KNVB: niet pietluttig fluiten
"Laat een wedstrijd lopen, maar grijp direct in wanneer een overtreding daar echt aanleiding toe geeft, ongeacht de plaats van de overtreding of het tijdstip in de wedstrijd", valt te lezen in de richtlijnen van de bond.
Om het tempo in de wedstrijd omhoog te laten gaan, moeten scheidsrechters gele kaarten geven voor bewust vertragend gedrag bij dode spelmomenten. Daaronder verstaat de KNVB bijvoorbeeld het wegtrappen of weggooien van de bal, het meenemen van de bal met handen of voeten of het blokkeren van de bal waardoor een vrije trap niet genomen kan worden.
Tegelijkertijd moeten de scheidsrechters harder optreden tegen te enthousiast protesteren. Handtastelijk gedrag en schelden tegen de scheidsrechters of grensrechters is goed voor een rode kaart. Gebaren bij het protesteren en het op een scheidsrechter afrennen om te protesteren betekent minimaal geel.
Nieuw dit seizoen is een grotere rol voor de vierde official. Die was voorheen vooral belast met het controleren van de spelersadministratie en het bepalen van de extra tijd. Met ingang van dit seizoen assisteert de vierde official ‘de scheidsrechter om wedstrijd overeenkomstig de spelregels te leiden’.