12 oktober 2012 In de media

Kampioen van 2013 is hoogstens subtopper

Kampioen worden is normaal gesproken niet iets wat een ploeg plotseling overkomt. Zoiets is doorgaans een proces waaraan gericht en hard gewerkt moet worden. Het is bovendien niet een proces dat beperkt blijft tot de kleedkamer.
Vitesse kan de concurrentiestrijd nog niet aan

Heeft Vitesse de mentaliteit van een kampioen?

Het is een filosofie die in alle lagen van de club aanwezig moet zijn. Dan kan het zelfs noodzakelijk zijn om een koffiejuffrouw op non-actief te stellen, zo weet Co Adriaanse, die dat ooit deed bij Willem II. Bij de traditionele topclubs zijn normaal gesproken al de optimale omstandigheden gecreëerd. Bij de kampioenen van de laatste jaren die niet tot de traditionele topdrie behoorden, ligt dat bijvoorbeeld weer heel anders. Daar moest eerst een topklimaat worden geschapen. De ontwikkeling van FC Twente van middenmoot naar topclub heeft enkele jaren geduurd en ook het kampioenschap van een niet-topclub als AZ kwam niet zomaar uit de lucht vallen.

Uit de statistieken blijkt dat er bij de landstitels van AZ (2009) en FC Twente (2010) sprake was van een jarenlang proces. In Alkmaar werden met het kapitaal van Dirk Scheringa steeds nieuwe spelers aangetrokken en toptrainers als Co Adriaanse en Louis van Gaal benoemd, terwijl daarnaast aan de andere omstandigheden (stadion, management) werd gewerkt. Ook de ontwikkeling van FC Twente leerde dat aan het kampioenschap een voortraject van vele jaren voorafging. Het is een proces dat door eerdere topklasseringen steeds verder wordt uitgebouwd en geperfectioneerd. Hoe zit dat bij Vitesse? Wie kijkt naar de sportieve historie van Vitesse met de zevende plaats van vorig seizoen en de strijd tegen degradatie in de jaren daarvoor, beseft dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de ploeg hier al rijp genoeg voor is. De scherpte en kwaliteit die een ploeg moet hebben voor het veroveren van een kampioenschap, zijn nog niet één keer aanwezig geweest in Arnhem.

Trainer Fred Rutten legde ooit in Enschede de basis voor een topsportklimaat dat uiteindelijk zou uitmonden in de titel. Hij kan dan ook als geen ander beoordelen hoe ver de club op dit moment is. Voorafgaand aan het duel met Heerenveen gaf hij aan dat zijn groep nog totaal niet bezig was met het behalen van een eventuele koppositie in de Eredivisie. Het begrip kampioenschap leeft misschien bij een klein gedeelte van de buitenwacht, maar totaal niet in de kleedkamer. Dat is niet zo merkwaardig omdat de groep pas staat aan het begin van een lange weg. Rutten: Als ik vergelijk hoe de trainingen bij FC Twente en PSV waren, dan moet ik bekennen dat ik die hier in het begin in intensiteit en zwaarte zeker 25 procent heb moeten terugschakelen. Dat was nodig om geen blessures te veroorzaken. Op dit moment is de fysiek redelijk, maar we zitten nog niet aan de top.’

Voor de buitenwereld is Vitesse in de eerste plaats een handelshuis. Dat uitgangspunt lijkt moeilijk te kunnen samengaan met de ambitie van een hoge klassering. Misschien vertaalt zich dat nog het beste in de commotie rond sterspeler Wilfried Bony en zijn openlijke wens om de club te verlaten. Rutten haalt daar de schouders over op. ‘Dit soort dingen blijven toch niet beperkt tot Vitesse? Dit soort dingen speelt ook rond spelers bij de topclubs. Dat heb ik toch zelf meegemaakt’ reageert Rutten. ‘Ik kijk alleen maar naar mijn elftal en hoe mijn spelers daarin functioneren. Daar heb ik niets te klagen over Bony. Hij is belangrijk en beslissend, terwijl hij daarnaast ook gewoon zijn taken uitvoert.’

Heeft Vitesse de spelers voor een kampioensploeg?

Wilfried Bony is met acht treffers uit acht wedstrijden topscorer van de Eredivisie. En drie van die acht treffers maakte de Ivoriaan zaterdagavond tegen SC Heerenveen (3-3). Het eerste doelpunt bereidde hij zelf voor. Bony stapte eerst over de pass van Theo Janssen heen om zo de diepgaande Jan-Arie van der Heijden vrij te spelen. Daarna liep hij door om het passje van de linkspoot te verzilveren. En bij het tweede doelpunt kwam de voorzet van de linkerflank van Marco van Ginkel, de Ivoriaanse aanvaller was vervolgens in de lucht veel te sterk voor Arnold Kruiswijk en kopte de bal diagonaal in. En bij het derde doelpunt dwong Bony zelf de strafschop af door eerst slim voor Kruiswijk te kruipen en vervolgens scheidsrechter Liesveld te foppen met een duikeling. Het benutten van de strafschop was daarna geen probleem.

Bony verzorgde de gehele productie van de thuisploeg en in zijn drie treffers kwamen al zijn kwaliteiten bovendrijven. In het overstapje bij de eerste goal zaten het inzicht en het gevoel voor ruimte en het juiste moment. Bij zijn koptreffer kwam het aan op timing en fysieke kracht, en bij het eruit slepen van de penalty kwam de leepheid van de echte killer bovendrijven. Maakt dat van hem een topspits? Het heeft er alle schijn van dat hij dit seizoen die stap weleens kan maken, maar Wilfried Bony moet dat eerst nog allemaal bewijzen. Die twijfel is er nog steeds. De Ivoriaan heeft zich in de transferperiode laten gek maken door belangstelling van de Engelse club Aston Villa, maar het probleem voor Vitesse was dat er geen echt bod werd uitgebracht.

Aston Villa wilde slechts 250 duizend euro overmaken om de spits te huren, wat door Vitesse niet serieus werd genomen. Dat geeft meteen ook een beetje de status van Bony aan. Vorig seizoen maakte hij twaalf treffers in de Eredivisie. Evenveel als Glynor Plet en twintig (!) minder dan topscorer Bas Dost. Bony moet dit seizoen eerst maar eens zijn groei aantonen.

Maar met de Afrikaan is wel een van de weinige potentiële toppers in de selectie genoemd, terwijl juist de aanwezigheid van topspelers een voorwaarde is voor een succesvol elftal. Op Eredivisie-niveau had Ajax dat als kampioen van vorig seizoen met Jan Vertonghen, Christian Eriksen en Gregory van der Wiel. FC Twente had dat bijvoorbeeld in 2010 met Bryan Ruiz, Kenneth Perez, Theo Janssen en Douglas.

Bestudering van de selectie leert dat Vitesse behalve met Wilfried Bony hoogstens nog een paar potentiële topspelers heeft:

Marco van Ginkel – De middenvelder heeft in potentie alles. Hij heeft de diepgang, kopkracht en het scorend vermogen van een aanvallende middenvelder. Hij heeft de drive, hardheid en inzicht van een controlerende middenvelder. Van Ginkel is echter pas negentien jaar. Hij had vorig seizoen nog last van een groeispurt en komt dit seizoen steeds beter in zijn krachten. Het is ook nauwelijks een vraag óf hij ooit een international wordt, maar wannéér. Gezien zijn leeftijd is het nog te vroeg elke week een hoofdrol van hem te verwachten.

Tomas Kalas – De Tsjech is nog een van de weinige echte verdedigers die er in de Eredivisie rondloopt. Agressief, snel en voortdurend anticiperend waar de bal zal vallen en wat de aanvallers zullen doen. Op dat gebied is hij een enorm talent. Als centrale verdediger. Als rechtsback is dat allemaal wat minder. Vooral in balbezit heeft Kalas moeite om de juiste keuze te maken.

Jonathan Reis – Het supertalent is nog steeds maar 23 jaar. Hij heeft nog steeds de potentie om na zijn zware knieblessure zijn belofte in te lossen en Vitesse heeft daar ook op ingezet. De Braziliaan is vastgelegd tot medio 2016 en trainer Rutten laat hem tot nu toe iedere wedstrijd spelen in de overtuiging dat hij zo steeds sterker en beter zal worden. Reis heeft zijn trainer echter nog steeds niet terugbetaald.

Verder heeft Vitesse een aantal subtoppers:
Theo Janssen – De linkspoot was in het seizoen 2010/11 de beste voetballer van de Eredivisie. Als speler van FC Twente was hij niet alleen spelbepalend maar ook resultaatbe-palend met treffers en assists. Zijn seizoen bij Ajax heeft hem daarna geen goed gedaan, in Amsterdam heeft de middenvelder een deel van zijn drive en inhoud ingeleverd. Theo Janssen is inmiddels 31 jaar en heeft nog steeds een fabelachtige traptechniek en een uitstekend inzicht.

Piet Velthuizen – De doelman speelde op 5 september 2009 tegen Japan zijn enige interland. Een mislukt avontuur bij de Spaanse club Hércules Ali-cante heeft zijn carrière achteruit geworpen, maar de doelman is pas 25 jaar en is aan zijn tweede leven bij Vitesse begonnen. Tegen Utrecht won hij twee punten voor zijn ploeg met een fabelachtige redding in de blessuretijd. Tegen Heerenveen verloor hij twee punten door mis te tasten bij een vrije trap van Sven Kums.

Verder heeft een groot gedeelte van de basisploeg van zaterdag nog alles te bewijzen:

Guram Kashia – De Georgische aanvoerder van de ploeg beleefde een moeilijke start toen hij in de zomer van 2010 samen met eigenaar Merab Jordania binnenkwam. Als rechtsback maakte hij een onstuimige indruk en maakte vooral veel verkeerde keuzes. Die Kashia bestaat niet meer. De Georgiër heeft zich ontwikkeld tot een betrouwbare Eredivisieverdediger. Jan-Arie van der Heijden – De linkspoot is eigenlijk een creatieve middenvelder met een uitstekend gevoel voor tijd en ruimte, die de bal het werk laat doen. Dat is ook zijn meerwaarde als centrale verdediger. Zaterdag toonden Alfred Finnbogason en Filip Djuricic ook zijn defensieve kwetsbaarheid aan tijdens de eerste helft van het duel tegen Heerenveen.

Patrick van Aanholt – De 22-jarige linksback van Chelsea heeft een enorme drang naar voren, maar is defensief erg kwetsbaar.

Renato Ibarra – De Ecuadoriaan had nogal wat aanpassingsproblemen. Hij is duidelijk opgeleid in een 4-4-2 concept, waarbij het op de flank aankwam op het bespelen van de grote ruimte. Dat is terug te zien. Ibarra is snel en heeft een enorm loopvermogen. Hij mist echter de fijne techniek om een back uit te spelen in de kleine ruimte. Zijn gebrek aan rendement (vorig seizoen gaf hij slechts twee assists) is tekenend. Ibarra is echter pas 21 jaar en past zich steeds beter aan.

Mike Havenaar – Hoewel de Japanner met de Nederlandse vader nog moet vechten voor een basisplaats heeft hij wel degelijk een grote potentie. Zijn lengte en sprongkracht maken hem moeilijk af te stoppen in de lucht. Hoe dominanter Vitesse speelt, des te beter Havenaar zal functioneren.

Fred Rutten heeft een verder aantal alternatieven achter de hand op de bank:

Simon Cziommer – De ervaren middenvelder was een vaste keuze in de eerste duels van het seizoen. Niet als nummer 10, maar als defensieve middenvelder. De 31-jarige Cziommer is een van die routiniers die weet hoe het groepsproces werkt en niet dwars gaat liggen als hij op de bank zit. Zijn ervaring kan nog goed van pas komen.

Davy Pröpper – De middenvelder was ooit een grote belofte maar is voorbij gestoken door Marco van Ginkel. Pröpper wordt wel regelmatig gebruikt als linkerflankspeler. In een elftal met zo veel aanvallend ingestelde spelers moet hij dan voor de balans zorgen.

Michihiro Yasuda – De Japanner is rechts maar kan op beide flanken als verdediger uit de voeten. Door zijn multifunctionaliteit en instelling is hij uiterst bruikbaar voor Rutten. Maar als basisspeler is hij zelden een versterking.

Frank van der Struijk – De verdediger is geen topper, maar lijkt alle stormen te overleven in Arnhem. Hij was een vaste keuze als rechtsback in begin van seizoen, maar is uitgeschakeld door een gebroken middenvoetsbeentje.

Giorgi Chanturia – De Georgiër heeft alweer zo veel slechte wedstrijden achter de rug dat niemand zich zijn spectaculaire entree nog kan herinneren. De linksbenige buitenspeler is vanwege een uitbarsting in het tweede elftal geschorst tot 12 november.

Nicky Hofs – Het leek er aanvankelijk op dat de Arnhemmer geen nieuw contract zou krijgen, maar Hofs heeft zich terug geknokt. Hij is een van die spelers die ook als invaller een wedstrijd kan openbreken, maar die als basisspeler nooit een zekerheid is.

Eloy Room – De pas 23-jarige reservedoelman heeft al 46 Eredivisiewedstrijden onder de lat van Vitesse gestaan.

Dan Mori – Een 23-jarige Israëlische centrale verdediger die is losgeweekt van Bnei Yehuda Tel Aviv.

Het is een aardige verzameling spelers waar heel veel in zit, namelijk lengte en kopkracht (Havenaar, Van Ginkel, Bony), hardheid (Kalas, Van Ginkel, Kashia, Janssen), diepgang (Van Ginkel, Ibarra), snelheid (Ibarra), routine (Janssen, Cziommer) en jeugdige ambitie. Heel veel, maar niet alles. Wie de selectie van Vitesse naast die van PSV, FC Twente en Ajax legt, stelt vast dat de Arnhemmers het simpelweg afleggen in individuele kwaliteit. Slechts Bony zou bij die Nederlandse topclubs een onbetwiste basisspeler zijn, terwijl verder alleen Van Ginkel, Kalas of Janssen een kans zouden maken. Er zal in Arnhem nog behoorlijk worden doorgeselecteerd om een kampioensploeg samen te stellen.

Heeft Vitesse het spelconcept van een kampioen?

De kampioen van Nederland veroverde de laatste tien jaar na 34 duels minstens 72 punten, maakte meer dan zestig goals en kreeg er hoogstens dertig tegen. Alleen Ajax was vorig jaar kampioen met 36 tegengoals, het hoogste aantal in de laatste tien jaar. Daar stond tegenover dat de Amsterdammers ook 93 keer scoorden.

Is Vitesse daartoe in staat? Heeft de ploeg voldoende scorend vermogen om elke wedstrijd gemiddeld twee keer te scoren en daarnaast ook de defensieve stabiliteit om gemiddeld slechts één treffer te incasseren? Vitesse veroverde na acht duels tot nu toe achttien punten, maakte vijftien doelpunten en kreeg er zeven tegen. De waarheid gebiedt te zeggen dat de ploeg echter nog steeds niet tegen een van de topclubs (Ajax, FC Twente, PSV) heeft gespeeld. Rutten: ‘Ik vind het nog veel te vroeg om te zeggen waar we staan of te beoordelen hoe sterk we zijn. Er komt nu een reeks wedstrijden aan met tegenstanders als NAC Breda, AZ, Ajax, FC Twente, NEC en PSV. Ik denk dat je na die duels een beetje kunt zeggen waar we staan.’

Om het doel te bereiken hanteert Rutten een 4-2-3-1 concept en een manier van spelen die bijna compleet tegengesteld is aan wat zijn voorganger John van den Brom deed. Vorig seizoen was Vitesse een ploeg die slechts bij uitzondering aanvallend en dominant speelde (tegen VW-Venlo), maar zich verder in principe bij balverlies terugtrok voor keeper Piet Velthuizen. In balbezit werd dan vooral gegokt op de counter. De doelcijfers van 48-43 spraken wat dat betreft boekdelen. Vitesse scoorde minder dan Roda JC, FC Utrecht en Heracles Almelo die alle drie lager op de ranglijst stonden. Met de komst van Fred Rutten is dat allemaal veranderd. De oud-coach van onder meer PSV kiest voor een aanvallend concept dat past bij de ambities. Het is zelfs wel erg aanvallend als je kijkt naar de spelers die zaterdagavond tegen Heerenveen speelden. Zo is Jan-Arie van der Heijden, opgeleid als een creatieve verbindingsspeler bij Ajax, de inschuivende centrale verdediger en fungeren Theo Janssen en Marco van Ginkel als de twee controleurs. Daarvóór is Wilfried Bony de nummer 10 die spits Jonathan Reis moet ondersteunen en zijn Mike Havenaar en Renato Ibarra de buitenspelers. Dat is door de keuze van de spelers een ongelooflijk gewaagd en aanvallend geheel. Rutten: ‘Ik besef dat dit voor de ploeg na vorig seizoen een enorme overgang is, maar de mensen die mij kennen als trainer weten dat ik bij mijn voorgaande clubs ook die lijn van werken had. Het gaat er gewoon om dat je al die spelers wel leert om hun taken uit te voeren. Ze moeten zich daarvoor verantwoordelijk voelen en in eerste instantie geef ik iedereen het vertrouwen.’

Wanneer al die creatieve spelers hun defensieve verantwoordelijkheden kennen, krijgt Rut ten daar dus een elftal vol met goede spelers voor terug. Toch is dat een proces dat nog lang niet af is, zo bleek tegen Heerenveen. De Friezen speelden in een 5-3-2 formatie en vooral in de eerste helft werd Vitesse keer op keer verrast in de omschakeling. De twee centrale verdedigers Kashia en Van der Heijden werden vaak uit elkaar gespeeld door het spitsenduo Finnbogason-Djuricic, de backs knepen daardoor naar binnen waardoor er weer ruimte op de flanken kwam voor opkomende Heerenveen-spelers. Vitesse kreeg drie doelpunten tegen. Dat is natuurlijk veel te veel voor een kampioen. Het is dan ook de vraag of Fred Rutten al uitgepuzzeld is.

Conclusie

Is Vitesse al rijp en evenwichtig genoeg voor de titel? Dat is zeer onwaarschijnlijk. De ploeg heeft onvoldoende individuele kwaliteit in huis, is mentaal nog niet klaar voor de titel en gelooft daar ook zelf nog niet in. Bovendien is het huidige elftal ook nog niet geheel in balans en geeft het achterin te veel weg. Keeper Piet Velthuizen heeft het nog te druk. Vitesse wil het na de zevende plaats van vorig seizoen in ieder geval beter doen. Dat is misschien geen spectaculaire ambitie maar wel een heel realistische.

Ploeg moet zich vooral defensief verbeteren
In de eerste zeven competitiewedstrijden heeft Vitesse 92 scoringspogingen ondernomen. In vergelijking PSV is dat heel mager, maar de ploeg ligt daarmee qua aanvallende kracht niet ver achter op Ajax (98) en FC Twente (96). Zorgelijker zijn de defensieve cijfers van de eerste zeven duels. Het rendement van scoringspogingen van de tegenstander van slechts vier procent geeft aan dat Piet Velthuizen uitstekend werk verricht. Het cijfer van honderd scoringspogingen is echter alarmerend. Slechts NAC Breda stond meer scoringspogingen van de tegenstander toe. En wie kijkt naar de cijfers van Ajax (59), PSV (45) en FC Twente (58), beseft dat dit moet verbeteren wil Vitesse een rol van betekenis spelen. Die defensieve kwetsbaarheid werd bovendien bevestigd in de laatste wedstrijd van afgelopen zaterdag tegen SC Heerenveen die in dit overzicht niet is opgenomen. In dat duel incasseerde Vitesse drie tegentreffers.

Voetbal International magazine wk 41 / Foto’s SV

Hoofdsponsor: