John van den Brom: Volle kracht vooruit

John van den Brom laat roerige periode achter zich en heeft vertrouwen in Vitesse
In amper een uur tijd toonde John van den Brom (44) twee uitersten van zichzelf.

Zodra het partijtje voetvolley op de driving range van het fraaie Marc Aurel Hotel in Bad Gögging van start ging, spatte het fanatisme er bij de Vitessetrainer van af. Kort daarvoor regeerde op het terras de berusting. „Ik ben op trainingskamp met 22 jongens, waarvan zeven jeugdspelers, drie keepers en twee stagiairs, heb eigenaar Merab Jordania pas één keer gesproken, weet nog steeds niet welke versterkingen er komen en roep om vijf of zes nieuwelingen”, zegt hij gelaten. „Waarom ik zo rustig ben? Omdat het allemaal goed gaat komen.”

De Amersfoorter zit in Beieren op zijn praatstoel. Spijt van zijn overgang van ADO Den Haag naar ’Vitas’ heeft hij ondanks de stroeve voorbereiding allerminst. „Natuurlijk was het makkelijker geweest om te blijven, omdat bij ADO de organisatie én de selectie staat. Maar ik ga altijd mijn dromen achterna. Mijn vrouw verwoordde het treffend en gaf me het laatste zetje: ’Je zegt al je hele leven dat je trainer van Vitesse wordt. Nu kun je, en ga je twijfelen’. Ze had gelijk.”

Het rumoer dat de transfer teweegbracht, heeft Van den Brom al zo goed als achter zich gelaten. „De overstap was niet vlekkeloos en bij mijn presentatie zei ik al dat ik het niet goed had gedaan. Gezien de goede band die ik in korte tijd met de commissarissen Paul Beyersbergen en Mark van der Kallen opbouwde, had ik ze moeten inlichten over het gesprek met Jordania. Maar ik zag geen kwaad in die ontmoeting, dacht dat het slechts een kennismaking zou zijn.”

De gevolgen logen er niet om. „Dat ik een overloper, judas, geldwolf en zelfs NSB’er werd genoemd, deed heel veel met me. Gekoppeld aan de bedreigingen die ik kreeg, was dat wel een ’knakmomentje’.” Uitgerekend op de eerste speeldag van de eredivisie moet hij met Vitesse op bezoek in het hol van de leeuw. „Daar zie ik niet tegenop, maar kijk ik naar uit. Ik ga ervan uit dat de ergste emoties zijn bedaard. Bovendien waren de spelers en de staf oprecht teleurgesteld en wensten veel fans me ook succes. Ik ben ADO in elk geval veel dank verschuldigd. Ik kreeg als beginnende trainer de kans in de eredivisie en ook nog op een manier die bij me paste.”

Die lijn hoopt hij in het Gelredome door te trekken. „Ik ben niet door Vitesse gehaald omdat dit een droom van me was. Hoe je het wendt of keert, ik heb het bij ADO goed gedaan. Mijn kracht was met jonge talentvolle spelers herkenbaar voetbal op de mat te leggen en een sterk collectief te smeden. Dat is precies wat de achterban van Vitesse wil en vormt ook de identiteit van de club. En of het nu zelf opgeleide spelers of aangekochte jonge jongens betreft: er ligt hier een uitdaging.”

Als het aan Van den Brom ligt, worden er snel spijkers met koppen geslagen op de transfermarkt. „Voor de spelers van Jong Vitesse en de A1 die mee mochten, is dit geweldig. Maar als trainer wil je zo snel mogelijk de groep bij elkaar hebben, die de competitie in moet.” Achter de schermen wordt druk gewerkt. „Het is prettig als je weet: ’Jan, Piet of Klaas komt volgende week’. Dat is voor mij nog een vraag. Maar met Ted van Leeuwen (technisch directeur, red.) zit ik elk vrij uur over spelers te praten. Zal die bij ons passen, of die…? En dagelijks worden er ladingen voetballers aangeboden.”

Los van de smalle selectie en de tijd die drie weken voor de start van de competitie begint te dringen, legde Van den Brom de lat al wat lager. „Tijdens het gesprek met Jordania heb ik de vraag teruggekaatst of het nog steeds de bedoeling is om nu binnen twee jaar kampioen te worden. Als je afgelopen jaar vijftiende bent geworden, lijkt het mij een reele doelstelling om nu in het linkerrijtje te eindigen en de play-offs te halen. En van daaruit moeten we verder bouwen. Dan zal het ook een stuk makkelijker worden om spelers aan ons te binden.”

De eerste prijs heeft Van den Brom echter al binnen. Met Marko Meerits, Giorgi Chanturia en Jeroen Drost won hij het voetvolleytoernooi en incasseerden zij van alle andere geel-zwarten vijf euro.

Telegraaf