Vitesse verrast op een kwart van het seizoen met de gedeelde koppositie. De Duitse wind die over Papendal waait, slaat aan. Twee voormalig trainers van de Arnhemse club over het eclatante succes.
Na acht wedstrijden prijkt Vitesse samen met Ajax aan kop van de eredivisie. Met zeven overwinningen is de selectie van Thomas Letsch tot nu toe de verrassing van het seizoen. Vitesse incasseerde pas vijf tegengoals. Ook in dat opzicht horen de Arnhemmers bij de besten. Henk Fraser, die in 2017 de beker won met Vitesse, volgt zijn voormalig werkgever nog altijd op de voet.
Langere periode
“Ze staan altijd goed georganiseerd”, zegt de coach van Sparta. “Ik vind ze dit seizoen echt sterk en heb ook wel het gevoel dat ze het lang gaan volhouden. Het is meer dan terecht dat Vitesse hier nu staat en ik gun het ze ook. Ik ben er dan minder leuk vertrokken, maar de mooie dingen overheersen en met veel mensen van Vitesse heb ik nog steeds goed contact.”
“De manier van spelen bevalt me wel”, meldt Aad de Mos die Vitesse tussen 2006 en 2008 onder zijn hoede had. “Letsch laat Vitesse met meer druk naar voren spelen dan Schmidt bij PSV. Dat heeft hij bijvoorbeeld in de Arena tegen Ajax laten zien. Je ziet weinig andere namen, het is herkenbaar. Maar ik wil het over een langere termijn zien. Dan gaan we de rekening eens opmaken. Het wordt interessant als ze een wedstrijd verliezen. Hoe reageren ze dan? Vaak als je het niet verwacht, loop je tegen een zeperd op.”
People management
De Mos, na een lange trainersloopbaan tegenwoordig al jaren analist, is onder de indruk van de Duitse leiding in Arnhem. “Je ziet bij Vitesse heel duidelijk het handschrift van de coach. Tegen Emmen en Ajax zie ik dezelfde dingen. Daarnaast beheerst Letsch het people management, want ik hoor hem ook praten over Rasmussen en Doekhi en dus niet alleen over Tannane. Die krijgt nu zoveel aandacht, maar valt ook op door het functioneren van anderen. Bij ADO zou Tannane als een verdwaasde rondlopen. Bazoer? Ik zie hem nog steeds domme overtredingen maken en rare dingen doen. Dat kan hem zomaar gaan opbreken en dan voorspel ik een clash met de trainer. Het zit bij hem toch tussen de oren.”
Fraser tilt Tannane er wel nadrukkelijk uit. “Ik was trainer van onder 19 bij PSV toen ik hem in Eindhoven heb leren kennen. Hij maakt bij Vitesse het verschil, vind ik. Een man kunnen uitspelen en die bal even wat langer vasthouden is zo belangrijk. Dat beheerst hij natuurlijk. Tannane is in staat het tegenstanders heel lastig maken en soms doet hij dat ook met een trainer. Maar ik hou daar juist van en kan er ook wel mee omgaan.”
Dat Tannane onlangs ook uit de bocht vloog na kritiek op de scheidsrechter en met rood kon inrukken, kan niet op goedkeuring van Fraser rekenen. “Dat mag gewoon niet gebeuren, al kon ik het in die situatie ook nog enigszins begrijpen. Of hij de top drie kan halen? Ik denk het wel, maar daar is veel voor nodig en professioneel gedrag hoort daar zeker bij. Dat zal hij moeten beseffen.”
Overdreven
Na het countervoetbal van Leonid Slutskiy speelt Vitesse nu het zogeheten ‘vollgasfussball’. Kernwoorden op Papendal zijn dit seizoen “intensiteit en pressing’ volgens de filosofie van Red Bull. Fraser kan er weinig mee. “Het is echt niet zoveel anders en of er nu Chinezen of Duitsers aan het roer staan, dat interesseert me niet zo. Vaak worden dit soort dingen mooier gemaakt dan ze in werkelijkheid zijn. Het is wat overdreven. FC Twente speelt ook dynamisch voetbal met veel drive, dat is juist ook Nederlands.”
Snelheid aan techniek
De Duitse wind die tegenwoordig over Vitesse raast, wordt er door De Mos wel specifiek uitgelicht. De technisch directeur krijgt lof toegezwaaid van de Hagenaar. “Over Johannes Spors lees ik niks. Ja, in bepaalde praatprogramma’s wordt hij afgemaakt, maar die hebben geen kijk op het spelletje. Je hebt een technisch directeur en je hebt DE technisch directeur. Zoals ook Jan Streuer bij FC Twente die met een aantal gehuurde spelers de krenten uit de pap haalt. Ook bij Vitesse zie ik dat de juiste spelers zijn gehaald. Voorin zijn Darfalou, Openda en ook Broja verschrikkelijk voor een verdediger. Ze zitten altijd in je rug en je weet dus nooit waar ze zijn. Daarnaast koppelen ze snelheid aan techniek.”
“Ik hoor Duitse trainers vaak zinnige dingen zeggen. Het is meestal meer inhoudelijk dan andere trainers in de eredivisie. Dat zijn vaak algemeenheden. Maar als ik Letsch of Wormuth van Heracles hoor praten, zijn dat geen fake verhalen”, stelt De Mos. “Alleen moet ik het dus wel over een langere periode zien en pas als je bij verschillende clubs hebt gepresteerd ben je een toptrainer. Alles kan ook zo weer de andere kant op vallen.”
Kwaliteit erbovenop
Voorlopig is Vitesse echter de surprise van het nog prille seizoen. Toch was er de afgelopen jaren wel vaker sprake van de koppositie. Dat lukte kortstondig in 2013 onder Fred Rutten en ook even toen Peter Bosz de scepter zwaaide. Vitesse eindigde één keer bij de eerste drie. Henk ten Cate leidde de Arnhemse club in 1998 naar een historische derde plaats.
“De laatste stap zetten is het moeilijkst”, zegt Fraser die zelf in de top speelde bij Feyenoord. De Rotterdammer noemde de ambities van de clubleiding van Vitesse wel eens onrealistisch. “Waar het omgaat is een ploeg bij elkaar houden en er dan nog eens kwaliteit bovenop halen. Dat is moeilijk, want je hoeft alleen maar naar het verschil in begrotingen te kijken met Ajax en PSV. Toen Rashica en Van Wolfswinkel weggingen, raakten we 80 procent van de goals kwijt. Een speler als Nkamba vertrok, dan kun je de stap nooit maken.”
“Tegelijkertijd is het vanzelfsprekend dat een eigenaar probeert ook winst te maken”, weet Fraser. “De top drie aanvallen? Het wordt al vele jaren geprobeerd door clubs als Utrecht, AZ en Vitesse, maar het is echt lastig. In het begin zie je vaak dat er een aantal reuzenstappen wordt gezet, maar later zie je ook dat de verbeteringen minimaal zijn.”
Aad de Mos met voormalig Vitesse-aanvaller Zang