Kaya wacht op bod van Vitesse
Onur Kaya is bezig aan de laatste maanden van zijn contract bij Vitesse. „ Ik heb begrepen dat Vitesse wil praten, maar de club is daarvoor nog niet bij me gekomen”, verklaarde de middenvelder zaterdagavond na zijn heldenrol in het treffen met Heracles Almelo ( 1- 2). „ Ik wil best wel blijven. Ik heb me goed teruggeknokt in het elftal. Hopelijk krijg ik daarvoor de waardering.” De Kleine Tovenaar uit Brussel verruilde in 2002 de jeugdopleiding van Anderlecht voor die van Vitesse. Onder trainer Aad de Mos leek hij op spectaculaire wijze door te breken in Arnhem, maar belandde hij net zo snel en verrassend weer op de bank. Veel kleine blessures wierpen hem telkens terug, waardoor de Belgische voetballer met de Turkse roots nimmer onomstreden werd. „ Je kunt wel zeggen dat ik vaak geblesseerd ben, maar ik heb ook geen kans gehad”, aldus Kaya.
„Het klopt dat ik veel kleine blessures heb gehad. Maar vorig seizoen speelde ik best goed in het tweede elftal. Toch kreeg ik geen kans.”
Tijdens de voorbereiding op dit seizoen leek Kaya andermaal veroordeeld tot een bijrol. Vitesse wilde hem graag verhuren, Edward Struring wilde hem meenemen naar FC Volendam, maar de spelverdeler bedankte voor een overstap naar de eerste divisie.
„Ik wilde blijven om te bewijzen dat ik een goede speler ben”, aldus Kaya. „ De eerste divisie, dat is ook geen spel voor mij. Daar voel ik me te goed voor.”
Daar voegde hij meteen aan toe: „Ik heb de juiste keuze gemaakt.”
In de periode voor de winterstop keerde Kaya terug in het elftal.
Een liesblessure hield hem vorige week bij de derby tegen NEC in Nijmegen nog aan de kant, maar zaterdag verscheen hij weer aan de start. Een rake uithaal met links en eentje met rechts bleken voldoende voor een belangrijke driepunter van Vitesse. „ Het is lang geleden dat ik in de eredivisie gescoord had”, lachte Kaya. „Dat was in het seizoen 2006- 2007, Groningen thuis.” Inderdaad, op 21 januari 2007. Drie jaar later beleefde Kaya in Almelo zijn mooiste dag bij Vitesse. Toch? „Dat kun je zo wel noemen. Ik heb het geluk gehad dat er blessures waren in de ploeg, waardoor ik aan spelen ben toegekomen. Nu hoop ik dat de clubleiding ziet wat ik kan.”