Aanvoerder Pasveer: ‘Ik eis van mijn jongens dat ze scherp zijn’

Wie speelt het mooiste voetbal in Nederland?

‘Haha, wie denk je? Ik antwoord hetzelfde als veel andere mensen. Maar mijn mening is gekleurd. Ik ben in elk geval onderdeel van een heel bijzondere groep. Ik vind dat we echt fijn voetbal spelen. Dat hoor je ook overal terug. Er is een plan en we gaan daar volledig voor. Ik denk dat dit echt iets is om voor naar het stadion te komen. Er gebeurt wat, er vallen doelpunten. We gaan op jacht. Nogmaals, ik ben niet objectief, maar we spelen met lef. Echt leuk.’

Ik daag je uit, maar waarom mag je niet zeggen dat je zo lang mogelijk voor de titel wil gaan?

‘Serieus? Dat hebben we vorig jaar toch wel gezien? Stonden we na tien wedstrijden ook ergens bovenaan.’

Dat kun je niet vergelijken. Destijds speelden jullie wedstrijden die regelrechte berovingen waren. Dit jaar is niets gestolen.

‘Daar heb je een punt, maar een seizoen is lang. In januari gaat de transfermarkt weer open. Je wordt toch gezien door andere clubs. We kunnen jongens als Oussama Tannane en Riechedly Bazoer niet verstoppen. Stel dat die worden weggekocht. Die jongens hebben ook ambities. Ik hoop dat we het bij elkaar houden, we zijn met iets leuks bezig. Dan wil je ook graag door. Maar voor nu zien we na Groningen wel verder. Zo staan we erin.’

Jullie hebben PSV en Ajax al gehad en doen voor niemand onder. Er komt een moment dat je gaat denken aan meer dan Europees voetbal?

‘We zijn net onderweg. Er komt nu meer aandacht en laten we eerst maar eens gewoon blijven doen. Waar je staat, weet je pas aan het einde van het seizoen. Ajax is natuurlijk met die enorme selectie en al die kwaliteit normaal gesproken de beste. Alleen al qua budget zo ver weg. Maar op het veld waren we niet minder. Daar gaat het uiteindelijk om. En vergis je niet, Feyenoord staat er ook goed voor. Het is minder sprankelend, maar heel degelijk en het levert punten op. Ze staan er maar drie achter. Dat doen ze goed. Ik vind ook AZ geweldig spelen, maar die hebben al veel ingeleverd tegen de kleintjes. Dat zullen ze ergens terug moeten halen. Voorlopig is Europees voetbal halen ons doel.’

Je naam werd zelfs even genoemd als derde doelman van Oranje, na het wegvallen van Justin Bijlow.

‘Ik heb wel een keer op een lijst gestaan om in de gaten te houden, in mijn tijd bij Heracles. Maar joh, waar gaat het over? Daar ben ik echt niet mee bezig geweest.’

In een extreem aanvallend systeem ben je de minst gepasseerde doelman van Nederland.

‘Het staat ook als een huis. We zijn een hecht team, zolang we honderd procent geven. Je hoort er steeds meer mensen over, dat is leuk.’

Ben je de beste Pasveer ooit?

‘Weet ik niet, dat is moeilijk meetbaar. Bij PSV was ik ook goed, maar daar speelde ik niet. Dat is een beetje de pijn. Je kunt nooit zeggen waar je had gestaan als je wél had gespeeld. Maar dat het lekker gaat, is een gegeven. Al ligt dat niet alleen aan jezelf. Ik moet wel zeggen dat het gevoel in de groep compleet anders is. De structuren in de club zijn veel duidelijker, opener ook. En ja, we voetballen echt veel beter. Je ziet dat we als team erg gegroeid zijn, dat geeft veel positivisme. Dat enorm grote groepsproces, dat vind ik het mooiste om mee te maken.’

Hoe kan dat in hemelsnaam zo snel?

‘Gevoel. Het gevoel dat is ontstaan bij de jongens. We hebben een langere voorbereiding gehad, zijn op een trainingskamp geweest waar we geen bal hebben geraakt. We hebben andere dingen gedaan. De trainer (Thomas Letsch, red.) heeft met iedereen gepraat. Zijn trainingen waren meteen duidelijk in lijn met de speelwijze. Er is veel variatie in het spelletje. Daar krijg je enorme energie van, omdat het leuk is. Als je eerste drie wedstrijden dan verliest, is het andersom. Maar gaat het goed, dan kom je in flow. Dan is het aanstekelijk en ben je weg.’

Hoe verliep dat eerste gesprek tussen Letsch en jou?

‘Goed. Hij had zich verdiept in mij. Ik was heel benieuwd hoe hij het spel zag, en wat hij voor ogen had was meteen goed. Met drie man achterop, prachtig. Veel deed me denken aan hoe Peter Bosz bij Heracles wilde spelen. Dat past mij, daar zit spelplezier in. Ik zag het voor me. Hij heeft ook slimme dingen gedaan. Niet met Bazoer en Tannane samen op het midden, maar met Bazoer achterin. Daaromheen sterkhouders die de organisatie bewaken. Hij heeft een heel duidelijk spel voor ogen. Het aanvallen van tegenstanders die de bal hebben, gaat alleen als je allemaal echt honderd procent meedoet. Dat heeft hij goed erin geslepen door veel vertrouwen te geven. Het loopt fantastisch.’

Alle vijf inkomende transfers waren raak. Er lijkt heel goed nagedacht.

‘Eens. En nogmaals: als het goed gaat, komen kwaliteiten beter uit. Loïs Openda en Armando Broja kunnen goals maken, net als veel anderen. We zijn niet meer afhankelijk van een paar mensen. Het mooie vind ik dat het allemaal past. Maxi Wittek staat als linksback hoger, dat is al een heel verschil. Eli Dasa is ook belangrijk in het spel vooruit. Achterin zijn we belangrijk om die restverdediging en zones te bewaken. We hebben er met Jakob Rasmussen ook een beest bij. Een echte winnaar, die in de kleedkamer in Tilburg al het woord pakte. Bazoer was er al, maar zijn nieuwe positie is natuurlijk wel een uitvinding. Hij moet het spel van achteruit verdelen. Op het middenveld heeft Tannane ruimte om acties te maken. En ook als die jongens afvallen, hebben we bewezen dat we het kunnen opvangen. De mensen die erbij zijn gekomen, maken het verschil steeds weer. Dat zegt ook veel.’

Jij bent de aanvoerder die tot de aanvallers aan toe non stop aan het coachen is.

‘Je kijkt naar je tegenstander. Als je bal niet hebt, zet je het zo goed mogelijk neer. Je moet ze ook scherp houden, ze moeten het gevoel hebben dat ik erachter zit. Het is zo belangrijk: een stapje naar links of rechts, zodat de bal niet gespeeld kan worden. Rasmussen moet met Sondre Tronstad praten. Dan hoop ik dat het doorschuift. Iedereen die iemand vóór zich heeft, moet die man ook coachen.’

Je bent geen liefhebber van slidings. We horen vaak: ‘No sliding’.

‘Ja, tegen FC Emmen weer met Tronstad. Ik ben er niet tegen, maar bij een sliding moet je honderd procent zeker weten dat je de bal hebt, anders ben je uitgespeeld. Blijf je staan, dan kun je nog druk zetten bij een tegenstander, het hem lastig maken. Dus de regel bij ons is: geen sliding.’

Een andere klassieker deze competitie is: press, press, press. Waarom schreeuwt een doelman dat naar aanvallers?

‘Omdat ik het overzicht heb en je dat samen moet doen. Als de posities achterin zijn ingenomen, dan kan het. Soms weet je, zoals tegen Ajax, dat het geen zin heeft steeds druk te zetten. Als je druk zet, moet dat vol, met bravoure. Zó hevig dat ze bij de tegenstander schrikken. En dan helpt schreeuwen. Zeker als je dat van meerdere kanten hoort. Ik noem ook vaak een naam. Ik eis van mijn jongens dat ze scherp zijn. Als je iemand je naam hoort schreeuwen, dan ben je een stuk alerter.’

De outcoming van een coach?

‘Letsch vraagt me altijd wel hoe hij de opstelling moet doen, haha. Maar dat trekt me nog niet, ik heb veel te veel plezier in het spelletje. Ik ben daar nog helemaal niet mee bezig.’

PSV trekt wel toch?

‘Ik heb Toon Gerbrands inderdaad een keer gesproken bij Heracles-PSV. “Als je straks gestopt bent, zoek maar contact”, was zijn boodschap. Hij houdt van jongens met een mening die van het spelletje houden. Heeft hij met Stijn Schaars ook gedaan, die zit nu dus bij PSV. Stijn is een goede vriend en we zitten op één lijn over hoe we het spelletje zien. Dat zal wel een klik kunnen zijn. Vind ik interessant.’

Je wilde begin dit jaar een avontuur in het buitenland. Dit had je ook niet kunnen voorzien.

‘Dit voelt heel goed, zeker met de nieuwe mensen die er nu zijn, die hebben daar een erg belangrijke rol in gespeeld. De menselijke maat is voor mij belangrijk.’

Toch even kietelen, want dit is geen gewoon seizoen. Stel dat jullie nog even zo doorgaan. In de tweede seizoenshelft mag de topvier pas tegen elkaar.

‘Daarom. Je gaat gekke dingen krijgen met corona. Dat heb je nu al gezien. Wij hebben onze portie ook al gehad. Natuurlijk krijg je dan al die topwedstrijden er nog eens bovenop en als je de boel bij elkaar kan houden, willen we het ook zo lang mogelijk volhouden. Maar pas in februari kunnen we – als het zo doorgaat – de doelstelling nog altijd veranderen naar plaats 1 of 2.’

Nu staan er nog twee journalisten langs de lijn. Dat wordt anders. Er ontstaan verwachtingen, kan deze ploeg daar ook mee omgaan?

‘Natuurlijk spreek je daar intern over. Ik zeker. Dat we normaal moeten doen, geen gekke dingen roepen of doen. Als het goed is, moet je genieten, maar met mate. Dat we goed bezig zijn en dat het als een huis staat, is een gegeven. Ik denk dat we zelfs drie punten te weinig hebben.’

Dan heb je het over de 2-1 nederlaag bij Ajax? Dat was de enige ploeg die punten pakte tegen Vitesse.

‘We hebben die avond heel veel geleerd. Het was een van de eerste competitiewedstrijden. Dan ben je benieuwd, met zo’n gedurfd systeem. We hadden het gevoel dat we meegingen en -konden met Ajax. En dat in dit systeem. Kom je daar na een kwartier met 3-0 achter, dan ontstaat er misschien wantrouwen. Maar nu komt er elke wedstrijd voor procenten aan geloof bij. We hebben ons in Amsterdam te veel laten meeslepen. Te veel opstootjes toegestaan. We stonden met een man meer, hadden die wedstrijd dood moeten maken en op zoek moeten gaan naar momenten. We hadden koeler moeten blijven.’

Nederlagen zijn vaak de beste lessen, toch?

‘In dit geval was het dubbel. Want los van de uitslag was het een bevestiging dat deze speelstijl ook werkte tegen grotere teams en dat vertrouwen neem je mee naar de volgende wedstrijd. Dat was de winst.’

Voorheen lieten jullie het daarna liggen tegen de kleintjes.

‘Precies. Nu niet meer. Dat is heel positief. We zijn een blok, geen losse bv’tjes meer. We werken echt samen als team, daardoor win je de wedstrijden die je op papier móét winnen ook zonder veel moeite. Ook als we, zoals tegen ADO Den Haag en Emmen, met een man minder komen te staan. We stoppen er heel veel energie in.’

Iets anders: Bazoer moet in deze vorm toch ook makkelijk meekunnen met Oranje?

‘Deze Bazoer kun je zó bij Oranje nemen. Honderd procent. Hij staat met een lach op het veld, denkt in het teambelang, is fitter dan ooit en zó ontzettend slim en goed. Qua positie, qua duels. De meeste mensen zien wat hij aan de bal doet, maar let ook eens op waar hij loopt. Wat hij dit seizoen laat zien, is net zoals Tannane van hoog niveau. Die twee zijn niet onmisbaar, maar zij brengen echt zoveel extra’s, waardoor je gaat domineren, waardoor je gemakkelijk gaat scoren.’

Waardoor je ook twee keer met tien man komt te staan. Of is dat flauw?

‘Ik vind het jammer dat mensen schrijven over hun zogenaamde mindere kanten. Iedereen heeft wel iets. Ik kijk net als de trainer liever naar die 99 dingen die wél goed gaan. Als club hebben we laten zien dat ze zich op hun gemak kunnen voelen en respect krijgen. Ze hebben een scherp randje, nou en? Het is heerlijk om met ze te spelen, ook zij zijn nu veel meer bezig met het team, dat is ons grote succes: dat we een team zijn.’

Er is zo’n gezegde dat je met jungletijgers wél wedstrijden wint en met gekooide tijgers niet.

‘Ik ben het daar deels mee eens, maar ik denk dat als je elf jungletijgers tegen die anderen zet, ze het ook niet gaan winnen. Dan gaat het ontploffen. Een goede mix, waarbij deze jongens het verschil maken en de rest meenemen, is nu juist geweldig en die mix hebben we. Als Bazoer er onterecht uit moet tegen Emmen, loopt hij rustig weg en knokken wij daarna ook extra voor hem.’

Je vriendin werkt in de zorg. Hoe beleef jij deze rare tijden?

‘Ik zit een beetje in een bubbel. Je wil blijven voetballen, dus ik zie alleen familie en wat goede vrienden. Ik heb ook vrienden in de horeca, die hebben het lastig. De zorg staat flink onder druk, dat krijg ik al vanaf het begin mee van mijn vriendin. Als je ziet hoe ze daarmee omgaan, dat doen ze heel goed. Het is ergens raar om door te voetballen, maar ook een voorrecht. De controles zijn scherp, je gaat heel snel in quarantaine. We worden de hele tijd gecontroleerd. Zitten in aparte kleedkamers en doen alles wat mogelijk is.’

En toch raakt ook het virus Vitesse.

‘Ja, op een gegeven moment moest technisch directeur Johannes Spors zelfs op de bank gaan zitten. De hele week voor Ajax was Letsch ook thuis. Maar ook Tannane en Danilho Doekhi hebben we door corona al moeten missen. Je hoopt dat het niet gebeurt, maar uiteindelijk denk ik dat we het allemaal een keer krijgen. Als je het zo kan schakelen dat het twee spelers per week zijn, dan is dat is dat prettiger dan zeven of acht tegelijk.’

Je zocht avontuur en vond het waar je al was. Je contract loopt af. Is er een kans dat je alsnog je koffers pakt?

‘Ik weet niet of Johannes daar blij mee zou zijn. Zoals het nu gaat, zou ik voor mijn gevoel niet snel weggaan. Je draait bovenin mee, in je achterhoofd roept toch een stemmetje: Wat als? Er zijn vreemdere dingen gebeurd in het voetbal. Dat wat als-gevoel kriebelt en dan wil je daar graag deel van uitmaken. Dus wil ik iets overwegen, dan moet er echt een grote club komen. Al ben ik natuurlijk wel reëel daarin.’

Je had de vader kunnen zijn van sommige mannetjes hier. De Buffon van Vitesse, werd je in De Gelderlander al genoemd.

‘Ik zag de kop langskomen, die werd me al doorgestuurd. Ik doe er al heel lang heel veel voor, gewoon wat eerder opwarmen bij de trainingen, extra trainen. Ik voel me ijzersterk. Zolang ik fit ben en de jongens kan bijhouden, ga ik lekker door. Zodra dat niet meer lukt, ben ik direct weg. Maar zover is het nog lang niet.’

Wel zuur dat je nu met Vitesse geen volle zalen kan trekken.

‘Ja, het enthousiasme is groot. Ik denk dat we veel inkomstem mislopen. Aan de andere kant kunnen onze supporters nu thuis genieten van de club. Hopelijk geeft dat ook wat energie in deze moeilijke tijden. Ach, weet je, we zijn er allemaal wel helemaal klaar mee.’