Janssen overweegt eerder te stoppen

Theo Janssen sluit niet uit dat hij al in 2014 een punt zet achter zijn actieve loopbaan als voetballer. De 31-jarige middenvel­der van Vitesse heeft nog een con­tract tot 2015, maar overweegt een jaar eerder te stoppen.

Dat zei Janssen een dag voor de eredivisietopper Ajax-Vitesse, deze zaterdagavond (18.45 uur) in Am­sterdam.

Janssen onderstreepte in augustus zijn terugkeer naar Vitesse met een driejarig contract en de toevoe­ging daarna (jeugd)trainer te wor­den in Arnhem. „Het is best moge­lijk dat ik na volgend seizoen al stop met voetballen”, zei Janssen vrijdag. „Dat hangt af van het ple­zier dat ik er dan nog in heb en hoe ik er fysiek voor sta.”

Janssen ziet Vitesse dit seizoen niet als kampioenskandidaat. „Voor mij zijn Ajax, FC Twente en PSV de grootste kanshebbers. Wij behoren met clubs als Feyenoord en AZ tot een groepje dat daar ach­ter zit en om de plaatsen vier en vijf speelt. Of ik met Vitesse nog kampioen word, weet ik niet. Ik speel niet tot mijn veertigste door”, zei Janssen, die met FC Twente en Ajax de landstitel greep. „Als het goed is, groeit het elftal mij vanzelf voorbij en kan ik niet meer meekomen. Ik ben ook al in mijn zestiende jaar betaald voetbal. Dat is een aardige perio­de.”

Janssen heeft geen moment spijt van de overgang van Ajax naar Vi­tesse. „ Mijn rol bij Vitesse is coachen en het bewaken van de or­ganisatie. Dat past bij dit deel van mijn carrière en het is een rol die beter bij Vitesse past dan bij Ajax, waar je meer topspelers hebt.” Janssen vertrok niet uit Amster­dam omdat hij verwachtte op de bank terecht te komen. „Dat heb­ben anderen er van gemaakt.”

Hij verwacht een ‘warm onthaal’ in de Arena. „Ik kijk er naar uit. Er zijn veel bekenden en ze schijnen ook iets in petto te hebben. Wat weet ik niet, maar ik verwacht geen gekke dingen. Met de suppor­ters kon ik het altijd wel vinden.”

Theo Janssen bezoekt deze zaterdagavond zijn oude club Ajax als dirigent van het nieuwe Vitesse, de verrassende nummer drie van de eredivisie. Met zijn terugkeer naar Arnhem, na ‘ buitenlandse’ jaren bij FC Twente en Ajax, is hij tevre­den, met zijn spel niet.

„In het begin ging het lekker, de laatste weken vond ik het niet best”, zegt Janssen. „Het heeft een beetje te maken met mijn rol denk ik. Ik ben veel aan het praten en coachen. Dat wordt ook van mij verwacht, maar soms gaat het ten koste van mijn spel. Het is goed met anderen bezig te zijn, maar je moet wel kijken dat het jezelf niet verzwakt. Soms, zoals afgelopen zondag tegen AZ, vergeet je zelf te voetballen. Dat mag niet gebeu­ren.”

De Arnhemmer krijgt van zijn ploeggenoten lovende woorden omdat hij rust brengt. Onder ande­re van Marco van Ginkel, door bondscoach Louis van Gaal voor het eerst opgeroepen voor de (voor)selectie van Oranje. „Marco is een jonge speler met heel veel ta­lent.

Hij heeft veel kwaliteiten van een moderne middenvelder; hij kan van box tot box (strafschopge­bied tot strafschopgebied, red.) lo­pen, is kopsterk, kwaliteiten die ik als middenvelder ook wel had wil­len hebben. Ik speel bijna in dienst van hem, of van een num­mer 10”, stelt Janssen. „En dat is ook mijn rol hier. Ik ben binnen gehaald door de trainer die een beetje op dezelfde manier denkt als ik, dezelfde filosofie heeft over voetbal. En die moet ik overbren­gen in het veld.”

Janssen schat Vitesse nog niet in op het niveau van de komende te­genstander. „Ajax is met FC Twen­te en PSV sterker dan wij. Als ik ons team op een rijtje zet en kijk wie er bij één van die drie clubs ze­ker een basisplaats zou hebben, dan kom ik op vier, vijf jongens.

Anderen zouden bij de selectie ho­ren, maar vaker op de bank zitten. En bij die clubs zitten spelers op de bank die bij ons in de basis zou­den starten. Dat is gewoon het ver­schil”, aldus Janssen, die de eerste nederlaag van het seizoen, zondag in het thuisduel met AZ (1-2) als leermoment beschouwt.

„Het verschil tussen de eerste en de tweede helft was te groot. In de eerste helft kun je vier, vijf doel­punten tegen krijgen, in de twee­de helft verdien je misschien wel een tweede treffer. We hadden ons meer moeten laten inzakken en het geduld moeten opbrengen om AZ te laten komen. Maar we lieten ons denk ik een beetje opja­gen door het publiek dat begon te fluiten. Dat mag ons niet gebeu­ren”, vond Janssen, die woensdag bewust negentig minuten beker­voetbal speelde. „Ik was ziek. Mijn ervaring is dat ik mij beter voel als ik wat heb gedaan.”

Janssen is nieuwsgierig naar de kracht van zijn ploeg tegen Ajax, waarmee hij dit jaar nog kam­pioen werd. „Vroeger als je met Vi­tesse in de Arena speelde, waren we letterlijk van slag en moest al­les meezitten. Ik ben benieuwd hoe we ons nu gedragen.”

Gelderlander / Foto’s SV