eerst in ons leven waren mijn vriendin Francis, mijn dochtertje Quincy van zeven, en ik weg uit Arnhem. Ver weg van onze vertrouwde omgeving waren we op elkaar aangewezen. Het heeft me een stuk rustiger gemaakt. Vroeger was ik altijd maar op pad en dat wisten mijn vrienden ook. Als ze iets wilden gaan doen en ze belden Nicky, dan wisten ze zeker dat hij erbij was. Of het nou vissen was, of golfen, of even de stad in. Ik wilde niets missen.
Op Cyprus kon dat allemaal niet, waardoor ik de andere kant heb leren kennen. Lekker thuis met het gezin, of een avondje gezellig uit eten gaan. Iets dat ik nooit deed, omdat ik het niets vond. Gaf mij maar gewoon Hollandse kost, en zo ben ik ook op Cyprus begonnen. Als er vrienden of familie uit Nederland overkwamen, moesten ze altijd aardappelen, rode kool of spinazie meenemen. Van buitenlands voedsel moest ik niets hebben, maar dat is nu wel anders.
Op Cyprus heb ik vis leren eten en nog meer gerechten waar ik voorheen niet eens aan moest denken. Nu we weer terug in Nederland zijn, merk je dat het jaar op Cyprus invloed heeft gehad. Ik ga nog steeds graag met vrienden een potje vissen of golfen, maar ik vind het net zo lekker om thuis met het gezin iets te doen. Mijn leven is veel rustiger geworden.’
Op welke manier heeft het invloed op je spel?
‘Ik kan nog altijd niet tegen mijn verlies en kan op het veld emotioneel zijn, maar ik weet nu veel meer wat er van me wordt gevraagd. Vroeger wilde ik het liefst de bal achterin ophalen, iedereen voorbijspelen, de voorzet geven en hem dan ook nog zelf afmaken. Ik was met van alles tegelijk bezig, nu kan ik me veel meer focussen op een bepaalde rol. Daarnaast ben ik het voetbal anders gaan beleven. Door het jaar op Cyprus én omdat ik afgelopen zomer heb gemerkt hoe snel het kan gaan, geniet ik er veel meer van.’
Je wordt opeens als de ervaren kracht in de selectie beschouwd.
‘Na Raio Piroja ben ik de oudste speler in de selectie. We hebben een jonge groep, waarbij ik dagelijks veel herkenbare situaties om me heen zie. Voorheen liet ik veel langs me heen gaan, maar nu ben ik veel meer met mijn omgeving bezig. Eigenlijk maak ik me dit seizoen voor het eerst in mijn leven druk om mijn ploeggenoten.
In deze selectie lopen zo veel talenten rond, en ook jongens in wie ik veel van mezelf van vroeger terugzie. Ik wil hen behoeden voor de fouten die ik heb gemaakt. Dat probeer ik op een leuke manier over te brengen. Bijvoorbeeld door een dolletje te maken, maar vervolgens wel iemand ergens op te wijzen. Gio Chanturia is een goed voorbeeld. Een geweldig talent, maar hij moet soms meer oog krijgen voor de situatie om hem heen. Daar kan ik hem op wijzen, en hij neemt het dan ook aan.
Natuurlijk weet ik dat zoiets ook met mijn prestaties samenhangt. Als ik geen bal raak, heb ik geen recht van spreken. Dan denken ze al snel: Ga jij eerst maar zelf een beetje fatsoenlijk voetballen. Maar die indruk krijg ik niet, de talenten zijn allemaal heel leergierig. Toen ik destijds net bij de selectie van Vitesse kwam, heb ik veel gehad aan jongens als Michel Kreek, Didier Martel en Remco van der Schaaf. Van die tips heb ik jaren profijt gehad. Zelf probeer ik het nu weer over te brengen op de nieuwe generatie.’
Vitesse maakte kennis met een nieuwe Hofs, maar andersom heb jij ook kennis gemaakt met een nieuw Vitesse.
‘De club is in een jaar tijd totaal veranderd. Mijn transfer naar Cyprus was van groot belang voor Vitesse. Daarmee kreeg de club een transfersom, waarmee het allerlei gaten moest dichten. Inmiddels is de financiële situatie natuurlijk flink veranderd. Eerst kon niets, nu kan er veel, maar het belangrijkst is dat de sfeer heel goed is. Elke dag ga ik met een glimlach naar de club.’
Dat was vorig seizoen wel anders in Arnhem.
‘Dat heb ik ook om me heen gehoord. De club heeft in het eerste jaar van Merab Jordania natuurlijk wat foute keuzes gemaakt. Als Engels de voertaal wordt bij een Nederlandse club, klopt er iets niet. Maar verder kan ik daar weinig over zeggen, omdat ik het niet van dichtbij heb meegemaakt.’
Toch zei jij afgelopen zomer nog: ‘Vitesse is Vitesse niet meer en dat is een kwalijke zaak.’
‘Die uitspraak was gebaseerd op vorig seizoen en alle verhalen die ik hoorde. Nog altijd hangt er iets mysterieus om Vitesse, maar nu ik er zelf elke dag rondloop, valt het allemaal wel mee. De technische staf is natuurlijk heel belangrijk voor de sfeer, zij zorgen ervoor dat er één team staat. Of je nou uit Japan, Georgië of Arnhem komt: het draait om Vitesse. Die insteek werkt door op de sfeer en de resultaten.’
Hoe moeten we de rol van Merab Jordania hierin zien?
‘Die man heb ik op een heel andere manier leren kennen. Ik kende alle vooroordelen, maar Jordania is heel anders dan iedereen denkt. Hij is een heel lieve man, rustig, maar wel heel hartelijk naar de spelers toe. Na de wedstrijd kom ik weieens in zijn box en dan omhelst hij me en bedankt me voor mijn inzet voor Vitesse. Eigenlijk is hij een soort vriendelijke oom van de spelers. En daarnaast natuurlijk de redder van Vitesse. Zonder hem was er hier niets meer mogelijk geweest.’
Maar geloof je ook in zijn plannen?
‘Ja, zeker.’
Dus Vitesse kan in 2014 kampioen worden?
‘Ik zou niet weten waarom Vitesse in 2014 geen kampioen kan worden. Dat heeft niets met arrogantie te maken, maar puur met wat ik om me heen zie gebeuren. Ze zijn bezig met de bouw van een nieuw trainingscomplex, met allerlei moderne voorzieningen.
Financieel is er veel mogelijk en de selectie zit nu al heel goed in elkaar. Wie had tot voor kort gedacht dat Vitesse een speler als Jonathan Reis kon halen? Of neem het langdurig vastleggen van Piet Velthuizen en Marco van Ginkel. Velthuizen is met afstand de beste keeper in de Eredivisie en Marco van Ginkel, Davy Pröpper en Alexander Büttner zijn toptalenten. In Büttner zie ik de nieuwe linksback van Oranje, ik schat hem hoger in dan Erik Pieters bijvoorbeeld. En zo kan ik nog wel even doorgaan.’
Sla je niet een beetje door Nicky?
‘Nee, kijk maar om je heen naar andere teams. Begin dit seizoen kon Ron Jans volgens de zogenaamde kenners weinig goeds doen, nu is hij met SC Heerenveen aan een geweldige serie bezig. Ze worden opeens overal als mogelijke titelkandidaat genoemd. Als Heerenveen op dit moment een kandidaat voor het kampioenschap is, dan kan Vitesse dat over twee jaar toch ook zijn?’
Met of zonder Theo Janssen?
‘Daar is vorige week veel over gezegd en geschreven. Ik vind Theo een geweldige voetballer, die tot de beste spelers in Nederland behoort. Bovendien een jongen van de club. Ik zie hem graag terugkomen, daar maak ik geen geheim van, maar tegelijkertijd ga ik daar niet over. Daarnaast snap ik dat het geen doorslag mag geven dat hij een Arnhemmer is. Dat zou ook minachtend zijn naar Theo.
Als je hem neemt, moetje dat doen omdat je vindt dat hij Vitesse beter kan maken. Niet omdat hij uit de stad komt, want dan zou elke Arnhemse jongen interessant moeten zijn voor Vitesse.’
Hoe staat Janssen daar zelf in?
‘Dat weet ik niet. Als we elkaar tegenkomen, is het altijd wel even gezellig, maar verder hebben we nooit contact met elkaar.’
Hij kan bij Vitesse wel je concurrent worden op het middenveld.
‘Dan sta ik toch achter de mening van Ted van Leeuwen (technisch directeur van Vitesse, red.). We hebben Theo niet nodig, haha. Nee joh, zo denk ik toch helemaal niet.’
Opvallend genoeg roemen de technische staf en je medespelers die eigenschap van je. Ook als je even wissel staat, blijf je de sfeermaker. Dat is weieens anders geweest.
‘Vroeger, een paar jaartjes geleden nog, kon ik moeilijk met die situaties omgaan. Eigenlijk helemaal niet. Als ik merkte dat ik te weinig waardering kreeg of dat ik wissel stond, ging ik moeilijk lopen doen. Dan stond ik met een chagrijnige kop op het trainingsveld en liep ik alleen maar te mokken. Niemand kon iets goeds doen en ik deed mijn best om zo ongeïnteresseerd mogelijk over te komen. Als ik aan die Nicky terugdenk, moet ik eigenlijk hard lachen. Waar slaat het op?
Als voetballer heb je het voorrecht dat je elke dag op het veld mag staan. Het voetballen zelf geeft me nu veel meer voldoening dan vroeger, maar ook alles eromheen. Lekker ouwehoeren met de gasten in de kleedkamer. Dat is toch mooi, man. Als jonge speler vind je dat normaal en ben je vooral bezig met jezelf, maar dat heb ik nu helemaal niet meer. Ik weet dat deze trainer kiest voor de beste elf op dat moment. In het begin zat ik daar wekelijks bij en de laatste tijd ook weer. Maar tussendoor koos Van den Brom weieens voor Stanley Aborah op mijn positie. Het klinkt gek, maar dat vond ik terecht, want hij was op dat moment beter in vorm dan ik.
Als je dat ziet gebeuren, kun je twee dingen doen. Of de moeilijke jongen uithangen die alleen aan zichzelf denkt en anderen irriteert, of positief blijven en op trainingen alles eraan doen om het tegendeel te bewijzen. Dat laatste helpt veel meer en dat probeer ik de jongens om me heen ook bij te brengen als het even minder gaat. Uiteindelijk moeten we met zijn allen op de Korenmarkt staan om Europees voetbal te vieren. Daarbij hebben we iedereen net zo hard nodig.’
Is het seizoen mislukt als jullie geen Europees voetbal halen?
‘Ja, dat gevoel heb ik wel. We hebben voor de winterstop veel punten gepakt. Niet altijd met even goed voetbal, maar wel door als een team te vechten. De afgelopen weken ging het wat minder. Er werd ons verweten dat we in verschillende opstellingen speelden, maar dat had ook met de samenstelling te maken. Wilfried Bony en Anthony Annan waren er niet, en met Jonathan Reis en Mike Havenaar erbij zijn we nog zoekende. Op dit moment is 4-4-2 in een ruit te lastig, denk ik. Daarvoor moet je tot in de details op elkaar ingespeeld zijn, die tijd is er nu niet. Maar ik denk dat we zeker nog een goede serie gaan neerzetten en dan komt Europees voetbal in zicht.’
Voorlopig blijf je bij Vitesse?
‘Als het aan mij ligt wel, laat mij hier maar oud worden. Na een mindere periode voel ik me goed en de ervaringen buiten Arnhem hebben me goed gedaan. Bovendien wil ik dit project nu meemaken ook. Natuurlijk denk ik weieens: Wat als ik die twee zware knieblessures bij Feyenoord niet had gehad? Tegelijkertijd heeft het geen zin om terug te kijken, hoe mooi ik Feyenoord nog altijd vind. Vorige week speelden we in een kolkende Kuip, dat gaf zo’n magisch gevoel. Soms lees ik . wel eens iets over Kuipvrees, maar daar kan ik me niets bij voorstellen. Die gang naar het veld en dan dat stadion met die sfeer. Kom op, daar kun je toch niet slecht spelen?’
Je had het net over oudere spelers aan wie jij je optrok. Wie is voor jou het belangrijkst in je carrière geweest?
‘Dat is nooit een speler geweest. Ik heb maar aan één persoon te danken dat ik profvoetballer ben geworden en dat is Theo Bos. Vanaf de C-jeugd bij Vitesse vormt hij een rode draad in mijn leven. We hebben samen veel meegemaakt, waarbij het er nooit lief aan toeging. In de jeugd was ik echt een boefje, zo’n Arnhems schoffie dat dacht alles beter te weten. Ik was eigenwijs en ging overal tegenin. Theo wist als een van de weinige trainers het beste in mij naar boven te halen.
Geregeld stonden we op elkaar te schelden en hadden we het met elkaar aan de stok. Maar dan dacht ik stiekem wel bij mezelf: Hij heeft meer dan 350 wedstrijden voor het eerste elftal van Vitesse gespeeld. Dat wil ik ook. Theo was gericht met me bezig. Hij maakte me beter, maar ook harder. Zonder hem had ik het nooit gered.’
Dan zal het momenteel ook voor jou niet makkelijk zijn.
‘Sinds ik eind december hoorde dat Theo alvleesklierkanker heeft, gaat er geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk. Wat er met hem gebeurt, vind ik verschrikkelijk. Ik lig er geregeld ’s nachts wakker van.’
Je bent zichtbaar aangedaan.
‘Het is zó oneerlijk. Theo is een jonge vent en top-fït. Ik weet nog de partijtjes een paar jaar geleden bij Vitesse. Als speler vond je het nooit erg om bij de trainer in het team te zitten, want hij was niet minder dan de spelers. En door zijn fanatisme wist hij altijd iets bij je los te maken. Dat zo’n ziekte iemand in de greep kan krijgen, geeft wel aan hoe betrekkelijk alles is.’
Wat deed het bericht met je?
‘We speelden eind december om de KNVB-beker tegen FC Eindhoven. We wonnen in blessuretijd en op dat moment was natuurlijk iedereen door het dolle heen. We hadden ons geplaatst voor de kwartfinale en het was ook nog eens de laatste wedstrijd van het jaar. We zouden de stad ingaan, maar daar dacht niemand meer aan toen we onze trainer opeens in tranen zagen zitten. Hij vertelde wat er aan de hand was, en toen werd het ook mij allemaal even te veel. Ik moest weg, weg uit de kleedkamer, weg uit het stadion.
Ik ben voor mezelf een stukje gaan lopen, maar kon en wilde het maar niet bevatten. Ik werd heel emotioneel en ’s avonds thuis bij mijn vriendin opnieuw. Zij is mijn jeugdliefde en is dus ook met Theo opgegroeid. We kennen elkaars familie, weten precies hoe we allebei denken. Ik heb regelmatig contact met Theo en dat zal zo blijven. Hij was er altijd voor mij, ik wil er nu ook voor hem zijn. Maar hij geeft niet zomaar op, Theo blijft een vechter.’
En dan zitten wij hier over wel of geen nieuw contract te praten.
‘Dat besef heb ik de laatste weken wel vaker. Laten we het voetbal vooral niet belangrijker maken dan het is.’