In memoriam: Theo Bos, ‘Mister Vitesse’
Hij laat zijn vrouw Marieke en dochter Lotte achter, en uit een eerder huwelijk zoon Luuk en dochter Tess. Theo Bos wordt een dezer dagen in besloten kring gecremeerd. Voor supporters en andere belangstellenden wordt een afscheidsbijeenkomst in GelreDome georganiseerd.
Het overlijden van Theo Bos komt niet geheel onverwacht. In december 2011 werd alvleesklierkanker bij hem geconstateerd, een ziekte waarvan de levensverwachting erg slecht is. Veertien maanden onderging Theo intensieve behandelingen. Vorige week werd de chemotherapie gestaakt.
Theo Bos woonde van jongs af aan in Arnhem, hoewel hij op 5 oktober 1965 in het Radboud-ziekenhuis in Nijmegen ter wereld kwam. Het gezin Bos, vader, moeder, Theo en broer Hugo woonde in de volkswijk de Geitenkamp. Van jongs af aan voetbalde Theo bij buurtclub Sempre Avanti en later meldde hij zich ook aan bij boksvereniging Muscular.
Voor beide sporten had Theo aanleg, maar de keuze viel op voetbal. Niet in de laatste plaats omdat Vitesse hem al op 13-jarige leeftijd wilde inlijven. School kwam vanaf dat moment op de tweede plaats. Theo was dagelijks op de trainingsvelden van sportpark Nieuw Monnikenhuize te vinden.
Theo beleefde een glansrijke carrière als profvoetballer. Minstens één feit is heel opvallend: Theo bleef Vitesse altijd trouw. Vijftien jaar lang maakte hij deel uit van de selectie van het eerste elftal. Zeker in de laatste jaren van zijn carrière waren er mogelijkheden elders nog wat geld mee te pakken, maar Theo zag er vanaf.
Zijn debuut maakte hij als 17-jarige op 31 augustus 1983 in de met 3-0 gewonnen wedstrijd in de Eerste Divisie tegen FC Wageningen. Zijn laatste wedstrijd speelde hij op 25 maart 1998 tegen NAC Breda (4-1), de openingswedstrijd van Vitesse in GelreDome. In de slotfase viel Theo in voor Michel Kreek.
Hoogtepunten waren het kampioenschap van de Eerste Divisie onder trainer Bert Jacobs en de daarmee afgedwongen promotie naar de Eredivisie (1989), en al die keren in de jaren daarna dat Europees voetbal werd gehaald. De hoogste klassering in de Eredivisie ooit (derde), bereikte Theo met Vitesse in zijn laatste seizoen 1997-1998. Trainer dat jaar was Henk ten Cate.
Van alle trainers die Theo meemaakte was hij het meest onder de indruk van Bert Jacobs. Henk ‘Charly’ Bosveld gold lange tijd als zijn ‘tweede vader’ en ook met Frans Thijssen, met wie hij drie jaar (1988-1991) het centrum van de verdediging vormde, had hij een bijzondere band.
In totaal speelde Theo Bos 369 competitiewedstrijden voor Vitesse, altijd met nummer 4 op zijn rug. Scoren deed hij in al die wedstrijden negen keer. In de periode 1990-1997 kwam hij ook uit in 17 Europa Cup-wedstrijden en speelde hij met Vitesse de KNVB-bekerfinale tegen PSV (25 april 1990, 1-0 nederlaag).
Op 27 januari 1999 kregen Theo Bos en Edward Sturing van Vitesse een afscheidswedstrijd tegen Schalke 04 aangeboden. Als Marian Zeman in de 51e minuut zijn plaats inneemt, krijgt hij een staande ovatie.
Na zijn carrière als speler wordt Theo jeugdtrainer bij Vitesse. En met succes. Met de B1 doorbreekt hij de hegemonie van de grote drie door landskampioen te worden. Hij assisteert de hoofdtrainers Ronald Koeman, Mike Snoei en Edward Sturing en haalt zijn trainersdiploma’s. In het seizoen 2005-2006 vertrekt hij naar FC Den Bosch, de eerste club in het betaalde voetbal waar hij als hoofdtrainer/coach aan de slag gaat.
In Den Bosch is Theo snel populair, niet in de laatste plaats omdat hij het elftal aan het voetballen krijgt en presteert. Uiteindelijk eindigt FC Den Bosch dat seizoen als zevende. Het seizoen daarop wordt via een vijfde plaats de nacompetitie gehaald, een kunstje dat Theo in zijn derde seizoen nog eens herhaalde.
Het seizoen 2008-2009 maakt hij niet af bij FC Den Bosch. Een paar dagen na het ontslag van Hans Westerhof maakt Vitesse, op 3 januari 2009, bekend dat Theo het roer over neemt. ‘Mister Vitesse’ bezet de functie die iedereen hem ooit had toegedicht: die van hoofdtrainer/coach van Vitesse.
Onder leiding van Theo behaalt Vitesse onder andere een legendarische overwinning op het Ajax van Marco van Basten (4-1). Vitesse eindigt het seizoen 2008-2009 als tiende. Met een uitgeklede selectie eindigt Vitesse in het seizoen 2009-2010 op een veertiende plaats. In augustus 2010 wordt de club overgenomen door Merab Jordania. Ruim twee maanden later wordt Theo vervangen door de Spanjaard Albert Ferrer.
De gedwongen vakantieperiode duurt tot 6 januari 2011 als Theo in dienst treedt bij Polonia Warschau. Samen met vriend Marc van Hintum (assistent-trainer) gaat hij aan de slag in Polen. Amper twee maanden later keren Theo en Marc een ervaring rijker maar een illusie armer terug in Nederland.
Theo is vervolgens blij als FC Dordrecht zich meldt. Een club in de marge van de Eerste Divisie, maar wel een organisatie waar de mensen met twee voeten op de grond staan en waar Theo lekker kan werken. Dat doet hij een aantal maanden tot volle tevredenheid. In het najaar al wordt zijn contract met een jaar verlengd.
In een recent interview in Voetbal International zegt oud-FC Dordrechtspeler Nick Coster over Theo Bos: “Theo is een fantastisch mens en een heel goede trainer. Hij is eerlijk, weet spelers te raken en geeft iedereen vertrouwen. (…) Toen ik hem de laatste keer zag hebben we het over van alles gehad en eigenlijk niet zo veel over zijn ziekte gepraat. Dat tekent hem. Theo blijft optimistisch en hij toont interesse in jou. (…) Theo is een vechter, hij ging als aanvoerder van Vitesse ook altijd voorop in de strijd. Hij is ook bokser geweest en nu knokt hij dus letterlijk voor zijn leven. (…) Als je met zulke dingen wordt geconfronteerd besef je nog maar eens wat een ongelooflijke bijzaak voetbal is.”
In december 2011 wordt alvleesklierkanker geconstateerd. In januari meldt hij zich op advies van zijn behandelend arts ziek bij FC Dordrecht. Hij blijft echter nauw betrokken bij de club.
Theo geeft zich niet gewonnen. Er zijn hoopvolle momenten, maar ook tegenslagen, met name als blijkt dat de bestralingen hun werk niet hebben gedaan en er uitzaaiingen worden geconstateerd. Langzaam komt het besef dat deze strijd niet is te winnen.
Vitesse zal zich Theo Bos altijd herinneren als ‘Mister Vitesse’, ‘The Boss’ ook voor sommigen. Een clubman zoals ze vandaag de dag niet meer bestaan. Theo was speler en later trainer bij Vitesse en altijd supporter van de club. De laatste maanden voor zijn dood was hij regelmatig van de partij bij wedstrijden in GelreDome. Met trots keek hij dan naar de harde kern op de voormalige Zuid-tribune, die op 26 juli 2012 naar hem werd vernoemd: Theo Bos-tribune.
Interview
De laatste keer dat ‘Nederland’ Theo Bos te zien krijgt is op 16 december 2012 als de NOS een openhartig interview uitzendt dat Joep Schreuder met hem had. Een zichtbaar afgevallen oud-topsporter vertelt dat hij chemokuren krijgt en dat het ‘redelijk’ met hem gaat. Theo toont zich strijdlustig. “Van de mensen met alvleesklierkanker overleeft slechts 30 procent het eerste jaar en maar 10 procent het tweede jaar. Ik zit inmiddels bij die 30 procent, nu zorgen dat ik ook bij die 10 procent kom’. Theo zegt ‘het maximale eruit te willen halen, zoals ik ook uit mijn voetbalcarrière heb gedaan’.
Tegen het eind van het interview vraag Schreuder hem of hij bang is voor de dood. “Voor mezelf niet”, zegt Theo, “wel voor mijn omgeving. Daar vind ik het wel erg voor.” Of hij boos is omdat hij ‘het verkeerde DNA heeft’? “Nee”, antwoordt Theo, “op wie moet ik boos zijn? Het is wel jammer dat mijn lichaam me in de steek laat. Dat had best dertig jaar later mogen gebeuren.”
Die gehoopte dertig jaar heeft Theo niet gekregen. Familie, vrienden, kennissen, collega’s en alle anderen die hem hebben gekend, moeten het doen met de herinnering. De herinnering aan een goede voetballer en bovenal een fantastisch mens.
Frans Thijssen, ploegmaat van Theo in de jaren 1988 t/m 1991
“Het was heerlijk voetballen samen met Theo achterin. Theo was een winnaar. Fysiek sterk en hoewel hij niet heel groot was kon hij geweldig koppen. Hij ging de duels met de spitsen aan, terwijl ik rugdekking gaf en inschoof bij balbezit.”
“Het contact is altijd gebleven. We kaartten nog regelmatig met een groepje op maandagavond, klaverjassen. Het ging best een lange tijd redelijk goed met Theo. Totdat ze stopten met de chemo omdat het niet meer aansloeg. Vanaf dat moment zag je dat het achteruitging. Het is triest. Stokoude mensen die het wel gezien hebben leven gewoon door, en een vent van 47 als Theo, die normaal gesproken samen met Marieke nog een leven voor zich zou moeten hebben, wordt getroffen door zo’n vreselijke ziekte. Als ik het in een paar woorden moet zeggen: Theo was een geweldige gozer.”
Jan Streuer, jarenlang technisch manager bij Vitesse
“Het is verschrikkelijk. Als er een fantastische vent was waar iedereen een goed gevoel bij had, dan is het Theo. Ik ken niemand die Theo niet mocht. Enorm sympathiek, een flinke dosis humor, maar toch zeker ook iemand met een eigen mening. Het is natuurlijk niet voor niets dat Theo altijd populair is geweest, bij de supporters ook. Die herkenden in hem wat iedereen herkende: een keiharde werker en prettige persoonlijkheid.”
“Theo bleef ook altijd reëel. Ook als je het niet met elkaar eens was. Want dat gebeurde ook. No hard feelings. Vreselijk, ik heb er geen woorden voor.”
Mike Snoei, trainer met wie Theo Bos intensief samenwerkte
“Als spelers, ik van Sparta, Theo van Vitesse, hebben we veel tegen elkaar gespeeld. Later kwam ik hem tegen in de jeugdopleiding bij Vitesse. Ik als trainer van de A’s, Theo van de B’s. We hadden een fantastische groep trainers en begeleiders in die tijd. Met z’n allen hingen we de hele dag op het trainingscomplex en de hele dag ging het over voetbal. Toen en later heb ik Theo leren kennen als een kundige trainer. Gedreven en fanatiek maar toch rustig, eerlijk en altijd een goede band met de spelers.”
“Nadat Karel Aalbers er bij Vitesse uit was gezet en het geld op was, moest het helemaal van de eigen jeugd komen. Theo en ik hadden jarenlang met die jongens gewerkt en daarom werd ons gevraagd het eerste te gaan doen. Die samenwerking liep geweldig. Ik was hoofdtrainer, maar we bespraken alles en Theo toonde zich altijd loyaal.”
“De vriendschap die in die jaren is ontstaan, is altijd gebleven. Ook als ik weer eens een periode in het buitenland zat, bleef het contact bestaan. En als we elkaar dan weer zagen was het gelijk als vanouds. De laatste maanden hebben we samen nog regelmatig wedstrijden bezocht. Vooral van zijn club FC Dordrecht. Prachtig, zo fanatiek als Theo dan kon reageren. Ondanks dat het steeds slechter met hem ging. De aftakeling van zo’n stoere, sterke kerel was moeilijk om te zien. Voor Theo is het misschien beter zo, maar ik ben een van de velen die hem verschrikkelijk gaat missen."
Zeljko Petrovic, assistent van Theo bij FC Den Bosch
“Ik ken Theo persoonlijk vanuit de tijd dat hij trainer was bij FC Den Bosch. Ik deed de cursus Coach Betaald Voetbal en vroeg Theo of ik bij hem één keer per week stage mocht lopen. Dat mocht en na twee keer vroeg Theo of ik voortaan niet iedere dag kon komen. We zijn vrienden geworden en sindsdien was er niemand voor wie ik zoveel respect had als voor Theo. Een echte vriend. Iemand waarvan je weet dat hij voor je klaar staat op het moment dat je hem nodig hebt.”
“Daarom had ik ook zo’n moeite met zijn ziekte. Ik was echt van slag de laatste keer dat ik bij Theo was. Als er iemand is die iets verdient in het leven, is het Theo. Ik ken niemand die iets verkeerd over hem heeft gezegd. En uitgerekend hij krijgt dit. Zo oneerlijk.”
“Ik zou ook wat kunnen zeggen over Theo als speler en trainer, maar dat voegt voor mij niets toe. Het gaat om de mens Theo Bos. En nogmaals: ik ben overal geweest op de wereld, maar een beter mens dan Theo ben ik niet tegengekomen.”
Marco Boogers, manager van FC Dordrecht
“De dag dat ik bij Theo’s bed stond en afscheid van hem nam, was een van de moeilijkste dagen van mijn leven. Zo’n mooie, unieke vent die door zo’n rotziekte wordt geveld. Het is niet uit te leggen en niet te begrijpen. Ik ben blij dat ik Theo anderhalf jaar geleden heb leren kennen. Onvoorstelbaar veel uren zijn we sindsdien samen opgetrokken, we zijn samen wel eens dronken geworden en altijd voelde het alsof ik met mijn tweelingbroer optrok.”
“FC Dordrecht heeft een samenwerking met ADO Den Haag en het was John van den Brom, die toen nog bij ADO zat, die tegen mij zei toen we een trainer zochten: ‘Praat eens met Theo’. ‘Niet haalbaar voor ons’, zei ik tegen John, maar ik heb toch contact gezocht. We werden het eens en vervolgens ben ik vanaf de eerste dag heel intensief met Theo opgetrokken. We waren gelijk met van alles bezig. De spelers en de wedstrijden natuurlijk, maar bijvoorbeeld ook een nieuw stadion. Heel snel hebben we toen ook zijn contract met twee jaar verlengd. Iedereen bij de club zag in dat we met Theo verder zouden komen.”
“Het was in december 2011 dat Theo een paar keer zei dat hij last had van zijn buik. Hij ging voor onderzoek naar het ziekenhuis en in de week voor Kerst kreeg hij uitsluitsel. Hij belde me gelijk nadat hij bij de dokter was geweest: ‘Marco, ik heb alvleesklierkanker en waarschijnlijk nog drie tot zes maanden te leven’. Ik geloof dat ik niks meer heb gezegd. Wat moet je zeggen? Een paar weken later is hij toen gestopt bij Dordrecht. Het was niet te combineren met de behandelingen.”
“Meer dan een jaar heeft Theo het uiteindelijk nog gered. Ook in dat jaar hebben we elkaar heel veel gezien en heel veel gepraat. Marieke, Theo’s vrouw, en mijn vrouw kunnen het samen ook uitstekend vinden, dat scheelt ook. Fantastisch mens trouwens Marieke, net als Theo. De manier waarop ze Theo heeft geholpen en gesteund grenst aan het ongelooflijke. Maar ondertussen is hij er niet meer. Laten we maar ophouden, ik word er weer emotioneel van. En het is toch niet uit te leggen.”